zaterdag 4 oktober 2014

1.600 woorden. 3 landen.

Soms, heel soms, stel ik me voor hoe het zou zijn geweest om op te groeien en te leven in een ander land. Ik heb een aantal favoriete landen waar ik dat best zou willen. Van die landen heb ik een top drie gemaakt. Voor dat ik die ga delen met jullie, deel ik alvast mede dat ik slechts één land van die top drie heb bezocht in de 28 jaren dat ik nu op de Nederlandse aardkloot rondloop. Van de landen die ik bezocht heb, helaas allemaal binnen Europa, vallen Spanje en Portugal als een baksteen af. Spanje en Portugal zijn prima vakantieoorden, omdat je daar gegarandeerd tien dagen zon in je vakantie hebt. En het is zo ver vliegen nog niet, maar voor de rest. Buiten de vakantieplekken om zou ik never nooit Spanjaard of Portugees willen zijn. Maar dat komt waarschijnlijk vooral omdat ik een pestpleurishekel heb aan Spaanse en Portugese voetballers, met hun gezeur om gele kaarten, hun theatraal geval en hun gezeik op het veld. Leuk, dat Zuid Europese temperament, maar ik moet het niet. Duitsland valt wat dat betreft honderd keer mee. Duitsland heeft echter de top drie niet gehaald.
Op zich is het best gek, want behalve mijn nummer drie, heb ik een beeld van de andere twee landen wat vooral gebaseerd is op media. Verhalen via internet, programma’s op televisie, sportwedstrijden en, daar is hij, de film. Jullie kunnen jezelf dus wel voorstellen dat het beeld wat ik schets of wat ik van een bepaald land heb verre van compleet en geheel geromantiseerd is. No hate please.

Op nummer drie vinden we namelijk Engeland. Ja, daar ben ik toevallig dan weer wel eens geweest. Ik hou van de Engelse mentaliteit, die vooral door veel humor en sarcasme een prettige manier vinden om de saaiheid te doorbreken. In Amsterdam, waar ik regelmatig in aanraking kom met Engelse toeristen, is het wat dat betreft ook mijn favoriete nationaliteit om tegen te komen. Engeland is qua weer te vergelijken met Nederland, misschien is het weer in Nederland wel beter. Maar Engeland heeft prachtige landschappen die er om smeken om vernederd te worden met een snelle motor. Daarnaast is London echt een prachtig mooie stad, waar vijf dagen echt te weinig zijn om de stad te verkennen. Immens groot, net zo groot als de provincie Utrecht, waar 10 miljoen mensen wonen. Dat zijn on-Nederlandse proporties. Ondanks mijn gebrek aan verre reizen zag ik wel dat ik in de twee grootste Europese steden ben geweest, want voordat ik in de zomer van 2013 London voor een paar daagjes aandeed, was ik in 2009 een paar dagen in Berlijn. En die stad is ook vet. Maar London wint. Net als in 1945.
Engeland biedt natuurlijk meer dan leuke en grappige mensen, een prettig landschap, het vieze, vette, smerige en gore eten like, ik had in Engeland zeker wat kilootjes zwaarder geweest dan nu en dat is geen straf en een creatieve taal. Uiteindelijk ben en blijf ik toch die voetbalsupporter en laten we wel wezen: ondanks dat het nationale team van Engeland dankzij alle buitenlandse spelers in de Premier League geen fuck meer voorstelt, blijft de Engelse Premier League de mooiste competitie die er is, met de sfeervolle tribunes, de vliegende tackles en de prachtige doelpunten. Zondagavond rond de klok van half 12 gaat altijd de tv naar de BBC, waar de samenvattingen van de Engelse Premier League worden uitgezonden. Vaste prik, belangrijker dan zondagavond 19:00 uur.
Laatste puntje waarom Engeland de top drie gehaald heeft: muziek. De Rolling Stones, Lep Zeppelin, David Bowie, The Beatles (al vind ik John Lennon een hippie, toch is ‘Imagine’ een wereldplaat met een aantal mooie boodschappen in het nummer), Oasis, Blur, Underworld, The Chemical Brothers,  Pink Floyd, The Police, The Who, Genesis, Lily Allen (stiekem heb ik echt een onbegrijpelijke maar hele grote crush op haar), The Cure, Amy Winehouse, Adele, de lijst is te groot om op te noemen. Oké, U2 is zoals Iers als St. Patricks Day, maar toch stiekem… Wicked.
Oh ja. Engeland is het land van Bond. James Bond. En James Bond is cool. End of. Oh ja. Guilty plessure blijft Geordie Shore. Maar dat houden we ons, oké?

