dinsdag 11 februari 2014

Sell me this pen

Afgelopen zondag ben ik naar de bioscoop geweest. Ik ben niet zo’n bioscoopganger, maar de film ‘The Wolf of Wallstreet’ heeft al een tijdje mijn interesse. Afgelopen zondag, na een zeer teleurstellende wedstrijd van Ajax, had ik absoluut geen zin in Studio Sport en ook van het avondprogramma op televisie werd ik niet vrolijk. ‘Moordvrouw’ werd weer uitgezonden en daar heb ik in totaal vijf minuten van gezien. Wendy van Dijk is absoluut leuke beeldvulling, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat ze alleen in een programma mag acteren, wat zondagavond prime-time wordt uitgezonden, omdat ze met Erland Galjaard gaat. Inderdaad, de baas van RTL, wat op zondagavond ‘Moordvrouw’ uitzendt. Op RTL 4.

Ik had mezelf, zoals dat bijna hoort, keurig netjes op Facebook ingecheckt bij JT Den Bosch en heb daar met heel veel plezier naar de ‘fucks (en andere scheldwoorden, love it),’ cokesnuivende beurshandelaren, decadente jachten, auto’s en huizen en de bezetenheid van Leonardo DiCaprio als Jordan Belfort. Ik wil niet te veel spoilen, want hij zal nog wel enkele weekjes in de bioscoop te zien zijn. Gaat dat zien, gaat dat zien zou ik zeggen. Een trailer van de film vind je in ieder geval hier!.

Voor de duidelijkheid, JT Den Bosch, dus ik was lekker in het zuiden. Maandag was ik ook nog vrij en aangezien de kans op mooi weer een klein beetje aanwezig was, ben ik daar op maandag ook gebleven. Helaas, de kans was inderdaad klein, dus de motor bleef tot verdriet in de schuur staan. Maandag was mijn zus even bij ons en die had mijn check-in op Facebook gezien. Haar vraag was, met wie ik naar de bioscoop was geweest. “Alleen,” zei ik, een haal van mijn peuk nemend. “Alleen?” herhaalde ze mijn antwoord. Ja, inderdaad. Alleen. “Hoe ga je alleen naar de bios?”

Nou, die vraag is simpel te beantwoorden. Je stapt na het eten in de auto, rijdt naar Den Bosch, zoekt een parkeerplekje vlakbij de bios, betaalt een goeie 10 euro parkeergeld (het lijken wel Amsterdamse tarieven daar), betaalt een zelfde bedrag voor een filmkaartje, bestelt een flesje frisdrank naar keuze – in mijn geval cassis-, gaat in de zaal zitten, wacht tot de bioscoopreclame voorbij is en kijkt naar de film, tot de aftiteling begint. De rokers onder ons maken ongetwijfeld van de pauze in de film gebruik om buiten even een nicotineshot te scoren, maar that’s it.

Dat is een heel simpel antwoord, maar ik begreep direct de achterliggende gedachte van de vraag van mijn zus. Want alleen naar de bioscoop is ongebruikelijk. Naar de bioscoop ga je minstens met zijn tweeën, desnoods met een groep. Maar omdat de vrijgezelle vriendengroep uitdunt en omdat het nogal een impulsieve actie was om naar de bioscoop te ‘willen’ bleef dus de optie ‘alleen’ over. Zoals ik ook vaak genoeg alleen ben, wanneer ik in Amsterdam besluit een film in de PlayStation te trappen. Dat is het punt dus niet.

Misschien maakte mijn zus zich zorgen. En ik weet eigenlijk niet waarom. Waarom ik geen meisje mee naar de bioscoop gevraagd heb? Ten eerste vind ik dat zelf niet handig, want als ik naar de film ga, dan wil ik op de eerste plaats die film heel graag zien en dan wil ik halverwege niet gestoord worden met een vraag op fluisterende toon ‘waar de film ook alweer over gaat’ en ‘wie die gozer uit het begin nou was en waarom we hem nu niet meer zien.’ Geen zin in. Op de tweede plaats is een bioscoop niet bepaald een goede manier om iemand te leren kennen en dat heeft te maken met de eerste reden. Je praat niet veel tijdens een film en als dat toch wel gebeurt, dan is dat zeker niet van mijn kant en wordt de andere partij vriendelijk verzocht om zijn of haar waffel even dicht te houden, zodat ik wél de film fatsoenlijk kan volgen.

Er is nog een derde reden en dat is misschien wel één van de meest schrijnende. Want wanneer ik, als vrijgezelle man, vraag aan een andere vrijgezelle dame of ze mee naar de bioscoop gaat, wat mee gaat drinken of wat dan ook, wat samen gebeurt, dan is er vaak een afwijzend antwoord. En dat ligt dan volgens het antwoord niet zo zeer aan mij, maar aan het feit dat ze niet weten wat ze met zo’n vraag moeten. In het verleden is namelijk gebleken dat mannen dezelfde vraag stellen om snel te scoren en daar waren ze niet zo van gediend. En daar kan ik me wel iets bij voorstellen, dat dat niet fijn is. Het lijkt me namelijk bijzonder lastig om een film te volgen, terwijl je een hijgende gozer in je nek hebt, met zijn hand in je broek, terwijl jij ook gewoon netjes de film wil volgen. Volledig terecht en logisch dus, de reden van afwijzing. Maar dan heeft niet iedereen bovenstaand verhaal goed gelezen. Want wanneer ik vraag of iemand mee naar de film gaat of iets mee gaat drinken of wat dan ook, dan ga ik daarvoor. Snel scoren doe ik sinds mijn eenentwintigste niet meer en aangezien ik zelf richting de achtentwintig ga, kunt u zelf het rekensommetje doen.

Maar ik heb me wel vermaakt hoor, zondag. Want het was zoals gezegd een uitstekende film, met prima spel van de cast (voor zover ik daar verstand van heb, maar ik vind Leonardo DiCaprio een goeie acteur en sinds afgelopen zondag Margot Robbie een lekker wijf), een goed verhaal en lekker veel ‘fucks,’ ‘dicks,’ ‘cocksuckers’ en ‘motherfuckers.’ Als je je dan bedenkt dat je na de film nog peuken moet gaan halen en weet dat Borrelcafé Jij en Ik op loopafstand is van de bioscoop, dan kan helemaal de avond niet meer stuk.


dinsdag 4 februari 2014

Januari

Met het begin van de maand februari zit de maand januari er alweer op. Hoe staat het met de goede voornemens? Al afkickverschijnselen van het roken? Al halverwege die 10 kilo, die je op 31 december nog af wilde vallen? Al meer in beweging gekomen? Al lief geweest voor je mannetje of je vrouwtje? Voor de singles: al iets gevonden (of beter gezegd: tegenkomen, zoeken is totaal a-relaxed)? Drank gebruik al afgekapt? Of juist toegenomen?

Het zijn zomaar wat goede voornemens die je op social media voorbij ziet komen, in de kroeg hoort tijdens de Oudjaarsnacht (of voor een aanzienlijk aantal van mijn lezers: op de werkvloer cq bus) of tijdens de altijd gezellige lekker-met-zijn-allen-samen-zijn-pokke-Kerst. Mijn afgelopen Kerst was trouwens zo vreselijk niet. Ik kwam er namelijk op Eerste Kerstdag al achter dat de Top 2000 op Radio 2 was begonnen. Oud en Nieuw was helemaal prima, ik was vrij. En dronken. En toch heb ik mezelf al gelijk bezig gehouden met een goed voornemen wat ik eigenlijk niet had: zo dronken als een tor een maatje naar Bommel fietsen (heen en terug toch een goeie 8 kilometer, in dronken toestand 13).

Ik heb ze niet uitgesproken, mijn goede voornemens. Maar ik had er wel een paar en ik moet eerlijk bekennen dat ik mezelf er opvallend hou. Ik neem u even mee.

