zondag 30 december 2012

Het jaar van...


Het jaar is bijna ten einde. 2012 is hard gegaan en het blijkt ook wel dat het maken van een kalender niet per definitie het einde van de wereld hoeft te betekenen. Maya de bijna zullen we maar zeggen. Mijn persoonlijke overzicht van 2012.

2012 was voor mij het jaar van de geboorte van een kerngezond, knap en lief neefje Siem.
2012 was voor mij het jaar dat de tumor in Iris’ hoofd niet groeide en stabiel bleef.

Goed, dat waren de belangrijkste punten. Nu de overige dingen. Ik zal het proberen kort te houden, maar daarin doe ik geen beloftes.

2012 was voor mij top want 2012…

Was voor mij het jaar waarin ik mijn motorrijbewijs heb gehaald. In slechts 24 lesuren, en alles in 1x gehaald. Samen met mijn goede vriend Jori ben ik in januari begonnen bij Rijschool Amsterdam op de Burgermeester Rendorpstraat. En in juli zat daar ineens een roze kaartje in mijn portemonnee, waarop stond (vrij vertaald) dat ik op elke motor mocht rijden die te koop was. Die motor, die kwam er. In december. Niet echt een ideale tijd om een motor te kopen, maar de blauwe Yamaha R6 uit 2002 met 17.500 kilometer op de teller kon ik echt niet laten lopen. Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad.
Was voor mij het jaar van een hele vette vakantie op Mallorca met Bram en Patrick. 11 dagen lang zon, zee, feest en gezelligheid. Dan ben ik helemaal in mijn hum, helemaal als je twee beste maten erbij zijn. Het opnoemen van de leuke mensen tegen ben gekomen is onbegonnen werk.  Ik ben voornemens om,  eventueel na een avondje herinneringen ophalen met diverse betrokkenen, nog een uitgebreide blog over Mallorca te schrijven, dus ik wil niet al te veel prijsgeven…
Was voor mij het jaar van Manchester United – Ajax. Een wedstrijd kijken in Engeland, het stond heel erg lang op de agenda, maar het is er nog nooit van gekomen. Tot de loting voor de Europa League kwam, in december 2011. Het lot koppelde mijn favoriete club Ajax aan mijn favoriete buitenlandse club Manchester United en de droom was geboren. Het bemachtigen van een kaartje was makkelijker gezegd dan gedaan, want Manchester United uit komt niet al te veel voor. Het heeft me uiteindelijk een behoorlijk bedrag gekost voor op en neer naar Engeland met daarbij een wedstrijd op het legendarische Old Trafford, maar het was elke cent dubbel en dwars waard. Zelfs de uitschakeling.
Was voor mij het jaar van positieve ontwikkelingen op mijn werk en het volgen van een opleiding ter ontwikkeling van mezelf. Aangezien ik niet over de aard van mijn werk blog uit privacy overwegingen moeten jullie het daarmee doen. Wat ik wel mee wil geven is dat ik ongelooflijk trots ben om dit werk te doen, de trots richting mijn collega's is nog vele malen groter. Hartstikke bedankt voor het mogelijk maken.
Was het jaar van de beste Carnaval tot nu toe. Beste Ron, Mark, Judith, Stephan, Myrthe, Ronnie, Marleen, Joyce, Petra, Paula, Turk, Kuin, Dries, Ellis, Nita, Ralph, Esther en alle anderen: Blauw, ik hou van jullie! En ik kan niet wachten op tot het februari is. Het wordt namelijk tijd dat we weer gaan.
