woensdag 31 december 2014

2014.

In Amsterdam West zijn de vuurwerkknallen te horen. De vuurwerkdampen te ruiken.  De radio laat de Top 2000 horen en waar de nummers kleiner worden, worden de hits groter. Ik heb recent al over het radio-evenement van het jaar geschreven, dus dat ga ik niet al te uitgebreid doen.
Vuurwerk en de Top 2000 luiden het einde van een kalenderjaar in. Nederland zal massaal weer voor tig miljoen vuurwerk de lucht in knallen, oliebollen naar binnen stampen, met champagne, bier en wijn klinken op een nieuw jaar ‘waarin alles anders wordt,’ en zal zich vol overgave in de Nieuwjaarsnacht storten, met het ene na het andere Nieuwjaarsfeestje.

Het einde van het jaar betekent, zoals als altijd, voor mijn trouwe volgers love you girls and guys dat er weer een nieuw Eindejaarsoverzicht op keesgeniet.blogspot.com te lezen is. Meestal een uitgebreid overzicht van hoe ik het jaar beleefd heb, met gekke fratsen en waar uitgebreid in wordt gegaan op de dingen die ik beleef heb.

Dat ga ik dit jaar anders doen.

Want natuurlijk kan ik schrijven over de Carnaval, die de boeken in ging als de beste aller tijden. De talloze motortochtjes die ik heb gedaan in Nederland, met vaste en met wisselende motormaatjes. De ellende met de Fiat Stilo, die in april begon en op het moment van schrijven nog steeds niet opgelost wordt. De hele leuke stapavonden in Den Bosch en Amsterdam. De zomer, die leuk was en waarin lekker veel ijsthee werd gedronken, maar niet de topzomer was, die de zomer van 2013 wel was. De neefjes en het nichtje, die groei- grappig- en familietechnisch weer een dijk van een jaar achter de rug hebben. Het eerste elftal van GVV’63, dat zich middels een hete nacompetitiemiddag in Dordrecht handhaafde in de Tweede Klasse van het zaterdagamateurvoetbal. De serieuze poging om te gaan stoppen met roken, waarbij er een tussenstop werd ingelast dat er alleen op het werk en bij stapavondjes (inclusief avondjes De Mop) gerookt ging worden en ik hierdoor geen 10 pakjes per week, maar ‘slechts’ twee á drie pakjes per week er door heen paf. Het prachtige WK, dat in zijn volledigheid dankzij mijn supercollega’s, onder de carport kon worden bekeken. De muzikale porno met de Thé Lau en the Scéne, Joe Bonamassa en de Rolling Stones op Pinkpop, waar ik live bij was. De vriendschappen die in 2014 ontstonden of een nieuwe boost kregen en waar ik heel blij mee ben. Dat ik in 2014 van werkplek ben gewisseld en met heel veel plezier op mijn nieuwe werkplek (in Amsterdam nog steeds lieve mensen) werkzaam ben. Dat deze blog mijn 22e blog van 2014 wordt en dat ik door blijf gaan met bloggen, zodra ik maar wat te zeiken, te bejubelen of in het algemeen wat te melden heb. Dat Blonde Honing nog steeds ‘under construction’ is en ik nog steeds geen puf heb gevonden om het hele verhaal opnieuw door te lezen en de ervaring die ik als blogger heb opgedaan los te laten op het in 2011 begonnen manuscript.

Nee, dat ga ik dus niet doen.

Net als ik niet uitgebreid in ga op de verschrikkelijkheden met betrekking tot de MH17 ramp en de terughoudende Nederlandse regering. Of de gruwelijkheden van IS. Of de verschrikking van het dodelijke Ebola virus. Het immens grote gezeik over zwarte Piet. De Monstertruck, die het publiek in reed. Het vermiste vliegtuig MH 370. De piemel van Songfestivalwinnares Conchita Würst.  De feilloos verlopen NSS Top in Den Haag, waarbij een groot gedeelte van de wereldleiders aanwezig was, met in het stralende middelpunt Obama, The Beast en talloze Black Hawks die in Amsterdam op het Museumplein landden. De berichtgeving rondom Michael Schumacher, die het hele jaar in coma gelegen heeft en, mocht hij bijkomen, bijzonder uitgerust moet zijn. De werkelijk fantastische sportprestaties, die Nederlandse sporters en teams hebben geleverd in 2014. De rel bij VI Oranje tussen René van der Gijp en Johan Derksen. Het gaswinproces in het noorden van Nederland. De toyboy en de leverworst van Onno Hoes. De hilarische filmpjes over Willy en Max van Lucky TV. De vrijlating van moordenaar Volkert van der Graaf. De Deurnse juweliers, die twee overvallers doodschoten en er voorlopig mee weg lijken te komen. De vermissing van twee Nederlandse meisjes in Panama wat doe je daar in vredesnaam?. De vernedering van Ajax in de bekerfinale tegen PEC Zwolle (‘Helemaal niets in Amsterdam’ ging niet op, want een week later werd in Almelo het vierde kampioenschap op rij gevierd).  De zege van Real Madrid in de Champions League, Europese Supercup én het WK voor clubs. Wereldkampioen Duitsland. Een stelletje proleten die ‘minder, minder, minder’ gaat staan roepen, omdat Geert Wilders een vraag stelt. De pijpvideo, de chantage en de diefstal van Dave Roelvink. De onrust in de Amerikaanse stad Ferugson, waar een ongewapende, donkere jongen werd doodgeschoten door de politie, die zich als een olievlek over het land uitspreidde met twee vermoorde New Yorkse politieagenten als in en intriest dieptepunt.

Nee, daar ga ik allemaal niet te uitgebreid op in. Met dank aan Nu.nl en Nos.nl heb ik de nieuwsberichten weer teruggehaald, maar ik laat het bij een korte benoeming van de voor mij opvallendste nieuwsberichten van 2014. In 2014 is me een aantal dingen opgevallen, waar ik het één en ander van heb gevonden.

