woensdag 19 juli 2017

Woensdagmiddag. Genieten.

Woensdagmiddag. Amsterdam en de rest van Nederland zuchten onder de hitte. In mijn Vogelaarwoning-zonder-tuin is het enigszins koel. Ik wacht met smart op die verkoelende onweersbui. Het is tandjesheet en dan zonder airco en zonder tuin-met-zwembad is het redelijk afzien. Helemaal als je je bedenkt dat de wekker vanmorgen weer om kwart over vijf ging, met een kort nachtje daarvoor. En nee, niet vanwege die reden. Het was pittig warm om te gaan slapen.

Mijn laatste blog postte ik in het weekend van Villa Pardoes en de TT, een weekend voor in de boeken. Genieten geblazen. In de kleine maand dat we nu verder zijn, zijn er wat dingetjes gebeurd waarvan ik me beseft hebt: geniet nu, want misschien kan het morgen niet meer.

Over die arme Appie Nouri is veel geschreven, veel gedeeld, de hashtag #StayStrongAppie is nog steeds actueel en de beelden van die arme jongen en die van zijn familie omringd door een droevige Ajax-menigte gaan door merg en been. Op donderdag 13 juli 2017 huilde ik voor het eerst sinds mijn dertigste verjaardag. Het Ajax – en voetbalhart platgetrapt door het lot: boven vond iemand het mooi geweest voor Appie en besloot tot een hartstilstand met uiteindelijk zwaar en blijvend hersenletsel tot gevolg. Just like that. Ben je 20, aan de vooravond van het seizoen van je doorbraak, je wordt gewaardeerd niet alleen om wat je kan, maar ook wie je bent en pats. Klaar.
Het gevoel was er niet direct, maar ineens voelde ik me als een veertiger, vijftiger, die Robbie de Wit nog heeft zien spelen. Herstel, heeft zien toveren. De beste linksbuiten sinds Piet Keizer, die in 1985 een wereldgoal scoorde tegen Hongarije en plots uit het niets een hersenbloeding kreeg. Zomaar. Robbie is nog onder ons, maar gaat zwaar beperkt door het leven. Het is te hopen dat Appie een normaal leven krijgt. We zullen zijn ster nooit zien stralen, maar het eerste wat je die jongen gunt is een normaal leven, voor hem en zijn familie. Diegene die boven de beslissingen maakt, of je nou Allah, God, Boedha of Henk de Vries heet: Thanks a lot.
Iemand moet daarboven diegene een doodschop geven, want die beslissing gaat helemaal nergens over. We zouden kunnen denken aan Johan, maar die is meer van de panna’s en het doldraaien. Daar wordt een pissig iemand nog pissiger van. Wie weet zitten er nog een paar spijkerharde verdedigers van weleer boven om die honneurs waar te nemen.

Afgelopen maandag was het ook warm.
Het was warm in het Vondelpark.
Het was druk op het terras van het Vondel CS en er werd geproost en gedronken.
Geproost op het afscheid van Bas.
Bas gaat ons verlaten. En met ons bedoel ik niet alleen mij en mijn collega’s, maar met ons bedoel ik ons allemaal. Bas is ziek, heel erg ziek en hij wordt niet meer beter. En dat snapte hij. Dus zorgde Bas ervoor dat iedereen Bas nog kon zien, knuffelen en horen lachen op het moment dat we Bas graag zien. Om vervolgens lekker naar Ibiza te gaan met vrouw en drie kinderen. Kort na Ibiza begint Bas aan een nieuwe reis, naar een onbekende plek.
Wat een held. Wat een legende. Wat een baas. Zo ziek zijn en dan dit op poten krijgen. Van A tot Z en nog verder geregeld. Dan ben je een grote. Echt een hele grote.
Tijdens mijn laatste omhelzing met Bas fluisterde ik in zijn oor dat hij een voorbeeld voor me is. Als collega en als mens. En dat meende ik. Bas hoorde dat ik het meende en gaf me een kus, ergens tussen mijn wang en mijn oor. Noem het wat je wil, maar ik wenste op dat moment nergens anders te zijn dan in de omhelzing met die legende. Bas is baas en ik wens hem een mooie reis. We zien elkaar vast nog een keertje ergens.
Tja, dat krijg je  als je op een christelijke school gezeten hebt, dan geloof je dat je ergens heen gaat wanneer je niet meer op aarde te bewonderen bent. Dat krijg je er ook niet meer uit en dat is goed zo. Heb je meteen weer iemand om nijdig op te zijn als er ellende gebeurt.

Leed is een onderdeel van het leven. Leed is goed, want het vormt een mens. Leed leert een mens waarderen wat hij of zij heeft. Je kan blijven hangen in het leed, maar dan vergeet je de kleine dingen in het leven die zo leuk zijn: een keertje opschakelen met de motor, het kleine hobbeltje op het fietspad in het Vondelpark wat de dames in de zomerjurkjes een klein ‘zetje’ geeft, een bommetje in het zwembad, een fijn stukje muziek.
Het zijn persoonlijke dingen natuurlijk.
Het woord leed eindigt op een D en niet heel veel verder in het alfabet zit de letter F. Als we de D van het woord ‘leed’ vervangen door de letter die ietsje later komt, dan krijgen we iets bijzonders: eerst ‘leed.’ Dan ‘leef.’ Ik ga hier niet meneer Hazes Junior lopen quoten, maar ergens klopt het wel.

En misschien heet deze blog daarom wel ‘Keesgeniet.’ Want blijven hangen in leed is kut, om het even plat te zeggen. Genieten. Van elke dag dat je gezond op je benen kan staan. Dat je uit je ogen kan kijken naar wat de wereld brengt. Dat je benen kunnen uitvoeren wat je hersens je ingeven.

En uiteraard is het niet verboden om realistisch te genieten, waarbij je let op de centen, bepaalde regels, normen, waarden en respect voor een ander. Realistisch genieten is ook genieten. En dat begin ik steeds beter te kunnen. Het zal komen door tien jaar ervaring als 21-jarige.