Was het jaar dat mijn goede vriend, naam – en teamgenoot besloot om Nederland voor een half jaar te laten voor wat het is en een fantastisch avontuur aan te gaan in Latijns-Amerika. Het wachten is op april 2013. Opdat wij vele dijken onveilig mogen maken met Japans fabrieksmateriaal. 1 laatste groet: brooooooooaaaarrrrrrrp!
Was het jaar van het schrijven. Ik begon mijn eigen blog, schreef regelmatig een stukje op de opiniepagina van Ajaxshowtime.com en ging verder met mijn eerste roman. Dat laatste staat momenteel behoorlijk in de ijskast. Ik hoop dat hij afkomt, maar dat geloof ik. Jullie reacties geven me alleen maar meer en meer een boost om er mee door te gaan. Ik zou zeggen: hou Facebook en Twitter in de gaten, dan komt alles goed.
Was het jaar van Twitter. Man, man, man. Tweeting, twatting, you name it. Zo’n iPhone is slecht voor me, met al dat gegal op het medium. Gelukkig heb ik weinig volgers. Wel twee keer een Tweet gehad van Kluun!
Was het jaar van de herontdekking van Amsterdam. Ongelooflijk veel bier heb ik op in de Jantjes Verjaardag, de Coco’s Outback, La Bastille en de Surprise Bar. Om de kleine biertjes in de Pianobar maar eventjes buiten beschouwing te laten, gezien de (helaas) eenmalige keer dat ik daar tot dusver ben geweest. Absoluut een goed voornemen voor 2013.
Was het jaar van de Jij&Ik in Den Bosch. Meer dan ooit kwam ik daar en hoe ouder je wordt, dus te meer ga je jezelf er thuis voelen. Wederom een goed voornemen, zelfs voor het jaar 2030. En dat kan alleen maar verder oplopen. Zo lang Kitty en Arjan de tent maar runnen.
Was het jaar dat Ajax wederom de titel pakte. Wederom na een kilometers lange afstand op meer koplopers dan ooit, maar we stonden toch maar weer mooi met die schaal in april. Het was de 31e titel, minder vreugde dan bij de 30e, maar het feest was mooi. Hulde voor Frank de Boer!
Was het jaar dat Nederlandse sporters zo ontzettend veel succes hebben gehaald op de Olympische Spelen in London. De prestaties van de vrouwen en mannen hebben mij op laten staan voor de televisie en uit mijn dak laten gaan. Dank, ongelooflijk veel dank, voor het gevoel van trots, vaderlandsliefde en ja, toegegeven, de brok in mijn keel van geluk.
Was het jaar van kleine momenten van geluk. Rens, die vraagt hoe het is, alleen thuis, als mijn ouders op vakantie zijn. Of headbangen op de Guano Apes tijdens één van de vele ritten tussen Amsterdam en Nieuwaal. Of dat ze Niggas in Paris van Jay Z en Kayne West voor de zesde keer op één avond in Eindhoven draaien. Of het opentrekken van je motor, als je een momentje voor jezelf nodig hebt zonder vies te worden. Of dat je staat te douchen, met je iPhone op een droog plekje en de muziekstand en er komt een heel erg fijn nummer voorbij. Of dat je Jan Vertonghen tegenkomt tijdens het stappen en dat je volwassen genoeg bent om hem met rust te laten om te genieten van zijn avondje uit. Of dat je een dieptepass van Andrea Pirlo ziet. Of dat je een nieuwe aflevering van Californication zit te kijken en Lew Ashby komt voorbij in een flashback.  Of als je een filmpje van Zidane, Ronaldinho of Ronaldo Luiz Nazario de Lima op Youtube bekijkt. De echte Ronaldo dus. Of als Sierd de Vos een briljant grapje maakt op Sport 1 of RTL7. Of de lach van Iris.

