maandag 23 april 2018

NOOIT ERLANGS!


Amateurvoetbal. Je ziet de nieuwsberichten wel eens voorbij komen. 'Scheidsrechter gemolesteerd.' 'Amateurduel gestaakt wegens massale vechtpartij.' 'Voetbalsupporters op de vuist na afloop amateurwedstrijd.'
Het zijn de negatieve berichten die de pers halen en stellen de miljoenen andere amateurvoetballers (m/v) in een kwaad daglicht. Dat het anders kon, bleek zaterdag. Want zaterdag was het bij mijn eigen amateurcluppie een bijzondere dag.

Ik moet eerst wat uitleggen. Mijn voetbaltalenten hebben mij nooit verder gebracht dan een invalbeurtje bij het tweede elftal van de plaatselijke voetbalclub. Ondanks dat vind ik het spelletje leuk genoeg om te doen, om er naar te kijken en er flink over te discussiëren. Dat laatste is misschien nog wel het allerleukste.
Maar goed. Als je niet zo heel goed bent, dan kom je bij een elftal terecht wat in het zelfde schuitje zit. Waar het eerste elftal vol zit met begin twintigers, aangevuld met mensen die richting het einde van de dertig gaan, daar zitten bij de lagere elftallen alle leeftijden voor elkaar. In 2006, op mijn 21e, kwam ik terecht in een elftal bij een teamgenoot, waarover ik graag deze blog wil schrijven.

Deze teamgenoot, hij heeft dezelfde voornaam als ik, is in 1971 begonnen bij mijn amateurcluppie en heeft alle wedstrijden keurig netjes opgeschreven en bijgehouden. Begonnen als snelle en lange spits is hij al jaren de lange rots in de branding die meedogenloos is voor spitsen die 'erlangs' willen. Gemeen? Nooit. Te laat? Soms. Want Kees is inmiddels 57 jaar.

57 jaar. En dan wekelijks actief op het voetbalveld. Alleen dat is al een reden voor een bijzondere vermelding in de blog.

Maar bij Kees is het zo ontzettend veel meer dan dat. Kees is in al zijn jaren de vriendelijkheid zelve geweest, sportief, fanatiek, betrokken, grappig, een voorbeeld voor velen en bijzonder actief voor de vereniging. Want naast het actief voetballen is hij betrokken bij de indeling van de lagere elftallen, hij traint de lagere elftallen elke dinsdag, hij helpt daar waar kan en zelfs nog veel meer. Sinds dat ik bij Kees in het elftal ben komen voetballen, in september 2006, baal ik er iedere keer van als ik niet kan voetballen. Er wil bij mij nog wel eens een blessure of een lastige planner op het werk roet in het eten gooien. Afzeggen doe ik sowieso niet graag, laat staan bij iemand die de bulten op zijn rug regelt om een elftal zaterdags paraat te krijgen.
Kees is een legende, die geliefd is bij clubmensen, (voormalig) teamgenoten en tegenstanders. Zijn inzet met schoenmaat 49 is bekend en berucht, maar gemeen zal het nooit worden.

Afgelopen zaterdag was het een bijzondere dag bij ons amateurcluppie. Want Kees, die dus alle wedstrijden bij had gehouden vanaf het begin, speelde zijn duizendste wedstrijd. Duizend. 1.000. Zoveel wedstrijden dus. 1.000. Bijna niet voor te stellen.
Ik voelde me dermate bijzonder dat ik mee 'mocht' doen tijdens de duizendste wedstrijd van Kees, dat ik mezelf de vrijdag ervoor in de Gamerse feesttent in heb gehouden voor wat betreft het alcoholgeweld. Ik heb de zaterdag mijn hamstringblessure even gelaten voor wat 'ie was, want afzeggen was bij deze wedstrijd geen optie.
Ik had voor de wedstrijd lichte zenuwen, iets wat ik normaal nooit heb. Normaal kom ik, al dan niet met een beste kater, een halfuur voor de aftrap de kleedkamer ingerold, kleed me om, loop 4x heen en weer als warmingup en ga dan zien wat er van komt. Dat was afgelopen wel anders.

