maandag 6 mei 2019

Kathedraal


Sinds het halen van mijn motorrijbewijs en het aanschaffen van mijn eigen motor had ik 1 groot bucketlist-item: rijden op een circuit. En met het herhaaldelijk bezoeken van de Dutch TT op het circuit in Assen, werd me duidelijk welk circuit dat moest gaan worden. Research op internet gedaan, kwam elke keer niet uit, het is stiekem toch best een eind.
Tot op 30 april 2019 alle puzzelstukjes op zijn plek vielen. Racen op de Kathedraal van de motorsport.

Want motormaatje/naamgenootje had iets gezien, dat was niet heel prijzig én hij kon een karretje lenen van de buurman waar twee motoren op konden. Dat karretje was niet onbelangrijk, want de vier keer dat ik naar Assen ben gereden op de motor, leverde een behoorlijk houten reet op. Kun je nagaan dat je er vanuit Zaltbommel naartoe moet knallen, 5 sessies racen op het circuit en daarna nog eventjes vrolijk tweehonderd kilometertjes terug op dat ding. Een karretje dus en voor de circuitliefhebbers: regelen zo’n ding, want het is echt raadzaam.

Wat ook raadzaam is, en waar ik heel blij mee ben dat we dat gedaan hebben, is een overnachting boeken en de dag ervoor wegrijden. Zo reden wij op 29 april richting een overnachtingsplek vlakbij het circuit, de Bonte Wever. Daar slaap je voor een tientje of 6, betaal je voor 3 biertjes en een schaal kaas en worst nog geen tientje en zit op vijf minuten rijden van het circuit. Ook is de parkeerplaats beveiligd, dus als er iemand ongepaste interesse heeft in de motoren die op de kar staan, dan wordt hij door een potige Drent keurig erop geattendeerd dat dat niet de bedoeling is.

Enfin, uitgerust en met een keurig ontbijtje achter de kiezen vertrokken we op 30 april naar het circuit, alwaar we toegang hadden tot de plek waar op MotoGP en Superbike dagen alleen de VIPS en teamleden van de racerij toegang hebben. Onze auto met het karretje stond dus op de plaats waar normaal gesproken de vrachtwagens van de Yamaha’s van Valentino Rossi en Maverick Vinales staan. Of die van Ducati, Honda of Suzuki. Nu stonden wij er met onze combinaties, want naamgenootje z’n buurman was er ook bij en die had een vriend meegenomen. En niet alleen een vriend, maar ook een BBQ met aardig wat vlees. Waar normaal gesproken Rossi zichzelf opfrist voor weer een ronde over het circuit, zaten wij lekker hamburgers en worsten te vreten van de BBQ. Weer eens wat anders.
Vanuit onze parkeerplaats hadden we vrij toegang tot de pitstraat, die weer in verbinding staat met het lange rechte stuk nabij start/finish. Alleen dat leverde al een paar keurige filmpjes op en de oordoppen werden voor het gemak eventjes uitgelaten. Elke man uit mijn familie wordt doof, dus dan kan je maar beter van je gehoor genieten zodra het nog kan.
Na het parkeren volgde het inschrijven, waar je een envelop kreeg met je startnummer en een tijdtracker. Dat moest je vervolgens op je motor plakken. Ik kreeg startnummer twee veertien en daarin is toeval natuurlijk hartstikke logisch. Na de veiligheidsbriefing werden de groepen bekend en volgens het schema mochten naamgenootje en ik om 10.00 uur de baan op voor de eerste van vijf sessies. Elke sessie duurde twintig minuten. Er werd bij de veiligheidsbriefing nog gezegd om sowieso de eerste twee ronden te gebruiken om de banden op te warmen, want voor je het weet lig je op je muil. En dan is het duur geld, want de verzekering geeft ons een dikke fuck you op het moment dat we op onze snufferd hadden gegaan. Dat is gelukkig ook niet gebeurd.

Wat er wel gebeurd is, is dat we een bizarre dag hebben gehad. Man, man, man, wat is Assen een geweldig circuit om voor het eerst op te rijden. Twee lange rechte stukken, een gemene knik naar links, een Ramshoek waar je in sessie 5 met 160 doorheen blaast en inhaalacties die je op een gemiddelde dijk een zooitje middelvingers oplevert waar je scheel van wordt.
Assen is een circuit waar grote mannen als Rossi en Marquez uit de huidige tijd als winnaar over de streep kwamen en waar Nederlands trots Jack Middelburg in 1980 als laatste Nederlander een wedstrijd won in de koningsklasse van de motorsport. Het is geen wonder dat Rossi het zijn favoriete circuit noemt op de kalender, het circuit waar hij zijn 100e GP-zege boekte en in 2013 een einde maakte aan twee jaar zonder GP zege wegens de Ducati ellende.

Nu is het niet zo dat ik mezelf aan Rossi gespiegeld heb qua niveau. Maar zeker wel qua plezier. Want wat is het fijn om die baan te berijden. De pitstraat uit, meteen de Haarbocht en de Ossenbroek in naar rechts, om vervolgens via de lastige Strubben het eerste rechte stuk op te duiken, waar snelheden werden bereikt van 200 plus. Daarna hard remmen voor de eerste chicane, die uitmondde in een lange bocht naar links. Vervolgens werd het weer gooien naar rechts op de Stekkenwal (met een hele sexy verkanting), bij de Bult weer gooien naar links om vervolgens via Duikersloot, Hoge Heide (waar je je motor bij genoeg zelfvertrouwen echt doorheen kan donderen) bij de Ramshoek uit te komen, waar de snelheden per ronde omhoog gaan. Dan is de laatste bocht van het circuit 1 van de lastigste: In de Geert Timmer-bocht is menig titanengevecht gestreden, maar de haakse chicane is 1 van de iconen in de sport. Hard aanremmen vanuit de Ramshoek, op het juiste moment naar rechts en dan in eens omgooien naar links en dan vol het gas erop voor het rechte stuk bij start/finish.

Wat ik al zei, een fenomenaal circuit en een bucketlist-item voor iedere motorliefhebber. Om er eens geweest te zijn óf om er een keer zelf overheen geblazen te zijn. Het is dat het (vrij) prijzig is en dat Assen niet op de plek van pakweg Utrecht ligt, anders had er een nieuwe hobby/verslaving geboren geweest.
Het mooie van alles is, is dat er een tastbare herinnering is gekomen aan deze prachtige circuitdag. Wij hadden namelijk een pakket waarbij er foto’s werden gemaakt die enkele dagen later gratis in de mailbox werden gedropt. Kost normaal drie tientjes. Voor degenen die ze nog niet gezien hebben, kijk even op mijn Instagrampagina. Zoek op ‘keesgeniet’ en je kan dan vanzelf een paar foto’s zien van hoe het op het circuit eraan toe gaat.

Als laatste nog een woord van dank aan naamgenoot, die alles helemaal de moeder heeft geregeld. Dat heb je goed gedaan, mag je volgend jaar weer doen. #lekkergewerktpik