2012 was voor mij teleurstellend, want 2012…

Was het jaar dat het Nederlands Elftal volledig mislukte op het EK in Polen en Oekraïne. Ze zouden niet fit zijn geweest, de mannen. Louis van Gaal doet tegenwoordig gelukkig wel, wat Bert van Marwijk al lang had moeten doen: door selecteren.
Was het jaar dat ik hoorde dat hockey-international Maartje Paumen op vrouwen viel, in plaats van op mannen. En hoe onbereikbaar een topsporter of bekende Nederlander ook is, het is toch een beetje jammer als je hoort dat een lekker wijf in het geheel niet op mannen valt. Dergelijk nieuws over Carice zou een acute opname in het gesticht voor me betekenen.
Was het jaar dat ik vanwege mijn werk, waarover ik dus niet blog, diverse leuke feestjes heb gemist. Koninginnedag en Alempop zijn twee voorbeelden. Gelukkig maakte de Tent en Carnaval veel goed.
Was het jaar dat ik mee poogde doen aan Movember. Het is bij een poging gebleven. Dat ellendige gebrek aan baard- en snorgroei ook.
Was het jaar dat een defensieve voetbalploeg de Champions League won. Gelukkig maakte het Spaanse feestvoetbal dit én het geklooi van Oranje op het EK meer dan goed.
Was het jaar dat je daar plotseling op één van de laatste zaterdagen van het jaar in je eentje stond te kijken in Den Bosch, tijdens het stappen met als direct gevolg: 40 euro kwijt voor de taxi naar Nieuwaal en je fiets aantreffen met twee lek gestoken banden. Met als indirect gevolg: een drankje en een leuk praatje met de leukste ex-barvrouw van de Carrousel die er bestaat. Het drankje was in de Jij&Ik en al kost die taxi in het vervolg 100 euro en moet ik vier keer zo ver lopen: Dat drankje zou ik zo overdoen.

Kort terugblikkend op het wereldnieuws in 2012. Met dank aan de eerder door mij vervoeide Panorama ‘Jaar in beeld 2012.’ Want er is weer zo ontzettend veel gebeurd in 2012. Ik pik er zo maar wat dingen uit, die Nederland en de rest van de wereld nieuws vonden.  Het zijn fraaie, minder fraaie en treurige berichten door mekaar heen.
Schietpartij op kleuterschool in Newton. Cruiseschip Costa Concordia die zonk. Badr Hari. Prins Friso. Haren. De warme zomer. Het einde van Lance Armstrong. Tim Ribberink, die een hartverscheurende zelfmoordbrief op zijn 20e achterliet. De grensrechter, die dood wel getrapt door een stel jeugdspelers. Treinongeluk in Amsterdam. 18 jaar cel voor Soufiane B. Willem Holleeder op vrije voeten. Jasper S opgepakt als verdachte van moord op Marianne Vaatstra.

Ik heb het geprobeerd kort te houden. Die poging is kennelijk niet geslaagd. Mijn terugblik over 2012 in 1500 woorden. Dank allen voor het mede mogelijk maken van alles. En uiteraard wens ik iedereen het allerbeste, mooiste, lekkerste en al het andere goeds voor het komende jaar. En alle jaren daarna. Aan goede voornemens doe ik niet. Ik leef van dag tot dag. Bedankt voor het lezen van mijn blog en blijf ze lezen. Wie weet word ik in 2013 door één van jullie ontdekt…


woensdag 19 december 2012

Weg met Kees (3)


Waar ik ook altijd wel voor te porren zijn, zijn feestjes. En dan bedoel ik hardstylefeesten. In deze editie van Weg met Kees: de hardstylefeesten. Hardstyle dus, en geen hardcore. Een feestje als Thunderdome van zaterdag 15 december, dan blijf ik liever in mijn eentje over in Den Bosch, betaal alleen de taxi van 40 euro en tref vervolgens mijn fiets met lekgestoken banden aan. Honderd keer liever dat, dan Thunderdome. Maar smaken verschillen en een hardstylefeestje op zijn tijd is uitstekend. Maar waarom? Allereerst een algemene indruk.