En als je in een vijfde elftal speelt, dan is de aandacht niet al te grandioos. Wekelijks zijn er voldoende kaarten te krijgen voor een plekje langs de lijn bij het vijfde elftal. Logisch ook, want het voetbal wordt allemaal wat minder.
Ook dat was afgelopen zaterdag wel anders. Er was een heuse lunch voorafgaand aan de wedstrijd, vakkundig in elkaar gezet door de organisatie. Er waren genodigden, het elftal was meer dan compleet en met mooie speeches en beelden hadden we een gedegen voorbereiding op de wedstrijd. Zelfs de clubfotograaf, die normaal gesproken fraaie plaatjes schiet bij het eerste elftal, was aanwezig. Niet alleen tijdens de lunch en de speeches, maar waar hij normaal bij het eerste elftal de wedstrijdfoto's maakt, zat hij nu bij het vijfde langs de lijn.

Met een vol terras, een wel erg warm zonnetje (joh), begonnen we aan de wedstrijd waarover ik helaas kort kan zijn. 0-0 en er was niet veel aan. Hier en daar een kansje gemist en het werd al snel duidelijk waar komende dinsdag op getraind moet gaan worden: afwerken op goal. Want ik kreeg het voor mekaar om een bal van vijf meter, die perfect aangegeven werd, recht op de keeper af te koppen in plaats van een hoekje uit te kiezen. Een gewonnen wedstrijd is toch een stuk leuker, al was het feest er achteraf niet minder om. Als mijn hamstring het toelaat, dan ben ik er zaterdag weer bij om de gemiste kansen (vorige week miste ik een kans, niet normaal) hopelijk goed te maken.

Met mooie woorden van de voorzitter én van de tegenstander sloten we een mooie voetbalzaterdag af, die zijn vervolg kreeg in de Gamerse feesttent. De voorzitter had contact gehad met de KNVB en er werd vanuit de KNVB gezegd dat Kees pas de vijfde voetballer in Nederland was, die het voor elkaar gekregen had om de 1.000 vol te maken. Vijf. Slechts vijf. Op al die miljoenen amateurvoetballers die wekelijks op de Nederlandse velden ten strijde trekken voor een goed resultaat. Sjaak Swart schijnt er trouwens bij te horen.
De Engelsen hebben daar een prachtig woord voor: Legend. Absolute Legend.

Kees, mocht je dit lezen, het was een eer om bij je 1.000e wedstrijd aanwezig te mogen zijn. Al was dat bij al die andere die we samen gespeeld hebben en die we nóg gaan spelen ook altijd al zo. Het hoogtepunt was uiteraard het kampioenschap met het vierde in 2007, maar ik moet je bekennen dat het voor mij ook al een hoogtepunt is als ik een spits de 1 tegen 1 met jou zien doen. Elke wedstrijd weer. Ik hoop dat je genoten heb, ouwe schuppert ;-)



woensdag 18 april 2018

Lekker weertje mevrouw


Eindelijk. Het is eindelijk mooi weer. Hoewel de maand mei nog moet beginnen, was ik het even schijtbeu, die kutwinter. Ik heb mezelf voorgenomen om volgende winter mijn winterdip te gaan killen op een plek waar de zon schijnt en waar het minimaal 25 graden is.

Ik schrijf niet over mijn werk, dat weten jullie, maar ik heb wel een hele fijne chef. Het was gistermiddag, rond vier uur, toen ik de weersvoorspellingen checkte. ‘Morgen 25 graden met volop zon’ las ik en toen leek het me wel een mooi moment om vrij te regelen. Een snel telefoontje naar de chef, die zeiden dat er genoeg mensen waren, dus vrij regelen was makkelijker dan een kans voor open doel maken. (Hoewel…)
En dus zat ik vanmorgen rond half 12 in de auto richting het zonnige zuiden en het zwembad wat daar in de tuin ligt. Mensen die de foto’s zien op mijn social media kanalen vragen zich regelmatig af of ik daar een vakantieadres heb of hoe dat zit.
Dat zit vrij simpel. Mijn ouders hebben een zwembad in de tuin.
Nu kan ik het wel heel moeilijk gaan vertellen, maar laten we het vooral simpel houden. Het was lekker weer vandaag en de komende tijd gaat daar als het goed is niks aan veranderen.
Om het nog simpeler te maken: ik hoef vanuit Amsterdam niet altijd m’n hele hebben en houwen mee te sjouwen, omdat daar voldoende spul ligt. Een oplader voor de Almachtige iPhone, handdoeken, schone kleren, een zwembroek, noem het maar op. Het enige wat ik mee hoefde te nemen was mijn goede humeur en de JBL speaker, die ik mezelf onlangs voor mijn verjaardag cadeau had gedaan en de oorzaak is van het feit dat mijn buurman al twee keer heeft aangebeld om te vragen of de muziek een stukje zachter mocht. Welcome in Amsterdam, son.