Op nummer twee  Italië. Italië? En jij bent voetballiefhebber? Het Italiaanse voetbal staat toch voor saai, bloedeloos resultaatvoetbal? Eens. Italië is qua voetbal niet echt het land waar ik warm van word. Waar ik wel warm van word, zijn de vrouwen op de Italiaanse tribunes die de cameramensen altijd gretig weet te vinden. Oké, ook in Amsterdam kom ik wel eens in aanraking met Italiaanse vrouwelijke toeristen die het zien en het ruiken absoluut niet waard zijn, maar goed.
Maar Italië. Allereerst het eten. Want er gaat namelijk geen week voorbij dat ik geen spaghetti, lasagne, pizza of andere vorm van pasta als avondeten geniet. Of alle genoemde gerechten. Ik ben ernstig dol op Italiaans voer en weet ook regelmatig de pot Spagaroni in de supermarkt te vinden. Of mijn weg naar de Italiaan op thuisbezorgd.nl. Ik ben nog nooit in Italië geweest, maar het schijnt dat het Italiaanse eten wat er in Nederland te verkrijgen is in de verste verte niet smaakt naar het voer wat mensen in Milaan, Florence, Rome,  Napels of Palermo voorgeschoteld krijgen. Dat belooft nog wat.
Daarnaast is Italië het land van de maffia, waar dankzij The Godfather (prachtige muziek, prachtige landschappen, doodziek verhaal) mijn interesse ligt. Niet bovenmatig of zo, maar het boeit me wel een klein beetje. Maffioso in films zijn goed gekleed, met mooie strakke maatpakken. En daar schijnen ze in Italië ook wel een handje van te hebben, van mooie en strakke kleding.
Italië heeft bovendien een schit-ter-ende taal. Prachtige woorden, ook met het gehate Zuid Europese temperament. Maar dat zangerige in de klank van de Italiaanse taal. Splendissimo.
Nog drie redenen voor Italië. Max Biaggi. Valentino Rossi. Marco Simoncelli. Helden op het circuit. Op twee wielen. Per sempre Super Sic.

And now. On to the main event. Ladies and Gentlemen. Let’s get ready to rumbleeeeeee. Juist. Nummer 1 zijn de Verenigde Staten. Big, bigger, biggest. Dat is in mijn beleving Amerika. Ja, de correcte benaming is het niet, maar Amerika bekt net even lekkerder. Waarom Amerika op nummer 1 staat? Heb je even? Naamgenoot/motormaatje/jeweettoch weet dat ik een tic heb voor hoge gebouwen en in mijn beleving kan je dan niet beter terecht in The Land of Opportunities. New York, Los Angeles, Chicago, Dallas. Het zijn zomaar vier steden waar The Sky letterlijk the limit is. Een middelmatige stad staat vol met gebouwen waar de Zuidas voor in zijn broek poept. Prachtig.
Muziektechnisch staat Amerika ook hoog. Jimi Hendrix. Jim Morrison. Kurt Cobain. Bruce Springsteen. James Hetfield. Lenny Kravitz. Elvis Presley.  Als ik de lijst verde ga maken, dan zijn jullie over drie dagen deze blog nog aan het lezen en ik moet zeggen dat ik hem al aan de lange kant begin te vinden. Zeker weten doe ik het niet, maar goeie, classic rock is overal in Amerika te vinden. Op kleine radiostationnetjes die je op de radio tegenkomt. In van die klassieke bars (one Budweiser please), die je vooral in slechte Steven Seagal films tegenkomt. In diners (openingsscene Pulp Fiction any of you fucking pricks move…), waar je smerig, vies maar oh zo lekker schijnt te kunnen eten. Rock is trouwens niet de enige Amerikaanse muziek die ik kan waarderen. Wat te denken van Jay Z (en zijn fantastische eega), Dr. Dre, Public Enemy (End of Watch), Jennifer Lopez, Madonna, Micheal Jackson…
Amerika heeft films waar je U tegen zegt. Amerika heeft series waar je U tegen zegt. Amerika heeft gadgets waar je U tegen zegt. Als men denkt: “Hey, die Iphone past net niet meer in onze broekzak” dan maken ze een Iphone waarvan ze zeker weten dat ie zeker niet in je broekzak past. Games zijn briljant (GTA V is niet uit mijn Playstation te slaan).
Nee, in Amerika zou ik het best trekken. In Los Angeles zou ik best het leven willen leiden wat ik nu leid. Zelfde baan you feel lucky, punk?, seizoenskaartje van de Lakers, zelfde hobby’s (motor rijden door West Amerika, ik ken de verhalen en het is nog steeds een droom), zelfde familie, zelfde vrienden. Maar dan in Californische zon. Zonder die kut Stilo. Maar met een Chevrolet Camaro voor de deur. En een Harley. Dat poetswerk, daar zou ik zelfs vrolijk van kunnen worden. Harder than you think. Maximaal.

Maar, eerlijk is eerlijk. Die top drie ziet er best fraai uit. Maar ik ben niet ontevreden in Nederland. Helemaal ontevreden zelfs. De top drie heeft namelijk geen Oeteldonk, geen GVV’63, geen Yamaha R6 in de schuur al zou dat de eerste aankoop in Italië zijn, geen Amsterdamse gezelligheid. En helemaal geen Iris, Rens en Siem. Want dat zijn helden, waar ik niet zonder zou kunnen. Net als hun vaders en moeders en hun opa’s en oma’s trouwens. Ik zit hier best.


Even nog dit. En ik vind het vreselijk dat ik dit er bij moet tikken. Maar het is nodig. Want waar ik in Nederland wel ontzettend de schijtbalen (dat schijnt Amsterdams te zijn), is dat wij steeds kleinzeriger worden in allerlei dingen. Goed, ik heb nu drie landen genoemd waarin ik best op zou willen groeien en zou willen leven. Dan heb ik ruim 200 landen niet genoemd. Amerika, Italië en Engeland zijn landen waar ik een prettig gevoel bij heb. Dat wil niet zeggen dat ik een hekel heb aan de andere ruim 200 landen die er bestaan. Het is puur een mening gebaseerd op mijn persoonlijke ikke. Dit maakt mij geen racist. Ik wil het maar even gezegd hebben.