Hardstylefeestjes dus. Feestjes met hardstylemuziek. ‘Hebben jullie zin om te raggen en te beuken? Eén… Twee… Stampen!’ Of zoiets. Het zijn lyrics uit het plaatje met de toepasselijke titel ‘1,2,3 stampen’ van The Prophet en Deepack. De hele geschiedenis van de hardstylemuziek begon voor mij in 2008, toen een zeer gewaardeerde collega mij adviseerde om ‘eens naar een feest als Defqon’ te gaan. En daar was ik inderdaad best benieuwd naar. De hardcore die ik na de jaren ’90 had meegekregen, had ik als ‘gigantische kutmuziek’ bestempeld en was overgestapt naar trance. Waar hardhouse in 2001 een beetje tot mij door begon te dringen, kwam de hardstyletip van mijn collega als logische opvolger en toevoeging voor mijn al breed zijnde muzieksmaak. Enfin, ik wist dat PJ vaak naar Defqon en dergelijke feesten ging en dus was het contact snel gelegd en voor ik het wist was ik in het bezit van een kaartje voor Defqon 2008, mijn eerste feestje. En wat ik zag, zag ik in het vervolg vaker op hardstylefeestjes: gruwelijk lekkere dames, die je met het stappen van zijn lang zal ze leven niet tegen zal komen. Michellinmannetjes, die vaker in de sportschool zitten en zichzelf volstoppen met vreten en rotzooi dan goed voor je lijkt en die zich, zonder te schamen, met ontbloot bovenlichaam verplaatsen over het terrein met de zon vol op je bast of in de zaal als het buiten 10 graden vriest. Mensen die helemaal dol zijn, van de muziek, maar vaak genoeg ook van iets anders. Dat andere, dat ook voor een behoorlijk aantal vage figuren zorgt (ook niet gek, als je naar de tekst van FTS van Showtek luistert: ‘Spending all my money on dope and high priced tickets’). Maar feestjes die wel een sfeer met zich meebrengen. Een enorme sfeer. Eigenlijk is het altijd genieten op zo’n feestje, als je er af en toe eentje meepikt. Elke week een dergelijk feestje, dat ga je lichamelijk en financieel totaal niet trekken en je oren worden ook niet je beste vrienden als je er wekelijks naar toe gaat.

Na de eerste indruk gaan we stampend, beukend en met wijde pupillen door naar twee kleine verschilletjes, maar met grote betekenis. Men kent namelijk bij hardstylefeestjes indoor en outdoor feestjes. Een analfabeet kan begrijpen waar het om gaat: indoorfeestjes zijn binnen, outdoorfeestjes zijn buiten, vaak met mooi weer.

Indoorfeestjes als Thrillogy in de Brabanthallen in Den Bosch of XXL-erator in de Matrixx in Nijmegen, het zijn de feestjes die ik indoor heb bezocht. De Brabanthallen, tja, je houdt er van of je houdt er niet van. Het is een donkere, vaak niet mooi aangeklede bedoeling. Het geluid is er ook vaak kut en dat is wel essentieel voor iemand als ik, die komt voor de muziek. De Matrixx daarentegen is een zeer fraaie tent. Zeer fraaie tent. Mooi aangekleed, geen inmekaarzetbarren, nette toiletten. Dat de toiletten aan het einde van een feestje bezaaid liggen met wit poeder, dat is een taak voor de schoonmaker zullen we maar zeggen. Ik ga naar de WC om te pissen en dat kan ik nog steeds heel goed en zonder te knoeien.
Het geluid in de Matrixx is stukken beter dan in de Brabanthallen. Waar je bij de Brabanthallen het idee nog wel eens krijgt dat het geluid net een tandje te hard staat om zuiver te klinken, daar is het in de Matrixx een stuk anders. Hard en zuiver, net als de penalty’s van Johan Neeskens van vroeger.