Overigens, over die zwembroek. Die is inmiddels tien jaar oud. Dus als deze blog gepost en gedeeld is, ga ik als de wiedeweerga naar Zalando om een kek, nieuwe broekske te fixen. Komt goed allemaal mensen.

En dan ligt de bups weer bij dat heerlijke bad. M’n zus met twee kids. En dan m’n andere zus met ook twee kids. Vaders en moeders erbij. De neefjes en nichtjes zijn even dol op elkaar als ik op een fricandel speciaal, dus dat zit helemaal goed. De jongste, Juul van bijna 2, kreeg het vanmiddag voor mekaar om iedereen het zwembad in te krijgen, zonder dat ze er zelf in ging om vervolgens iedereen heel laf uit te gaan lopen lachen. Er zijn duidelijk geen baby’s verwisseld in het ziekenhuis toen ze geboren werd. Mooie streken.
Een voorzichtig Malibu’tje werd gedronken om het seizoen te openen. Omdat er nog gereden moest worden is het bij die ene, overigens heerlijke Malibu-cola gebleven. Noem het een wijvendrankje, maar ik vind het spul fantastisch.
Gereden werd er, eventjes naar de supermarkt. Ik was eventjes vergeten hoe snel het met de peuken ging, op het moment dat je daar in de volle zon in het zwembad ligt te genieten van de zon en van de muziek. Bij de supermarkt stond er bij de afdeling tabak 1 iemand voor me en ik hoorde het volgende gesprek tussen de caissière en de mevrouw die voor me stond:

M:  ‘En, kunde ’t een bietje volhouwen?’
C:  ‘Ja, nou, t was al wel warm hoor vanmorgen.’
M: ‘Ja, ’t is heel d’n dag hendig heet gewiest’
C: ‘Ik moet tot 6 uur werken, dus misschien krijg ik d’r nog wat van mee’
M: ‘Nou, doe maar rustig aan hoor, ’t is al werrum zat’
C: ‘Doe ik hoor! Dank je wel’

Een bijzonder gesprek, zo op de eerste dag dat het eindelijk lekker weer is. Meteen mensen die beginnen te zeiken over het weer, de temperatuur en of het ze allemaal wel trekken. Het zou mij vrij weinig kunnen schelen als is het dit weer tussen Oud en Nieuw en Kerst, met een piek omhoog in de maanden juli en augustus.  De zwoele avonden komen er weer aan, de feestjes, de laffe saxofoontjes in Bloemendaal, het enorme zuipen en vreten dat de zomer met zich meebrengt, de gebronsde huid, het olie erop. Het kan mij niet lang genoeg duren, dat heerlijke weer.

De dag werd afgesloten met een verrukkelijke pan macaroni gemaakt door m’n oudste zus. Het leverde een terecht applaus op van alle aanwezigen die ervan hebben mogen smullen. Het is een wonder dat ik het postuur heb wat ik heb, want normaal gesproken zou je zeggen dat de kilo’s eraan vliegen. Wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen, aldus Bassie en Adriaan.
Inmiddels zit ik weer in Amsterdam en ruik ik de barbecue geuren mijn huiskamertje binnen trekken vanuit het park. Dat ruikt uitstekend. Of het net zo lekker smaakt als de macaroni die m’n zus vandaag gemaakt had, is nog maar de vraag. Johnny Cash zingt zijn Folsom Prison Blues en ik kan eigenlijk niet wachten tot het weekend is. Nog maar 1 dagje werken.

maandag 2 april 2018

Als ze me missen, ben ik vissen


Als je door een willekeurige stad in Nederland rijdt, zie je mensen. En als het dan wat mooier weer is, dan zie je heel veel mensen. En daar is niks mis mee. Het mooie weer komt er weer aan, zaterdag schijnt voor het eerst de 20 graden aangetikt te worden, dus de terrassen gaan weer gevuld worden met hen die van de zon genieten. Groot gelijk.
Als je al die mensen op straat ziet, dan vallen je een paar dingen op. Mensen lachen, mensen praten. En mensen hebben aandacht voor hun scherm. Het scherm van een telefoon, het scherm van een iPad of soortgelijk voorwerp. Fietsend door de stad maken de mensen de meest bizarre manoeuvres, terwijl ze naar dat scherm staren. Eén hand aan het stuur, alsof de verkeersveiligheid minder belangrijk is van diegene die een bericht wacht.