Als je auto kapot is, reis je met de trein. Helaas is Nederland een land waar je niet het hele jaar door met je motor op pad kan en dan helemaal niet met zo’n heerlijke buikschuiver als wat ik heb. Andere motorrijders zullen nu wel gaan beweren dat ik mijn kut moet gaan scheren of een echte man moet worden, maar sorry jongens. Ik ga niet in weer en wind op pad, in duisternis om doornat aan te komen op een plek waar je moet zijn. Dat verrek ik en daar heb ik dus een auto voor. Aangezien ik niet de beste auto heb, die je je maar kunt bedenken (understatement) en die in 2014 kapot ging, heb ik in 2014 een tijdje gebruik moeten maken van het openbaar vervoer.
Ik heb er over geschreven (de blog heet ‘Vroeger… was alles beter’), maar wanneer je met het openbaar vervoer van A naar B reist soms via C, maar dat is dan helaas niet anders dan valt het pas op hoeveel mensen, die met jou gebruik maken van het openbaar vervoer, met hun telefoon bezig zijn. De smartfone neemt ons leven over, voor zover dat niet gebeurd is. Mensen appen, tweeten, facebooken, tinderen, telegraven, streamen een eind weg, dat is bij het openbaar vervoer het beste waar te nemen. Werkelijk waar zit iedereen met zo’n ding, dat het gewoon opvalt als mensen ‘ouderwets’ met de krant gaan zitten of, nog ouderwetser, met elkaar gaan zitten praten.
Het gebruik van de smartfone. Het gebeurt niet alleen in het openbaar vervoer, maar ook als je met een groepje vrienden in de kroeg of in een restaurant zit… telefoons op tafel. Ik ben hierin niet Roomser dan de Paus (ik hou mijn handjes wél gewoon thuis bij kleine kinderen), maar het valt me wel op. Het normale contact lijkt puur te verlopen via de smartfone, met appjes, met filmpjes, met tags op Facebook, met groepsapps waardoor andere mensen zich weer buitengesloten voelen omdat ze geen deel uit maken van die groepsapp, blauwe vinkjes en noem het allemaal maar op. Ik ben benieuwd wat 2015 op dat gebied gaat brengen, maar ik vrees met grote vrezen. Het schijnt dat ze een bevruchtingsapp aan het ontwikkelen zijn, waarbij je niet meer het spel der liefde hoeft te bedrijven om jezelf te kunnen voortplanten (Goh, wat breng ik dit netjes), maar dat een app dit gaat regelen.
Dit laatste is uiteraard een grapje, al kijk ik er niet op dat er een paar geeks, in samenwerking met medische bijdehandjes, een dergelijke app aan het ontwikkelen zijn. Zodat ook lelijke mensen zich voort kunnen planten. Het is een vreemde wereld waarin men leeft.

Het is mij ook opgevallen dat we met zijn allen in Nederland behoorlijk kleinzerig zijn geworden. We kunnen nergens meer tegen. En dat bedoel ik op allerlei gebieden. Ik noemde de Zwarte Pieten discussie al. En daar ben ik letterlijk schijtziek van geworden. Oké, niet zo letterlijk, voor het geval de lezer nu kotstneigingen krijgt. Maar kom op mensen. We zijn met zijn allen een prachtig mooi volk, waarbij iedereen uniek is, met zijn eigen voorkeuren, gewoontes en gedragingen. Het gaat niet alleen om de traditie Sinterklaas (dus mét Zwarte Pieten, zoals het hoort), maar ook vanwege het feit dat wij in Nederland met zijn allen de kleine groep, die zich slachtoffer VOELT maar het naar mijn mening absoluut niet is een podium gaan geven en dat er invloedrijke mensen zich er mee gaan bemoeien om op die manier zieltjes te winnen. Ik ben daar helemaal klaar mee en het is dat ik mijn hele hebben en houden hier heb, anders had ik al lang opgepleurd hiero.
Want het lijkt alsof Nederland een tijdbom is geworden. Een tijdbom van individuen, die zich aangevallen voelt wanneer de één iets zegt. Het is schrikbarend, dat ik straks een boodschap uit moet gaan spreken, aan het einde van deze blog. Maar het is de keiharde realiteit in Nederland, dat tegenwoordig overal een addertje onder het gras zit. Dat bij elke boodschap een belediging naar bepaalde bevolkingsgroepen zit in begrepen.
Terwijl dit niet zo is. Nederland telt inmiddels 17 miljoen inwoners. 17 miljoen unieke mensen, met elke een eigen gedachte, elk een eigen mening en elk een eigen opvatting. Het mooie aan Nederland is, dat er de vrijheid is om die mening te hebben, die mening te verspreiden. De vrijheid, waar dagelijks aan gedacht wordt en waar ik blij mee ben, dat die vrijheid om wat te zeggen er is.
Het ‘durven zeggen wat je vindt’ is tegenwoordig akelig en wordt door elke kleinzerig persoon uitgelegd als discriminatie en dat vind ik een kwalijke zaak worden.

Ik wil overigens met klem benadrukken dat ik geen haat of vooroordelen heb jegens mensen die een andere mening erop na houden dan ik. Ik ben er echter wel klaar mee dat iedereen te pas en te onpas een klacht in gaat dienen bij politie of justitie, als er een andere mening wordt vertolkt en zo het begrip ‘discriminatie’ in de ruimste zin van het woord gaat beschouwen. Vrijheid is ingekaderd met wetten en regels, dat klopt. En dat is maar goed ook, anders wordt het een grote tyfusbende. Maar kom op mensen, een beetje minder op je pik getrapt kan ook hé? Of ben ik nu discriminerend richting mijn vrouwelijke lezers, omdat zij geen pik hebben? Nee toch?

Mijn advies voor iedereen in 2015 is dus ook: wees alsjeblieft niet zo kleinzerig en zo zeikerig. Neem niet alles wat iemand zegt letterlijk of persoonlijk. En maak je alsjeblieft niet zo druk om wat iedereen zegt. Zoals gezegd, we zijn met zijn 17 miljoenen. We kunnen beter een beetje op mekaar gaan letten, zodat we allemaal een prima jaar tegemoet kunnen gaan. Waarin er weinig gezeik ontstaat, omdat er iemand een andere mening op na houdt. Waarin mensen hun smartfone sneller wegstoppen en die wildvreemde tegenover zich in de trein om de krant vraagt. Dat kan leiden tot leuke gesprekken. Ik kan het me zo voorstellen.


Dat, en dat iedereen gelukkig en gezond is, is mijn grootste wens voor 2015. Laten er met zijn allen een topjaar van maken. Goede voornemens heb ik niet, dat is een jaarlijks terugkomend fenomeen. Wel wil ik zeggen dat ik op jacht ga. Op jacht naar nog meer lol en momenten om van te genieten. Want voor je het weet krijg je geen voorrang op de dijk en zit je met twee vleugels op de rug te toepen met Bart de Graaf. Want ook dat gebeurde in 2014. Bijna dan. 

vrijdag 26 december 2014

De Lijst de Lijsten

Er zijn per kalenderjaar een paar dingen waar ik altijd heel erg naar uitkijk. Carnaval is daarin de absolute nummer 1, maar ik kan ook heel erg uitkijken naar de jaarlijkse feesttent in Gameren, het begin van de lente met de daarop aansluitende zomer, leuke feestjes die komen gaan, de eerste keer met de motor naar Nijmegen. De Top 2000, die jaarlijks tussen 25 en 31 december op Radio 2 uit wordt gezonden is voor mij ook één van die dingen waar ik jaarlijks naar uitkijk.

Ik heb er wel eens over geschreven, over mijn muzieksmaak. Kort gezegd was dat ik een vrij brede muzieksmaak heb nu nog een brede rug, waarbij rock toch een lichte voorkeur geniet. Met name de oudere rock, zoals Led Zeppelin, The Doors, Rolling Stones en The Who. Daarbij hou ik ook van een vleugje house (voor de UPC leden: kanaal 604 heeft soms vrij lekkere house-muziekjes), trance, oudere hardstyle, techno, rap en de moderne dance muziek, die je met het stappen vaak hoort. Allemaal niks mis mee.
De Top 2000 is een lijst, die door de moderne bloggers van tegenwoordig bekritiseerd worden. De keuzelijst zou te beperkt zijn, met de keus uit voornamelijk jaren '70 en jaren '80 hits. En daar is niks mis mee. Dit maakt de lijst een beetje logisch. Radio 2 heeft andere luisteraars dan bijvoorbeeld Q-music. Bij de jaarlijkse Top zoveel van Q staat bijvoorbeeld 'Wonderfull days' van Charlie Lownoise en Mental Theo hoog in de lijst en wordt 'Heroes' van Bowie gevolgd door een onbekend nummer van Miley Cyrus. Ik bedoel maar. De luisteraars van Radio 2 houden van 'echte' muziek, of het nou uit de jaren '60 komt of drie weken geleden in de hitparade is gekomen.

Waarmee ik overigens niet de luisteraars en de lijst van Q Music afkraak overigens. Voor je het weet word ik als racist beschouwd, omdat ik niet van die muziek hou en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. We zijn in Nederland tegenwoordig al snel aangebrand, dus ik wil wel heel erg duidelijk vermeld hebben dat met de lijst van Q Music niks mis mee is. Het is alleen niet mijn smaak. Smaken kunnen gelukkig verschillen.

Dat gezegd hebbende, kan de lijst van Radio 2 me wel bekoren. Jaarlijks kijk ik uit naar 25 december. En dan niet omdat ik het Kerstfeest zo'n geweldig feest vind wederom een kwestie van smaak, niet gaan haten nu, maar op 25 december van elk jaar start om 12 uur 's middags de 156 uur durende Lijst de Lijsten, die de luisteraar meeneemt via een trip down memory lane, naar het nieuwe jaar. Vaak is het laatste nummer Bohemian Rhapsody van Queen, in de editie staat het fantastische 'Hotel California' van The Eagles op nummer 1. Mijn persoonlijke alltime favoriet, 'Stairway to heaven' moet het wederom doen met een derde plek dit jaar. En dat is op zich niet verkeerd. Want het Nederland elftal werd ook derde, in 2014 bij de WK voetbal in Brazilië en werd prompt sportploeg van het jaar, leverde de coach én de sportman van 2014. Dat, terwijl er zo ontzettend veel Olympische en Wereldkampioenen in aanmerking kwamen voor de genoemde titels.

Niet afglijden nu, aan een overzicht van 2014 ga ik komende week beginnen. Ik zal de komende week toch genoeg achter de laptop verblijven. Met een stukje worst of een zak chips en een lekker drankje bij de televisie of de radio. Want wat de Top 2000 als nadeel heeft, is dat je er zo verdomde weinig van slaapt. De muziek tijdens de Lijst der Lijsten is te goed om voor te gaan slapen. Ik begin altijd helemaal kapot aan een nieuw kalenderjaar. Ik blijf er te lang voor zitten en voor je het weet is het 5 uur 's ochtends. Als dan om 12 uur de wekker gaat, dan doet het steeds meer pijn, helemaal als je richting de 30 gaat.


Gelukkig bekijk ik de dingen vaak vanuit het positieve. Je hebt immers ná de Top 2000 een heel jaar om uit te rusten voor de nieuwe editie. :) 

maandag 24 november 2014

En je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij, maar ik geloof, ik geloof, ik geloof...

Een week geleden. Mijn zus was in Amsterdam, bij haar schoonzus. Ze had mijn kleine grote held meegenomen en de schoonzus zou oppassen op mijn grote held. Mijn zus had mij gevraagd om haar voor mijn middagdienst even af te zetten bij het Concertgebouw, omdat ze daar een afspraak had. Geen enkel probleem.
Net gedouched, gaat om half één 's middags bij mij de bel. Zo vaak gaat bij mij de bel niet, dus ik was even verbaasd. 'Zou m'n zus al bij mij voor de deur staan?' Het was in mijn beleving een logische gedachte. Enthousiast loop ik de trap af, met nog gelloze haren en ik doe de deur open. In plaats van mijn zus te zien, zie ik een man en een vrouw, ik gokte ze op halverwege de 40. De man in een zwart pak (zo 1 waar ze in Nieuwaal zondags mee naar de kerk gaan), de vrouw in een niet veel kleurrijker geval en een verschrikkelijk kapsel. De man stelde zich netjes voor als Erik en hij wilde met mij in gesprek over het geloof. Ik heb verteld dat ik niet geloof, dat dat ook niet ging gebeuren en dat ik haast had, omdat er gewerkt moest worden en ik mijn zus op moest halen. Beetje kort door de bocht, maar als je om kwart voor één met je zus (ha-ha) hebt afgesproken, dan kan je niet eerst de beste man uit gaan leggen waarom je niet gelooft. Gelukkig snapte het door mij al snel tot refo gekwalificeerde duo de boodschap en bleven ze niet verder aan de deur zeuren. Het is wel de eerste aanleg geweest tot het schrijven van deze blog.

Ik ben niet gelovig opgevoed door mijn ouders, ondanks dat ik geboren en opgegroeid ben in dorpen waar een hoog 'zwarte kousengehalte' is gevestigd. Ik heb op een christelijke school gezeten (het was de enige in het dorp), maar dat heb ik nooit als storend ervaren. Ik heb het ervaren als een losse manier van lesgeven, waarbij er Psalmen gezongen werden, er aan het begin en eind van de dag gebeden werd op een vrij losse manier (waarbij meester Van Duinen altijd stiekem tussendoor stond te kijken naar de 'afvalligen' die onder dit 'gesprek met God zaten te klieren) en waar er verhalen voor werden gelezen uit de Bijbel. Dat laatste vond ik meer een spannend iets, dan ik er daadwerkelijk een diepzinnige boodschap uit haalde. Zoals gezegd heb ik de christelijke school nooit als vervelend of hersenspoelend ervaren. Men vond het daar ook niet vervelend dat ik op zondag in de Arena zat in plaats van in de kerk. De christelijke school heeft er wel voor gezorgd dat ik geloof dat er iets is, wanneer je dood gaat. Een soort van plek waar je je geliefden ziet, waar het gezellig is, waar gelachen wordt. Zoiets.

Maar het geloof in een liefdevolle God, die het beste voorheeft met de mensheid die hij gecreëerd zou hebben, sorry voor de christelijke mensen onder ons, maar daar geloof ik niet meer in. Dat is iets persoonlijks, door verschillende gebeurtenissen in het verleden en heden, waardoor ik niet meer in die liefdevolle God geloof. Die God die de wereld in zes dagen gemaakt zou hebben, de mensen uit het paradijs zou hebben geweerd, zijn zoon op de wereld had gezet om alle zonden van de mensen te dragen. Nee, daar geloof ik niet meer in.

Dood gaan, dat hoort bij het leven. Op een gegeven moment zegt het lichaam 'nee' en houdt het voor gezien. Maar het is een eigenschap van de mens, dat je van iemand gaat houden naarmate je die persoon leert kennen en op die manier dierbaar wordt. En het is ook menselijk eigen dat je dierbare mensen eigenlijk helemaal niet wilt verliezen. Of dat die dierbaren ziek worden. Of dat die dierbaren op andere manieren slechte dingen meemaken.

Dat is bij mij in de afgelopen jaren al te veel gebeurd.

Dat begon eind 2003, toen mijn neef en goede vriend dodelijk verongelukte met de auto. Hij was 29, liet een vrouw, een zoontje, een vader, moeder, broer, zus, ooms, tantes, neven, nichten en heel veel vrienden achter. Een geliefd persoon, die sinds die vijfde december 2003 elke dag ontzettend gemist wordt.  

Het was het begin van een periode waarin het voor mijn dierbaren kort gezegd gewoon kut was. Kut ja. Dat is het goede woord. Gewoon kut. Mijn oom, de vader van mijn verongelukte neef, werd ziek. ALS. Toen er nog geen icebucketchallengebijdehanddoenerij was. Een boom van een man. Sarcasme ten top. Prachtvent. De broer van mijn moeder. Opgevreten door de ALS.
Iris werd ziek. En dat is ze nog steeds. Zo'n klein rotding in haar hoofd. 3 zware operaties achter de rug. En ze is vorige maand pas 11 jaar geworden. Gelukkig onder controle en wat is Iris een ontzettend tof, lief en grappig kind, maar hoe het geweest was als dat ding er niet geweest was... We zullen het nooit weten.
Een broer van mijn vader overleed aan een hartinfarct. Zomaar. Weg. Boem.
Mijn moeder werd ziek en heeft die strijd gelukkig gewonnen. Mijn moeder is schoon en daar zijn we allemaal ongelooflijk blij mee. Ook omdat mijn moeder er zo ontzettend nuchter mee omging.
Komende week wordt het de week dat het 11 jaar geleden is dat mijn neef verongelukt is. Om in dezelfde kutstemming te blijven, heeft zijn moeder vandaag te horen gekregen dat ze dodelijke longkanker heeft. Godverdomme.

Wie het nu nog over die God (Allah, Boedha, Zeus of hoe ze allemaal mogen heten) heeft en vertelt dat ze het allemaal goed bedoelen en dat er een boodschap mee wordt verteld, die trap ik uit frustratie in mekaar. Jezus zou, hangende aan het kruis, hebben geroepen waarom zijn God hem had verlaten. Dus zelfs zijn eigen zoon twijfelde al. En dat is volgens een oud boek, met spannende verhalen, al een tijdje van kracht.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de ellende die het geloof heeft aangericht in de wereld, met hun oorlogen, geweld, moorden en noem het allemaal maar op. Er zijn mensen die de meest vreselijke dingen gedaan hebben en nog steeds doen, uit naam van een god en op grond van een boek. Daar kan ik dus écht niet bij. En nee, niet meteen aan de extreme moslims gaan denken, die uit naam van IS gruweldaden verrichten. Want de zogenaamde Kruistochten in de middeleeuwen verafschuw ik ook.