Echt vrolijk word ik van outdoorfeestjes. In mijn optiek hoef je niet eens een pertinente hekel te hebben aan de muziek. Men neme een groot terrein a la de Beekse Bergen, een vliegbasis in Duitsland of een strand bij Almeren en men geeft u: een outdoorfeest om van te smullen. Mijn eerste outdoorfeestjes was Defqon 2008 en sindsdien ben ik op veel grote hardstylefeestjes geweest: Decibel, Q-Base en Emporium vormen met Defqon in mijn optiek de grootste feesten in de buitenlucht. En ik ben op allemaal geweest. En ik denk er met veel plezier aan terug. En ik vind de kaartjes te duur en te snel uitverkocht om ze jaarlijks allemaal af te lopen. Maar als je eenmaal binnen bent… Man, man, man. Bij mooi weer kunnen de rokjes van de dames niet kort genoeg zijn, de outfits niet spannend genoeg en het bier niet koud genoeg. Waar mensen denken niet zonder een pilletje of lijntje te kunnen, sommigen werken grammen weg op zo’n feest, daar heb ik maar één ding nodig op een outdoorfeestje en dat is koud bier. Je staat immers in de volle zon en dat maakt dorstig. Enkelen onder u hoef ik dat fenomeen echt niet meer uit te leggen. En als het klaar is, dan is het gewoon klaar. Klaar.
Outdoorfeestjes zijn in de regel veel  relaxter dan indoorfeestjes. Ook omdat je eventjes rustig, in je eigen wereld, een plekje kan zoeken om te genieten van de sfeer. De muziek staat dan op de één of andere manier ook niet zo hard en is de keuze er veel meer reuze, dan wanneer je maar één zaal hebt. Bij een outdoorfeest heb je diverse podia, net als bij Pinkpop of Lowlands. Mainstage is meestal goed voor de hardstylehits van dat moment, daarnaast zijn er diverse podia die meer verschillende stijlen binnen de hardstyle bieden. Dat varieert van wat hardhouse tot de kneiterharde hardcoretenten, waar ik liever niet dan wel ben. Maar dat maakt dus niet uit, de variatie zorgt voor ieder wat wils. En al hou je niet van de muziek, je hebt er minder last van dan bij een indoorfeestje en je kijkt je ogen uit. Ik blijf erop terugkomen, maar zoveel moois en sexy kom je in de kroeg niet tegen. Of je moet op een willekeurige zaterdagavond heel erg toevallig die heel erg leuke ex-barvrouw, die totaal niet weet hoe leuk, knap en sexy ze is, uit de Carrousel in de Jij&Ik tegenkomen, dan is het zelfs niet erg om in je eentje naar huis te moeten, 40 euro voor een taxi te betalen en vervolgens je fiets aan te treffen met twee lekgestoken banden.

Feestjes, ze zijn leuk om zo af en toe eens mee te pakken. Ik ben blij dat ik wat dat betreft de trance- en housefeesten nog niet echt ontdekt heb. Want dat is toch meer mijn muziek, dan al geweld wat uit die boxen komt. Op de terugweg van een feestje is er ook niks lekkerders dan met een CD’tje van Armin van Buren of Bloomingdale in de auto terug naar huis te gaan. Want aan het einde van elke feest kom ik altijd tot eenzelfde conclusie: het is eigenlijk allemaal kutmuziek.

Toch vraag ik het aan de partypeople, waar ik al veel leuke feestjes mee heb meegemaakt: Decibel 2013?

Weg met Kees (2)

In dit gedeelte van de serie Weg met Kees, gaan we van Den Bosch naar Amsterdam, eigenlijk mijn tweede stad. Amsterdam is de stad van hoeren, wiet, vrijheid en blijheid. Maar het is ook de stad van de twee pleinen, waar het in de weekenden helemaal los gaat. Ik neem jullie mee op een tweede tocht in een stapstad.

Als korte introductie de mensen met wie ik Amsterdam wel eens induik. Het zijn collega’s, die meer dan collega zijn. Jori is al sinds een paar jaar mijn beste maatje als het gaat om de collega’s en samen hebben we veel overeenkomsten, zoals ik die ook met de rest van de stapcollega’s heb. Alfred, Christiaan, Fred en Roy, het zijn de overige namen waar ik regelmatig een bakkie mee drink in de stad, veelvoudig na het werk, als er de volgende dag uitgeslapen kan worden. Met wisseldiensten is dat gelukkig vaak het geval.