Goed, ik ga geen blog schrijven over de verkeersveiligheid en ondanks dat er serieuze ongelukken gebeuren met ‘scherm starende’ fietsers in de hoofdrol, lijken er weinig mensen te beseffen dat het beter is dat je eventjes wacht met terugsturen tot je veilig op je plek van bestemming bent aangekomen. Dat ga ik niet doen. Want dan kun je net zo goed tegen een cornervlag aan praten.

De cocktail ‘internet,’ ‘mobiele telefoons’ en ‘social media’ zorgen ervoor dat mensen naar hun scherm blijven staren. Mensen die hun scherm als ‘leven’ beschouwen, raken makkelijk de weg kwijt.

Soms kom ik wel eens langs MTV gezapt en als dan het programma Catfish op MTV is, dan blijf ik altijd eventjes plakken. En mijn mond valt iedere keer over hoe dom of naïef iemand kan zijn.

Voor de mensen die het programma Catfish niet kennen: Catfish wordt gepresenteerd door een jongeman Nev, die via een datingsite ‘de liefde van zijn leven’ tegen leek te komen. Deze internetliefde bleek echter niet te zijn wie diegene zei dat ‘ie was en werd Nev gecatfished. Hij maakte een documentaire over zijn zoektocht naar zijn internetliefde en de film werd een groot succes. Zo’n groot succes dat MTV er een programma over wilde maken. De verhalen, vergelijkbaar met Nev, werden stuk voor stuk behandeld en mensen die een fakeprofiel aangemaakt hebben werden gepakt.

Ik vind het een partij gruwelijk droevig als je een zogenaamd fakeprofiel aanmaakt, op social media of een datingsite en daarmee anderen voor de gek houdt. Terwijl je jezelf ermee voor de gek houdt. Dat je foto’s gaat lopen jatten van internet, dat je personages creëert, dat is kansloos.
Dat op de eerste plaats.

Maar op de tweede plaats, kom eventjes op zeg. Catfish wordt opgenomen in Amerika en Amerika is een kapot groot land, dus ik kan me voorstellen dat het lastig wordt om elkaar face to face te ontmoeten als de ene in San Diego woont en de andere in Houston.
Maar serieus, er komen mensen voor in het tv-programma Catfish die dus 3 jaar een relatie zeggen te hebben met iemand die ze online ontmoet hebben en nog nooit in het echt hebben gezien. Hoe stom, dom, naïef en stompzinnig kun je zijn door te denken dat je dan alles onder controle hebt? Lekker heel de dag foto’s binnen krijgen en appen met iemand die je nog nooit hebt gezien, niet weet hoe diegene ruikt, kust, voelt. Ik vind de slachtoffers bijna nog droeviger dan degene die het fakeprofiel aanmaakt. Helemaal omdat je verliefd wordt op een profiel, waarvan je de echtheid niet kan controleren.

En dan gaat het niet alleen maar om fakeprofielen, waarbij de persoon totaal iemand anders blijkt te zijn. Maar voor het gemak worden ook wel eens diverse zaken vergeten te vermelden. Zoals kinderen. Een huwelijk. Een crackverslaving. Een bondage-fantasie.

Nederland is wat dat betreft een stuk kleiner. Zoals de meeste van jullie weten heb ik Tinder wel eens gebruikt en als er dan een match was, een leuke chat, dan moest het niet te lang duren voordat er een ontmoeting plaats ging vinden. Een ontmoeting is de enige manier om erachter te komen of degene is wie dat degene zegt wie die is. Je kan wel leuk snapchatten, appen en foto’s sturen naar elkaar, maar het lijkt me dat verliefd worden op een echt persoon een stuk leuker is dan dat je verliefd wordt op je scherm, omdat daar de goede foto’s en teksten op verschijnen.

Maar goed. Ik heb ooit wel eens gezegd dat ik Amerika een heerlijk en gek land vind. Met shows als Catfish blijkt wel weer hoe gek sommige Amerikanen zijn. Best zielig eigenlijk.