Deze blog heet Keesgeniet. Zoals ik ook op Twitter en Instagram onder die naam te vinden ben. Keesgeniet is niet zomaar afgeleid van feesten, genieten, zuipen, motor rijden, voetballen, terrasjes pakken, op vrijdagavond naar de Mop of al die andere dingen die ik heel graag doe en waar ik oprecht van kan genieten. De naam van deze blog is afgeleid aan de ellende die de afgelopen jaren mijn dierbaren hebben gekend. Het is in ieder geval niet zomaar een naam. Het is nu ook niet dat ik met deze blog aan wil geven wat voor zielige en heftige dingen mijn dierbaren en ik hebben meegemaakt. Sterker nog, ik heb al heel lang een blog over het geloof in mijn hoofd. Soms moet je even wachten tot de puzzelstukjes op de juiste plaats vallen, zodat je de dingen op kan schrijven zoals je ze op wil schrijven.

Ik wil afsluiten met de uitspraak waarin ik wél geloof. En die uitspraak is Carpre Diem. Laat me. Laat me. Laat me mijn eigen gang maar gaan.

zaterdag 4 oktober 2014

1.600 woorden. 3 landen.

Soms, heel soms, stel ik me voor hoe het zou zijn geweest om op te groeien en te leven in een ander land. Ik heb een aantal favoriete landen waar ik dat best zou willen. Van die landen heb ik een top drie gemaakt. Voor dat ik die ga delen met jullie, deel ik alvast mede dat ik slechts één land van die top drie heb bezocht in de 28 jaren dat ik nu op de Nederlandse aardkloot rondloop. Van de landen die ik bezocht heb, helaas allemaal binnen Europa, vallen Spanje en Portugal als een baksteen af. Spanje en Portugal zijn prima vakantieoorden, omdat je daar gegarandeerd tien dagen zon in je vakantie hebt. En het is zo ver vliegen nog niet, maar voor de rest. Buiten de vakantieplekken om zou ik never nooit Spanjaard of Portugees willen zijn. Maar dat komt waarschijnlijk vooral omdat ik een pestpleurishekel heb aan Spaanse en Portugese voetballers, met hun gezeur om gele kaarten, hun theatraal geval en hun gezeik op het veld. Leuk, dat Zuid Europese temperament, maar ik moet het niet. Duitsland valt wat dat betreft honderd keer mee. Duitsland heeft echter de top drie niet gehaald.
Op zich is het best gek, want behalve mijn nummer drie, heb ik een beeld van de andere twee landen wat vooral gebaseerd is op media. Verhalen via internet, programma’s op televisie, sportwedstrijden en, daar is hij, de film. Jullie kunnen jezelf dus wel voorstellen dat het beeld wat ik schets of wat ik van een bepaald land heb verre van compleet en geheel geromantiseerd is. No hate please.

Op nummer drie vinden we namelijk Engeland. Ja, daar ben ik toevallig dan weer wel eens geweest. Ik hou van de Engelse mentaliteit, die vooral door veel humor en sarcasme een prettige manier vinden om de saaiheid te doorbreken. In Amsterdam, waar ik regelmatig in aanraking kom met Engelse toeristen, is het wat dat betreft ook mijn favoriete nationaliteit om tegen te komen. Engeland is qua weer te vergelijken met Nederland, misschien is het weer in Nederland wel beter. Maar Engeland heeft prachtige landschappen die er om smeken om vernederd te worden met een snelle motor. Daarnaast is London echt een prachtig mooie stad, waar vijf dagen echt te weinig zijn om de stad te verkennen. Immens groot, net zo groot als de provincie Utrecht, waar 10 miljoen mensen wonen. Dat zijn on-Nederlandse proporties. Ondanks mijn gebrek aan verre reizen zag ik wel dat ik in de twee grootste Europese steden ben geweest, want voordat ik in de zomer van 2013 London voor een paar daagjes aandeed, was ik in 2009 een paar dagen in Berlijn. En die stad is ook vet. Maar London wint. Net als in 1945.
Engeland biedt natuurlijk meer dan leuke en grappige mensen, een prettig landschap, het vieze, vette, smerige en gore eten like, ik had in Engeland zeker wat kilootjes zwaarder geweest dan nu en dat is geen straf en een creatieve taal. Uiteindelijk ben en blijf ik toch die voetbalsupporter en laten we wel wezen: ondanks dat het nationale team van Engeland dankzij alle buitenlandse spelers in de Premier League geen fuck meer voorstelt, blijft de Engelse Premier League de mooiste competitie die er is, met de sfeervolle tribunes, de vliegende tackles en de prachtige doelpunten. Zondagavond rond de klok van half 12 gaat altijd de tv naar de BBC, waar de samenvattingen van de Engelse Premier League worden uitgezonden. Vaste prik, belangrijker dan zondagavond 19:00 uur.
Laatste puntje waarom Engeland de top drie gehaald heeft: muziek. De Rolling Stones, Lep Zeppelin, David Bowie, The Beatles (al vind ik John Lennon een hippie, toch is ‘Imagine’ een wereldplaat met een aantal mooie boodschappen in het nummer), Oasis, Blur, Underworld, The Chemical Brothers,  Pink Floyd, The Police, The Who, Genesis, Lily Allen (stiekem heb ik echt een onbegrijpelijke maar hele grote crush op haar), The Cure, Amy Winehouse, Adele, de lijst is te groot om op te noemen. Oké, U2 is zoals Iers als St. Patricks Day, maar toch stiekem… Wicked.
Oh ja. Engeland is het land van Bond. James Bond. En James Bond is cool. End of. Oh ja. Guilty plessure blijft Geordie Shore. Maar dat houden we ons, oké?

Op nummer twee  Italië. Italië? En jij bent voetballiefhebber? Het Italiaanse voetbal staat toch voor saai, bloedeloos resultaatvoetbal? Eens. Italië is qua voetbal niet echt het land waar ik warm van word. Waar ik wel warm van word, zijn de vrouwen op de Italiaanse tribunes die de cameramensen altijd gretig weet te vinden. Oké, ook in Amsterdam kom ik wel eens in aanraking met Italiaanse vrouwelijke toeristen die het zien en het ruiken absoluut niet waard zijn, maar goed.
Maar Italië. Allereerst het eten. Want er gaat namelijk geen week voorbij dat ik geen spaghetti, lasagne, pizza of andere vorm van pasta als avondeten geniet. Of alle genoemde gerechten. Ik ben ernstig dol op Italiaans voer en weet ook regelmatig de pot Spagaroni in de supermarkt te vinden. Of mijn weg naar de Italiaan op thuisbezorgd.nl. Ik ben nog nooit in Italië geweest, maar het schijnt dat het Italiaanse eten wat er in Nederland te verkrijgen is in de verste verte niet smaakt naar het voer wat mensen in Milaan, Florence, Rome,  Napels of Palermo voorgeschoteld krijgen. Dat belooft nog wat.
Daarnaast is Italië het land van de maffia, waar dankzij The Godfather (prachtige muziek, prachtige landschappen, doodziek verhaal) mijn interesse ligt. Niet bovenmatig of zo, maar het boeit me wel een klein beetje. Maffioso in films zijn goed gekleed, met mooie strakke maatpakken. En daar schijnen ze in Italië ook wel een handje van te hebben, van mooie en strakke kleding.
Italië heeft bovendien een schit-ter-ende taal. Prachtige woorden, ook met het gehate Zuid Europese temperament. Maar dat zangerige in de klank van de Italiaanse taal. Splendissimo.
Nog drie redenen voor Italië. Max Biaggi. Valentino Rossi. Marco Simoncelli. Helden op het circuit. Op twee wielen. Per sempre Super Sic.

And now. On to the main event. Ladies and Gentlemen. Let’s get ready to rumbleeeeeee. Juist. Nummer 1 zijn de Verenigde Staten. Big, bigger, biggest. Dat is in mijn beleving Amerika. Ja, de correcte benaming is het niet, maar Amerika bekt net even lekkerder. Waarom Amerika op nummer 1 staat? Heb je even? Naamgenoot/motormaatje/jeweettoch weet dat ik een tic heb voor hoge gebouwen en in mijn beleving kan je dan niet beter terecht in The Land of Opportunities. New York, Los Angeles, Chicago, Dallas. Het zijn zomaar vier steden waar The Sky letterlijk the limit is. Een middelmatige stad staat vol met gebouwen waar de Zuidas voor in zijn broek poept. Prachtig.
Muziektechnisch staat Amerika ook hoog. Jimi Hendrix. Jim Morrison. Kurt Cobain. Bruce Springsteen. James Hetfield. Lenny Kravitz. Elvis Presley.  Als ik de lijst verde ga maken, dan zijn jullie over drie dagen deze blog nog aan het lezen en ik moet zeggen dat ik hem al aan de lange kant begin te vinden. Zeker weten doe ik het niet, maar goeie, classic rock is overal in Amerika te vinden. Op kleine radiostationnetjes die je op de radio tegenkomt. In van die klassieke bars (one Budweiser please), die je vooral in slechte Steven Seagal films tegenkomt. In diners (openingsscene Pulp Fiction any of you fucking pricks move…), waar je smerig, vies maar oh zo lekker schijnt te kunnen eten. Rock is trouwens niet de enige Amerikaanse muziek die ik kan waarderen. Wat te denken van Jay Z (en zijn fantastische eega), Dr. Dre, Public Enemy (End of Watch), Jennifer Lopez, Madonna, Micheal Jackson…
Amerika heeft films waar je U tegen zegt. Amerika heeft series waar je U tegen zegt. Amerika heeft gadgets waar je U tegen zegt. Als men denkt: “Hey, die Iphone past net niet meer in onze broekzak” dan maken ze een Iphone waarvan ze zeker weten dat ie zeker niet in je broekzak past. Games zijn briljant (GTA V is niet uit mijn Playstation te slaan).
Nee, in Amerika zou ik het best trekken. In Los Angeles zou ik best het leven willen leiden wat ik nu leid. Zelfde baan you feel lucky, punk?, seizoenskaartje van de Lakers, zelfde hobby’s (motor rijden door West Amerika, ik ken de verhalen en het is nog steeds een droom), zelfde familie, zelfde vrienden. Maar dan in Californische zon. Zonder die kut Stilo. Maar met een Chevrolet Camaro voor de deur. En een Harley. Dat poetswerk, daar zou ik zelfs vrolijk van kunnen worden. Harder than you think. Maximaal.

Maar, eerlijk is eerlijk. Die top drie ziet er best fraai uit. Maar ik ben niet ontevreden in Nederland. Helemaal ontevreden zelfs. De top drie heeft namelijk geen Oeteldonk, geen GVV’63, geen Yamaha R6 in de schuur al zou dat de eerste aankoop in Italië zijn, geen Amsterdamse gezelligheid. En helemaal geen Iris, Rens en Siem. Want dat zijn helden, waar ik niet zonder zou kunnen. Net als hun vaders en moeders en hun opa’s en oma’s trouwens. Ik zit hier best.


Even nog dit. En ik vind het vreselijk dat ik dit er bij moet tikken. Maar het is nodig. Want waar ik in Nederland wel ontzettend de schijtbalen (dat schijnt Amsterdams te zijn), is dat wij steeds kleinzeriger worden in allerlei dingen. Goed, ik heb nu drie landen genoemd waarin ik best op zou willen groeien en zou willen leven. Dan heb ik ruim 200 landen niet genoemd. Amerika, Italië en Engeland zijn landen waar ik een prettig gevoel bij heb. Dat wil niet zeggen dat ik een hekel heb aan de andere ruim 200 landen die er bestaan. Het is puur een mening gebaseerd op mijn persoonlijke ikke. Dit maakt mij geen racist. Ik wil het maar even gezegd hebben.

vrijdag 1 augustus 2014

Doe's gek. Doe's een rondje Markermeer.

Zwitserland ging niet door. Geen auto met trekhaak gevonden, om de kar met de motoren te trekken. En geloof me, 1000 kilometer op een Yamaha R6 naar Zwitserland is ook niet best.  Met het weer van de eerste week moet ik ook eerlijk bekennen dat ik liever op mijn rug bij het zwembad lag, dan met een warm motorpak door de Zwitserse bergen op een Yamaha R6. Begrijp me niet verkeerd, motorrijden is 100 procent doodziek en ook het gezelschap kan vele malen slechter, maar toch. De warmte bracht een andere voorkeur met zich mee dan in eerste instantie gepland.