Ik moet er wel bij zeggen dat de tocht door Amsterdam anders gaat verlopen dan de tocht door Den Bosch. Ten eerste is de tocht een stuk kleiner, omdat ik lang niet alles van Amsterdam heb gezien of heb meegemaakt en dat is wel de bedoeling van een redelijk complete toch. Daarnaast heb je in Amsterdam meer mogelijkheden. Waar het in Den Bosch stikt van de bekende kroegen, waar het vooral draait om zuipen tot we kruipen, daar maak ik het in Amsterdam anders mee. Tuurlijk, er zijn kroegen waar ik vaak kom waar een gelijkheid met Den Bosch wordt ontdekt. La Bastille, de Surprise Bar, Cooldown, Het Feest van Joop op het Leidse en de onvermijdelijke Jantjes Verjaardag op het Rembrandt, ik ben er geweest, ik ben er dronken geworden en ik heb het er bijzonder goed naar mijn zin gehad. En dat heb ik nog steeds, als ik er kom en het er niet te druk is. Dat is de pest in die kroegen, dat is gezellig, dat is bekend, dus het is er al gauw pleurisdruk. Mijn voornaamste redenen om er te komen zijn evengoed aanwezig: leuke muziek, leuk barpersoneel, leuke dames en het schijt hebben aan het rookverbod. Ik blijf er zeker ook heen gaan en ben blij dat ik de breedste niet ben.

Voor wie het wat rustiger aan wil doen op de pleinen, dan is er goed nieuws. Waar je een uitstekend biertje kan drinken, in de goede sfeer is Café Weber, dat eigenlijk net buiten het Leidseplein valt. Als je vanaf het Leidseplein ongeveer 200 meter de Marnixstraat inloopt, vind je café Weber. Een klein, sfeervol kroegetje waar je wat alternatieve muziek hoort en je helaas niet mag roken. Desondanks kun je er prima vertoeven en roken buiten is op zich ook geen probleem. De alternatieve muziek, die niet op een al te hoog volume staat, maakt het bovendien wat makkelijker om in gesprek te komen met je stappartners in crime of het aanwezige publiek. Publiek trouwens dat wat internationaler is, dan in de Amsterdamse kroegen die ik net al noemde.
Daarnaast bevindt zich op het Leidseplein de Pianobar, waar Alfred me eens mee naar toe heeft genomen. Een classy tent, met net personeel achter de bar. De sfeer is knus, mede door het dimde licht en de aanwezigheid van een piano midden in de bar. De avond dat ik er was, was er een beeldschoon meisje de mooiste hits van nu en vooral van toen aan het spelen en het zingen. De stem is niet van het zelfde niveau als van de hits van toen en nu, maar het is goed genoeg in een bar, waar heren 5 euro betalen om naar binnen te mogen. Entree heffen, het heeft zijn voors en zijn tegens. Als tegen is het zo dat als je een studentenbudget hebt, dan is het lastig om nog eens 5 euro uit te geven, op een alsmaar duurder worden avondje uit. Het voordeel is wel dat het kaf van het koren gescheiden wordt en er geen straatschorem binnen komt. Kijk, dat Rick Brandsteder op een gegeven moment binnen kwam, dat is dan weer andere koek, maar het heeft de avond niet verpest. Dat een langharige tekkel die een fles champagne op de bar dondert meer vrouwen aantrekt dan ik met mijn biertje en mijn peuk, daar ben ik al lang en breed aan gewend. Best grappig trouwens, de woordjes ‘ik’ en ‘breed’ in 1 zin. Je moet het maar zien.
Voor de Pianobar is het trouwens wel handig voor de heren om de kapper een tijdje links te laten liggen en je haar te laten groeien tot Rick Brandster proporties. Ik met mijn kortgeknipte koppie viel niet echt in de toon. Ik maakte veel goed met een getailleerde bloes, dat dan weer wel. Een colbertje is nog net niet  verplicht.

Echter dat was het. Een treurige conclusie volgt. De Weber, de Pianobar en de grote pleinen van de stad pas de enige plekken in de stad waar ik ben geweest in de zeven jaar dat ik nu in Amsterdam vertoef. Andere tenten en plekken, tja, daar komt het op de één of andere gekke manier niet van. En ik schaam me daar best wel voor, helemaal voor iemand met een brede muzieksmaak als ik. Ja, de Melkweg schiet me trouwens te binnen, voor een concert van de Manic Street Preachers. En de Arena, maar dat was een U2-concert. Verders is het matig. Paradiso, Hotel Arena, De Pijp, de restaurantjes in de Scheldestraat, Vak Zuid, noem ze maar op.  Ik ben er nog niet geweest. En dat moet veranderen. Dat gaat ook veranderen. Wetende dat ook de legendarische tenten ooit niet meer onder ons zijn. De Itt, Roxy en More heb ik al gemist, ik moet ervoor zorgen dat de andere legendarische plekken mij niet zullen ontglippen. Paradiso gaat morgen eindelijk gebeuren. 

woensdag 5 december 2012

Die clown, met zijn prachtige lach


Reminisce some time, the night they took my friend (uh-huh) 
Try to black it out, but it plays again 
When it's real, feelings hard to conceal 
Cant imagine all the pain I feel

5 december is het Sinterklaas
En is elk kind weer een avondje de baas
Een feest dat wij in Nederland altijd vieren
Kinderen staan dan wekenlang te stuiteren en te gieren
Volgepropt worden met snoep, pepernoten en chocola
Iedereen houdt er aan het eind van het liedje rotte tanden op na

5 december beleef ik sinds de editie 2003 op een andere manier
Voor mij gaan er geen gedachten naar gezelligheid en plezier
5 december 2003, het lijkt alweer zo lang geleden
Maar op die dag werd mijn dierbare neef en vriend uit ons leven weggesneden
Eelgo Verheij, neef, vriend, keeper, vader, echtgenoot en clown
Op de een of andere manier ben ik op 5 december altijd een klein beetje down

Gelukkig zijn de herinneringen eindeloos
En allemaal blijven ze grandioos
‘Vat nou eens oe manneke’ klonk het op de training
Gedreven als altijd, met een heldere mening
Als jonge vader dronken in slaap vallen achter de bar van de Schuur
Als ik er aan denk, kijk ik glimlachend naar je foto aan de muur

De term ‘jongensachtige charme’ was voor jou geschreven
Het kind in jou is gelukkig altijd gebleven
De anekdotes van mijn vader over jou hoor ik met veel plezier aan
En van Gerrit, over hoeveel je plezier je had in je baan
Met je handen kon je van alles maken
En in het doel van GVV’63 zou je ooit nooit verzaken

Tot die koude decembernacht, toen je uit ons leven werd genomen
Het heerlijke avondje is sindsdien nooit meer gekomen

We missen je.

On that morning 
When this life is over 
I know 
Ill see your face

Engelse teksten komen uit de hit ‘I’ll be missing you’ van Puff Daddy en Faith Evans.

maandag 3 december 2012

Ik voetbal

Mensen, ik moet jullie iets bekennen. Ik ben Kees en ik heb als hobby voetbal.

Zo, dat is er uit. Na de gewelddadige actie van een paar snotapen, die het leven heeft gekost van een 41-jarige grensrechter, vader, echtgenoot, broer en zoon, valt heel Nederland over de voetbalwereld, dat dit niet kan. Ik voel mij genegen om hier een persoonlijke reactie op te geven.

Zoals gezegd, ik voetbal. Al bijna 20 jaar, bij 1 club te weten GVV’63 uit Gameren. Veel talent heb ik niet, maar het potje voetballen in de week, daar hou ik van. En ik moet ook nog iets anders bekennen. Ik ben fanatiek, zelfs al voetbal ik maar in het derde elftal van GVV’63. En ik moet u mededelen dat ik in de 20 jaar dat ik zelf voetbal, slechts 1x de rode kaart heb gezien, nadat ik iets te laat was met een scherpe sliding, waarbij de bal betrokken was. De scheidsrechter beoordeelde het als zijnde code 24 (het trappen van een tegenstander in een duel) en stuurde mij weg, met als gevolg 4 wedstrijden schorsing.

Waar er schokkende reacties komen als ‘alweer de voetbalwereld’ en ‘het gebeurt nooit bij andere sporten,’ daar wil ik een reactie op plaatsen. Voetbal is al sinds mensenheugenis volkssport nummer 1 in Nederland en in de wereld. Alleen in Nederland al worden per weekend 20.000 wedstrijden georganiseerd voor alle lagen uit de bevolking. En vaak gaat het goed. Met de gebeurtenissen tussen de jeugdelftallen van Nieuw Sloten en SC Buitenboys als diep triest voorbeeld hoe het fout kan gaan.

De voetbalwereld houdt één ieder bezig, zelfs de mensen die totaal niks met voetbal hebben. Hun mening is echter eenduidig, gebaseerd op wat zij in de media vernemen en zoals ik al eerder blogde: de media houden er van om de slechte dingen over te belichten.

Want als ik op mijn werk vertel dat ik supporter ben van Ajax, die elf jaar een seizoenskaart heeft gehad en zeker de helft van die elf jaar ook nog alle uitwedstrijden van Ajax heeft bezocht, dan stelt men mij de vraag: “Ben jij ook zo’n hooligan?”

En die vraag doet mij een klein beetje pijn. Niet omdat ik aangezien word voor hooligan, dat zal me namelijk een worst weten. Maar dat de term ‘voetbalsupporter’ in direct verband wordt gezien met vernielingen, drugsgebruik en geweldplegingen. Het is alsof je aan een getrouwde man vraagt of hij zijn vrouw wel eens slaat. Ook dat gebeurt maar bij een klein gedeelte van de getrouwde stellen en komt ook vaak in de media, maar niemand stelt de vraag aan een getrouwde man of hij zijn vrouw ‘ook’ slaat.

Wat ik bedoel te zeggen is, dat we generaliseren, maar vooral wat slecht in de media naar voren komt.  Zoals immigranten, die wel hun kost op de juiste wijze verdienen en zich aanpassen, maar elke keer worden aangezien voor de kleine minderheid die dat niet doen.

Maar hiermee kom ik zeker niet op voor die snotapen die een vader, echtgenoot, broer, zoon en grensrechter zo ernstig mishandelden, dat hij aan zijn verwondingen is overleden. Er staan genoeg korte lontjes wekelijks op het voetbalveld. Korte lontjes die wél na kunnen denken wanneer er een beslissing in hun nadeel valt. Korte lontjes die wél in het gareel worden gehouden door hun teamgenoten en omstanders. Korte lontjes die voetbal zien om de sores van de afgelopen werkweek in een venijnige tackle leggen en die daarbij de verantwoording voor hun daden nemen.

Die snotapen, die moeten boeten, voor wat zij gedaan hebben. De rechtspraak in Nederland zal hierover hun oordeel vellen. Aangezien ik mijn geloof in de Nederlandse rechtspraak al lang verloren heb, vrees ik met grote vrezen.

Hoe mijn reactie was op mijn eerste rode kaart? Ik was het er niet mee eens, want ik raakte mijn tegenstander niet. Mijn inziens. De scheidsrechter zag van wel en hij was degene die besliste. Maar aanraken, bedreigen of uitschelden, nee. Ik heb wel een dergelijke opvoeding gehad, waar dat niet in voor is gekomen. En zo hebben een behoorlijk aantal spelers van die 20.000 wedstrijdjes per weekend ook de opvoeding gehad om autoriteit te accepteren en de gevolgen voor eigen rekening te nemen.

Afsluitend wil ik mijn respect en condoleances aanbieden aan de nabestaanden van de vader, echtgenoot, broer, zoon en grensrechter die op veel te vroege leeftijd is heengegaan door toedoen van het geweld. Ik hoop dat ik de daders nog eens tegenkom, in een sprintduel om de bal. Met lange, ijzeren noppen.

Ik ben Kees en ik heb als hobby voetbal. En ik laat mijn speelplezier niet bederven door een stel snotapen. Ook dat zat in mijn opvoeding.