woensdag 20 september 2017

United Kees of America part six

Las Vegas, dinsdagavond 22.41 uur. Deze blog wordt geschreven vanachter een gokautomaat in 'the Bellagio,' waarvan ik geen idee heb hoe het boeltje hier werkt. Ik schrijf hier omdat ik hier goeie WiFi heb en jullie toch n beetje op de hoogte wil houden van hoe het allemaal verloopt hier.
Over Vegas doe ik nog geen mededelingen, dat doe ik ná deze blog. 

Vandaag begon m'n dag rond een uurtje of 9, toen ik wakker werd in het motel in Mammoth Lake. Prachtige plek, zo tussen de bergen. Ik maakte me op voor een pittige rit: door Death Valley naar Vegas. Volgens de TomTom exact 364 mijl, hetgeen neerkomt op de afstand tussen Berlijn en Amsterdam. 
Na wakker te zijn geworden en in te hebben geslagen (Pringles, cola, water en peuken) was het tijd om koers te zetten richting Death Valley. Via Highway 395 reed ik wederom over een praktisch lege snelweg door de mooiste landschappen. Echt waar, de Pyreneeën zijn voor pussies als je door Inyo National Forrest rijdt. Een scala aan bergen in een prachtig ochtendzonnetje met fijne muziek. 
En ergens op die highway kwam uit m'n playlist 'Sky and Sand' tevoorschijn. Terwijl ik met een gangetje van 65 mijl per uur aan cruisen was. Ik dacht aan Bas. Ik dacht aan hoe ontzettend ik aan het genieten was van het moment dat ik beleefde. Ik kreeg er ontzettend kippenvel van en ook m'n ogen werden vochtig achter m'n zonnebril. Ik, in m'n eentje in de Dodge, met dat nummer... het was gewoon prachtig en ik weet zeker dat ik van Bas een knipoog van boven kreeg. Omdat hij zag dat het goed was. 

Van de 395 dook ik de 190 op, richting Death Valley. Wat een nog groter park is dan Yosemite. Godsallemachtig. Het park begon groen, de weten gekronkeld. Weer dacht ik aan m'n R6 die in de schuur stond terwijl ik moeiteloos op 4 wielen bocht na bocht reed. Na ongeveer 50 mijl moest er een geeltje entree betaald worden en ging meteen de temperatuur omhoog. Het kwik gaf in de Dodge op een gegeven moment boven de 100 graden Fahrenheit aan, terwijl het in de auto lekker was, met 67 graden. Buiten de auto was het desondank niet slecht vol te houden, dus ook hier werden de nodige plaatjes geschoten.

Bij Furnace Creek, midden in Death Valley was het tijd voor n pitstop met cola en kippenvleugeltjes. De tent heette Corkscrew Saloon en meer wild west kon ik het me niet voorstellen. Ik at m'n kippetjes lekker op en zag dat er vlak naast me 2 Franstalige stelletjes zaten. Die begonnen als een stel Hollanders de rekening te delen en te discussiëren met het personaal over 2 dollar die niet goed was aangeslagen op de rekening. Triest paupervolk.
Ook kwam er een stelletje binnen waarvan de dame een Canon fototoestel om de nek had hangen en de iPhone in de selfiestok had zitten, de iPhone gereed voor gebruik. Alles voor de likes. Ik vind het leuk om een foto te plaatsen op m'n social media, maar dat doe ik omdat ik dat zelf leuk vind. Het zal me jeuken of er 3 mensen dit leuk vinden, 30 of helemaal niemand. Hetzelfde geldt voor deze blog. M'n foto's die ik maak, daar zal allicht wat van op Facebook komen. Maar de teller is vandaag de 1.000 gepasseerd en van alles wat daar nog bij komt wil ik een mooi fotoboek maken. Omdat deze reis bijzonder is.

Nadat ik de bovengenoemde ergernissen in m'n hoofd had opgeschreven was het tijd om koers te zetten naar Sin City, oftewel Las Vegas. Ik had vanmorgen in m'n hotel Caesars Palace voor een schappelijk prijsje en tegen 7 uur kwam ik aan in de stad waar volwassen weer even kinderen kunnen zijn. 
Daarmee komt deze blog aan een einde, want ik stik de moord van de dorst en m'n geld brand als een heks op de brandstapel in m'n zal. Indien nodig kom ik op de lijn om donaties te mogen ontvangen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten