woensdag 18 mei 2022

Nog steeds een beetje mijn stad

 18 mei was een topdag. Met recht een topdag. De zon zorgde voor een warmtedeken, de zonnestralen voor een glimlach. Dat het een topdag was, lag niet alleen aan het weer, want daar zijn we gelukkig al een tijdje aan gewend.

Het was een topdag, want voor het eerst sinds de verhuizing naar Den Bosch was ik in mijn geliefde Amsterdam. Dat was sinds de verhuizing, nu een ruime maand geleden, niet meer gebeurd. De keuze voor Den Bosch was niet moeilijk, want een groot gedeelte van mijn sociale leven speelt zich hier af. De zondagen van ‘kom je even een biertje doen’ worden nu niet meer ruw verstoord door de wekelijkse rit naar het Amsterdamse, waar een nieuwe werkweek weer wachtte. Nu de thuiskomst is volbracht kunnen de biertjes op zondag weer. En als je dan een fijn balkonnetje hebt met tot een uurtje of 9 zon én warmte tot een uurtje of 11 is de keuze om naar Den Bosch te gaan een hele goeie geweest. Niet alleen daarom trouwens.

Maar als je dan met de trein van Amstel naar Centraal gaat en je ziet het Nemo schip liggen, dan beginnen toch de vlindertjes in je buik een beetje te kriebelen. Het zijn namelijk bijna 17 prachtige en dierbare jaren geweest in onze schitterende hoofdstad. 

De reden voor het bezoekje aan onze prachtige hoofdstad was een bijzondere: Vandaag was de boekpresentatie van het boek ‘Het kan ook nooit normaal,’ over het wel en wee van hoofdagent Lieke Hester. Mijn zeer gewaardeerde collega en vriendinnetje die haar belevenissen als hoofdagent op de Wallen in een prachtig mooi boek heeft geschreven. Gaat dat zien, gaat dat zien!

Glimmend van trots luisterde ik op de 4e etage van een bloedhete boekwinkel Scheltema naar de verhalen over de totstandkoming van het boek. Trots was ik op de woorden in de speech over mijn aandeel daar, net zoals ik ook trots was op de ontmoeting met schrijver Kluun. In beide gevallen wist Lieke te melden dat ik haar gepusht heb om te gaan schrijven. Veel te veel eer. Het is alsof je Frank Rijkaard de credits blijft geven over het feit dat hij Lionel Messi heeft laten debuteren bij Barcelona. Talent komt altijd bovendrijven en het talent wat Lieke heeft, is tot uiting gekomen in een schitterend boek (waar de tweede druk inmiddels van onderweg is, vet toch?).

De ontmoeting met Kluun was een prachtig element van de dag. Het Brabantse accent pikte hij er natuurlijk uit. “Boschenaar” antwoordde ik trots toen hij vroeg welk gedeelte Brabant het was. Toen we onze afkeer naar Eindhoven uitspraken (alles daar is gejat) en onze liefde voor Breda en Den Bosch bedankte ik Kluun. Want zonder Komt een vrouw bij de dokter had ik nooit weet gehad van het bestaan van de Bastille, de Surprise Bar en de Pilsvogel. Plekken waar ik in Amsterdam graag kwam. Ik heb ‘m uitgenodigd voor een avondje Reinders.

Na de presentatie was het tijd om weer huiswaarts te gaan, met een gesigneerd exemplaar mét persoonlijke boodschap in de tas. Dankjewel voor de prachtige woorden.

Het was een topdag. Die afgetrapt werd met het beste broodje van Amsterdam.

Een broodje Zeedijk.

Tot snel Amsterdam.