1.       Meer sporten. Daar heb ik me absoluut aan gehouden, maar nog niet zoveel als ik gewild had. Maar als ze in de tweede week van januari je verstandskies trekken waardoor je een week ziektewet mag genieten, is het niet echt je-van-het. Maar goed. In de overige drie weken van januari keurig netjes 2 keer per week ‘thuis aan de gang,’ daarbij creatief zijnd met dumbelltjes en de meubels die ik in mijn compacte woonkamertje heb staan. Ik zou goud geld verdienen, als ik in de jaren ’80 een ‘doe het zelf, kom met je dikke reet uit die stoel’ fitness video op de markt had gebracht. Ik kom hier later nog op (puntje 5), maar als ik sport probeer ik dat qua voeding ook bij te houden. Niet omdat ik een Vin Diesel figuur wil, niet omdat ik per sé sterker wil worden, maar het sporten/voeding zorgt er voor dat ik me goed voel. En mezelf goed voelen, dat is wat ik het liefste heb. Trouwens, na een uurtje thuis aan de gang, barst ik van de honger en dan is het verstandiger om een bak Danone naar binnen te rossen, dan een zak Cheese Union paprika chips. Daar is je adem ook een stuk blijer mee.
2.       Sparen. Ook daar heb ik me absoluut aan gehouden en daar ben ik allejezus trots op. Oké, het kan allemaal nog wel veel beter, maar ik klaag niet. Aangezien ik hier en daar wat af te lossen had en heb en nog geen topsalaris geniet, vind ik het netjes van mezelf om te zeggen dat ik het allemaal prima redt. Met een auto. Met een motor. Met een (huur)huisje in Amsterdam West. Niet ontevreden.
3.       Opleiding afmaken. Bloggen over mijn werk doe ik nog steeds niet, ondanks wat schokkende blogjes in januari die het wel aantrekkelijk hebben gemaakt. Maar op een lekker wijf in de kroeg stap ik ook niet af, als ik weet dat dat een hopeloze missie wordt. Maar de opleiding die ik begin 2013 ben gestart nadert zijn einde. In maart hoop ik goed nieuws te hebben. Iets met witte rook.
4.       Iets met roken. Tja. Dat is toch een tricky onderwerp. Wat me al opgevallen is (altijd positief blijven), is dat wanneer ik in Nieuwaal bij mijn ouders ben, dat de greep naar het pakje sigaretten toch een stuk minder is dan wanneer ik in Amsterdam ben. Bij mijn ouders wordt sinds het hartinfarct van mijn vader niet meer binnen gerookt en daar heb ik meer dan vrede mee. Als je in de winter naar buiten moet om een peuk te roken, dan rook je een stuk minder (Van een pakje op een gemiddelde zondag met Eredivisie naar een peuk of vier, vijf over de hele dag gezien, daar ben ik best trots op).
5.       Gezonder eten. Aan het einde van het vorige jaar was ik er al mee begonnen: meer op mijn voeding letten. En ontbijten. Of daar een poging toe doen. Ik ben er achter gekomen dat je geen drie sneeën bruin brood naar binnen hoeft te werken als je dat totaal niet voor mekaar krijgt. Aardbeien yoghurt met crusli werkt. Prima. Bruin brood is sowieso iets wat ik veel meer eet, in plaats van de witte bolletjes waar ik zo gek op ben. Waar voorheen de week, qua avondeten uit Mac-BK-Shoarma-Toko bestond, daar maak ik steeds vaker een pasta’tje thuis, waar ik twee keer van kan eten. Als je voor jezelf moet koken, kook je altijd te veel. Maar niet alleen een pasta’tje gaat er in, maar een boerenkoolstampotje (met worst, jaja) staat vaak op het menu in huize Termeer. Die krijg ik dan mee van thuis, want aardappelen koken… Man, ik moet er niet aan denken.

Tandjes. Zit ik toch aan vijf goede voornemens, waar ik mezelf tot tevredenheid van mezelf best aan heb gehouden. Perfect is het allemaal niet, maar ik sta er niet onaardig voor. In februari ga ik er mee verder en misschien breid ik wel wat dingen uit. Misschien een keertje meer of zwaarder sporten. Of het aantal peuken op een Nieuwaalse zondag nog verder terugschroeven. Misschien dat ik dan ooit, maar dan heel erg ooit, de asbakken wel van de tafel in Amsterdam kan halen.


Februari is begonnen. Nog een kleine 4 weken, dan kan de jas weer aan. De sjaal weer om. Jeronimus wordt voor 3 dagen mijn thuis. En, maar daar wil ik nog niet aan denken eigenlijk, na die 3 dagen is het alweer maart. En in maart begint het voorjaar, de lente. Ik hoor in de verte George Harrison de eerst noten al spelen. Ting-ting-ting dam-dam-dam-dam…. Here comes the sun… doo-doo-doo. Het wordt een mooi jaar.