Gereden heb ik evengoed. Naast een hele fijne rit van Zaltbommel naar Nijmegen en over Arnhem terug, ging ik er afgelopen woensdag alleen op uit. De dijk naar Nijmegen kende ik, die bij Leerdam en Kerdichem, via Vianen naar de Betuwe ook. Tijd voor wat anders.
Ik was en ben nog steeds bekend met het Amsterdamse, ook in Amsterdam Noord weet ik de weg prima te vinden. En laat nou naast Amsterdam Noord het dorpje Durgerdam liggen, het dorpje wat de weg opent naar één van de mooiste motorrondjes die men maar kan rijden: het rondje Markermeer ik vond het volledige Rondje Ijsselmeer íets aan de lange kant….
Om 11:00 uur startte ik met een volle tank vanaf de Zuiderzeeweg in Amsterdam, om via Durgerdam het mooie Noord Hollandse waterschap in de duiken. Via de dijken uiteraard.
En ik wist niet wat ik meemaakte. De dijken en overige wegen bestonden uit perfect asfalt, met hier en daar een heerlijk bochtje. Het meest bijzondere was, dat er amper een korrel grind of andere vorm van ellende in de bochten lag. Dat is op de dijk tussen Tiel en Nijmegen wel anders. Ik krijg daar behoorlijk het idee dat buurtbewoners en/of fietsers met opzet ’s morgens een kar grind in de bochten uitrijden, omdat ze de motorrijders zat zijn. De laatste drie ritten tussen Tiel en Nijmegen heb ik hoofdschuddend op de motor gezeten, omdat het een kwestie van tijd is voordat er een motorrijder daar gigantisch op zijn plaat gaat. Als het al niet gebeurd is.

Terug naar Noord Holland. De weg tussen Marken en Monnickendam. Godverdomme, wat een geil stuk asfalt ligt daar. Bochten waar je dorst van krijgt. Asfalt, strak als een voetbalveld in een Engels stadion. Geen flitspalen. Duidelijk overzicht of er geflitst wordt. Weinig verkeer. Wel een doorgetrokken streep. En daar heb ik normaal gesproken respect voor. Maar woensdag even niet. Ik kom namelijk lang niet elke dag op de weg tussen Marken en Monnickendam en vond het zonde om achter een lesauto te blijven plakken met een jeukende rechterpols. Het ging allemaal goed overigens en zelfs de inzittenden in de lesauto leken begrip te hebben voor mijn inhaalactie.

Het plan was om een visje te gaan halen in Volendam, maar ik had mijn slot niet bij me. Dus heb ik er voor gekozen om in het centrum van Hoorn bij de Oude Waegh een broodje te nuttigen. Met de motor in het zicht. Na deze korte lunch (ik hou niet van stoppen onderweg, helemaal sinds ik ben gestopt met roken), ging de weg verder naar Enkhuizen.

Weer ging er een wereld voor me open. Wat een dijk, wat een heerlijke dijk. Weinig verkeer. Heerlijk asfalt. Lekker breed. Goed overzicht. Geen teringzooi in de bochten. Geen enkel minpunt voor wat betreft de dijk tussen Hoorn en Enkhuizen. Oké, die politiebus die een stuk van een kilometer of vijf voor me reed en die ik maar niet in heb gehaald was een minpuntje, maar vooruit: je kan niet alles hebben.

Nadat ik bij Enkhuizen de dijk richting Lelystad op was gegaan, ben ik nog een keertje gestopt om foto’s te maken. Lekker de toerist uithangen in eigen land, omdat het kan. Na Enkhuizen wordt vrijwel rechtuit, zonder noemenswaardige bochten. En gewoon hard dus. En krijg je een bocht van noemenswaardig niveau, dan ligt er weer zo’n teringdrempel in de weg. Wel een fraaie omgeving, met allemaal water om je heen en de bootjes die op het water dobberen en zeilen. Een bijzonder fraai gezicht. Uiteindelijk ben ik na Almere richting Arnhem en Nijmegen gereden, om via een gebruikelijke manier over de dijk een topdag motorrijden af te sluiten. Een tocht met bochten en rechte stukken en een tocht  waar je weinig tegen kwam tot drukke pleintjes in mooie Noord Hollandse plaatsjes. Een tocht waarbij je in sommige gevallen rustiger moet rijden, zodat je alles goed in je op kan nemen. Want er is genoeg te zien. Het onbekende blijft de mens toch trekken, mij in ieder geval wel.


Eén van de mooiste dingen die me trouwens is opgevallen is, dat welgeteld één fietser van middelbare leeftijd handgebaren naar me maakte dat ik zachter moest gaan rijden of minder geluid moest maken. Eentje slechts, op talloze fietsers die ik tegen ben gekomen. Wanneer we naar Nijmegen gaan, dan lijkt het net alsof mensen op de dijk gaan fietsen met als enig doel om middelvingers of andere enge gebaren naar motorrijders te maken. Van dat ouwe kansloze ga-met-je-dikke-kut-achter-de-geraniums-zitten-chagrijnen-als-je-verder-toch-geen-fuck-te-doen-hebt volk. Bah.

donderdag 26 juni 2014

El Pistolero

Wat hij heeft gedaan, dat valt niet goed te praten. En dat het voor de derde keer is, dat hij zoiets gedaan heeft, dat is stommer dan stom. Vandaag deed de FIFA uitspraak over het incident, wat op 24 juni 2014 tijdens de wedstrijd Uruguay – Italië plaats heeft gevonden. De straf is 9 officiële wedstrijden van Uruguay en 4 maanden uitsluiting van elke activiteit in de voetbalsport. Geen wedstrijden, geen trainingen, helemaal niks. We zien Luis Suarez pas terug, ergens rond eind oktober.

