dinsdag 19 april 2016

The Big Three O.

30. The Big Three O. De tijd van aftakeling is begonnen. De katers worden langer, de haargrens hoger, de haarkleur grijzer, het gezicht vermoeider, de kilo’s blijven wat meer hangen, mensen noemen je ‘meneer’ of ‘ouwe lul,’ sigaretten smaken niet meer, het wordt toch echt tijd voor een vriendin en het liefst een stel koters, je schakelt de muziek van Slam FM naar  Sky Radio of Radio 1, je moet er niet aan denken om ’s nachts tot 5 uur op de bar te gaan staan dansen, laat staan een meisje versieren want dat zou je conditoneel allemaal niet meer kunnen. Nee, 30. Wees er maar blij mee. Het werd gezegd. Het begin van het einde. De aftakeling is begonnen.

Dus. Ik ben het nu een kleine maand, 30. En ik moet zeggen dat ik het toch allemaal wat anders mee maak.

Goed, de druk om mezelf te settelen met een leuk meisje/vrouw en een stel kinderen te nemen, die is met dank aan mijn moeder, mijn zussen en Facebook nog steeds aanwezig. Maar goed, die druk is er al sinds mijn vijfentwintigste en het is net als met dronken mensen op straat: daar leer je vanzelf mee om te gaan na verloop van tijd.
Maar voor de rest? 30 is het begin van de aftakeling? Nog niet misschien! Als 40 het nieuwe 30 is, is 30 het nieuwe 18. Of misschien wel 16. Ik ben lichamelijk nog nooit zo fit geweest, dat wil in mijn beleving zeggen: Ik kan weer voetballen, zonder na drie sprints gewisseld te moeten worden, aan de beademing te moeten en alleen maar met sigaretten te redden was. Ik ben nooit sterk geweest, maar in de sportschool kan ik mezelf tegenwoordig gewoon optrekken. Ik ga met heel veel plezier drie dagen in de week sporten en dan tel ik het voetballen niet eens mee. En het is dan niet eens zo dat ik na een sportsessie gebroken op de bank lig en ’s ochtends ‘dat ouwe lijf’ niet aan de praat krijg vanwege de spierpijn. Niks van dat alles. Geen centje pijn. Heerlijk.
Ik ben tegenwoordig zelfs voor twaalven wakker op een vrije dag en dat hoeft niet per se te maken te hebben met of het mooi weer is en de motor uit de schuur kan. Het gaat allemaal vanzelf.
Sky Radio? Nog niet misschien, die softe muziek is niks voor mij. Techno is iets wat ik ontdekt heb, met Adam Beyer als mijn persoonlijke technopionier. Wat een heerlijke muziek produceert en draait die man. Voor het eerst gehoord op Solar in augustus 2015.
Het is nog steeds niet dat je zegt van vetpot, maar ik heb in de voorgaande 29 jaar nog nooit zoveel geld verdiend (en ook weer opgemaakt) als dat ik sinds mijn dertigste doe. Hoe tof is dat? Ik heb wel eens met het zweet tussen m’n bilnaad gestaan als ik 2 euro bij de Albert Heijn af moest rekenen met de pinpas, dat valt nu reuze mee. Stress om geld. Vaak genoeg gehad, nu totaal geen last meer van. Heerlijk. Ik rij natuurlijk nog steeds maar een ouwe Stilo en mijn tweewieler is nog steeds die ouwe R6, maar kijk mij is tevreden zijn. Is dat iets wat je in de loop der jaren leert? Dat je tevreden bent met wat je hebt? De auto doet het goed genoeg, de motor loopt nog perfect. Beiden optisch een lust voor het oog. Vind ik. En als ik het vind, waarom zou ik dan rekening moeten houden met de mening van de ander? Waarom zou het allemaal nieuwer en duurder moeten? Ik ben er hartstikke blij mee. Zo af en toe een paar nieuwe sneakers en ik ben hartstikke tevreden.

Het scheelt natuurlijk dat ik een man ben, al beschouw ik mezelf nog steeds als jongen. Dat komt ook omdat een behoorlijk aantal mensen mijn voornaam nog steeds als verkleining uitspreken. De  ‘Keesjes’ en de ‘Keessies’ vliegen me nog regelmatig om de oren en ik vind het niet eens zo erg om te horen. Tegen Rens en Siem zeg ik ook vaak Rensie of Siemie. Het bekt op de één of andere manier een stuk lekkerder, twee lettergrepen.
Geen vuiltje aan de lucht dus en terwijl ik dit zit te tikken gaat het zonnetje ook nog eens een keer schijnen in Amsterdam. Dat is sowieso een reden om vrolijk te worden. Want zelfs Amsterdam Nieuw West gaat er mooi uit zien bij een zonnetje.

Al heb ik zo mijn twijfels of dat Nederland niet kapot aan het gaan is. Ik noem drie dingen waar ik mezelf aan heb gestoord en die wil ik jullie niet onthouden.
Als eerste: de berichtgeving rondom de overlast van motorrijders op de dijken in oost – en midden Nederland. Bewoners van dijkwoningen klagen steen en been over het geluid en de snelheden van motorrijders. Tegen die mensen zeg ik: Aan de dijk wonen is een keus. Als je echt lekker rustig wil wonen, betaal je die 5 of 6 ton die je voor een woning langs de dijk heb neergelegd, voor een huis in de middle of nowhere. Waar niemand komt en waar niemand je lastig valt. Zodat wij weer lekker ongestoord over die dijken heen kunnen rijden.
Ten tweede: gisteren kwam in het nieuws dat een PSV-supporter aangifte ging doen bij de politie in Eindhoven tegen scheidsrechter Makkelie en de KNVB wegens matchfixing. Hij is het beu dat Ajax vaak wordt voorgetrokken bij de KNVB. Pas wanneer deze supporter logisch na gaat denken en alle ‘tegenberichten en onderzoeken’ heeft gelezen, dan neem ik de man pas weer serieus. Het is pure verspilling van belastinggeld dat de politie hier werk van maak. De portokosten om de aangifte naar Amsterdam te sturen, is al verspilling.
Als derde en daar heb ik stiekem heel erg hard om gelachen: een kandidaat van het programma Idols (ik kijk er zelf nooit na, het kwam voorbij in DWDD) heeft het programma voor de rechter gesleept om een uitzending van auditie te verbieden. De rechter ging hier niet in mee. Maar wat denk je zelf? Je wilt scoren, het liefst een dik platencontract en dan ga je zo vals als het maar kan de Backstreet Boys zingen… Dan verlies je in mijn ogen alle recht op professionele hulp die niet in de psychische aard valt. Het zal best wel eens de zoon van Willem van Hanegem kunnen zijn.


De Tent komt er weer aan, dus we sluiten deze blog positief af. ‘Wat een feest, wat een feest’ hebben de mensen van de oranjevereniging weer klaar gezet. De mensen van de bar, laten we hopen dat ze in vredesnaam in vorm zijn. Want gelopen gaat er. Ik heb bovendien nog een weekend tegoed, omdat ik vorig jaar ziek was. Als twintiger. Als trotste dertiger zeg ik tegen De Tent: Jij krijgt die lach niet van mijn gezicht.