Luis Suarez, uit Montevideo, Uruguay. Je hebt een tyfushekel aan hem. Of je houdt zielsveel van de voetballer Luis Suarez. En ik hoor bij die tweede groep. Want ik vind Luis Suarez als voetballer fantastisch. Maar die streken hé…
Ronaldo heeft ze ook. En Van Nistelrooy en Bergkamp waren ook vreselijke klootzakken in het veld. Van Basten. Zidane. Allemaal toppers, maar allemaal met een kronkel in de kop. Geweldige voetballers, maar ook allemaal doelwit van slagers op de middenvelden en verdedigingen van de voetbalvelden.
Luis Suarez heeft die kronkel al een paar keer laten zien én voelen bij tegenstanders. Otman Bakkal was in 2010 het eerste slachtoffer, Ivanovic van Chelsea de tweede, in 2013 en op de genoemde datum in 2014 was Chiellini het slachtoffer. Ongelooflijk dom Luis, maar ik hoop dat je dat als geen ander weet. Liverpool is het kind van de rekening, zo werd het genoemd bij Studio Brasil van de NOS. ‘Luis Suarez krijgt een beroepsverbod’ zo oordeelde analist Hugo Borst. En dat is glaszuiver. 4 maanden mag hij niet spelen bij zijn club Liverpool. 4 maanden zonder de geniale voetballer Luis Suarez.
Want dat is hij. Geniaal als voetballer. ‘Gannar, gannar, gannar.’ Winnen, in simpel Hollands. Het straatvoetballertje Luis Suarez, opgepikt werd door Groningen, een jaar later voor de hoofdprijs vertrok naar Amsterdam, waar hij de aandacht kreeg van Europese topclubs. In de speeltuin, die de Eredivisie was (en nog steeds is), voor spitsen reeg hij de doelpunten aaneen en kon een transfer niet uitblijven. Luis Suarez, ik heb ooit nog eens een shirtje van hem gekocht voor mijn neefje. Maar die is inmiddels zo antivoetbal, dat het shirtje ergens keurig opgevouwen in de kast ligt.

Van Ajax naar Liverpool, in begin 2011. Het was een gemis, de individuele kwaliteit van Suarez, die net zo lang kan draaien met een bal, tot hij een vrij gaatje ziet om de bal doorheen te prikken. Vaak ging de bal tussen de palen, zo nu en dan besefte Luis dat voetbal wel degelijk een teamsport is en kreeg hij de bal bij een medespeler, die dankbaar gebruik maakte van het presenteerblaadje.  Toen de miljoenentransfer (ik dacht om en nabij de 25 miljoen euro) van Suarez naar Liverpool bekend werd, brak mijn Ajax-hart een klein beetje. Want Suarez, tja, hij paste eigenlijk totaal niet in het klassieke systeem van Ajax, Suarez belichaamde de honger van de Ajax-supporter. De honger naar die derde ster. De kampioensdroogte was er immer al zesenhalf jaar en ik gunde iedereen een kampioensschap. En van die iedereen gunde ik Luis Suarez dat kampioensschap nog het meeste. Suarez vertrok en warempel, op de legendarische 15 mei 2011 beëindigde Ajax de kampioensdroogte van zeven jaar. Ik was dolgelukkig, op die datum. Helemaal in de gloria. Toch voelde ik een klein beetje pijn. Want de leider, de aanvoerder, die was in de winterstop verkocht en maakte geen deel meer uit van het kampioenselftal. Het filmpje vanuit Liverpool, waarin Suarez in het Nederlands alle supporters van Ajax feliciteerde, maakte veel goed.

In Liverpool ging het hard met Luis. Een half jaartje wennen, met 4 goals. Het tweede jaar werd beter, ondanks wederom veel controversie, na een schorsing van 8 wedstrijden voor het discrimineren van Patrice Evra van Manchester United. De stand na 31 wedstrijden stond op 11 goals.
Het seizoen erop ging Suarez los. 23 goals in 33 wedstrijden, waarbij het seizoen in mineur afgesloten werd met het bijtincident met Ivanovic.  De eerste wedstrijden van het nieuwe seizoen moest hij nog even ‘zitten,’ om vervolgens lachend topscorer te worden van de populairste voetbalcompetitie van de wereld. Met niet misselijke goals. Suarez doet op het voetbalveld, wat iedereen denkt, maar het niet doet. Luis doet dat wel. Vanaf 40 meter op het doel jassen, terwijl hij niet echt heeft gezien waar de keeper staat. Uit on-moge-lijke hoeken op het doel gaan lopen jassen, zo ontzettend ongenadig hard.

Maar de keepers in Engeland kunnen tot oktober op hun lauweren rusten. Want de gevreesde goalgetter uit Montevideo is door de FIFA geschorst tot eind oktober. Ik vind de schorsing op zich wel terecht, maar ik vind hem ook te zwaar. Ik vind iemand 4 maanden uitsluiten van zijn beroep te zwaar, hoewel Suarez, wanneer hij geen miljoenenwaarde vertegenwoordigde, blij mag zijn dat hij geen ontslag krijgt bij zijn club. Het is een beetje van twee kanten.

Ik hoop in ieder geval dat Suarez zich gaat gedragen in de toekomst, ongeacht hoe dat gaat gebeuren. Op televisie hebben ze het over een behandeling bij een psychiater. En laat me daar nou helemaal geen verstand van hebben. Het klinkt allemaal zo zweverig. Ik hoop dat Luis sterker terugkomt dan ooit te voren en dat hij in de toekomst een kampioenstrofee omhoog mag tillen. Want dat gun ik hem ontzettend.

Ps. Hebben jullie toevallig de video gezien, van de Commissie die de schorsing van Suarez uitsprak? Jezus Christus. In Nederland hebben we politici die meer uitstraling en charisma hebben. Wat een organisatie, die hele geile FIFA. Zou dat trouwens dezelfde commissie zijn, die besloten heeft om Pepe (ook een recidivist qua wangedrag op een voetbalveld) voor maar 1 duel te schorsen na zijn kopstoot in de wedstrijd tegen Duitsland?

Twitter.com/keesgeniet

zondag 22 juni 2014

O Phenomeno

‘Die dikke.’ Zo noemde presentator Wilfred Genee hem in de late uitzending van VI Oranje op zaterdag 21 juni 2014. Het ging over het doelpunt van Miroslav Klose, die in de WK-wedstrijd zijn vijftiende goal op een eindronde van een wereldkampioenschap voetbal scoorde en dat was een evenaring van het record van Ronaldo Luiz Nazario de Lima, voetbalnaam Ronaldo.

‘Die dikke.’ Ik vond het nogal wat, uit de mond van een presentator die nooit verder is gekomen dan doelman van het schoolvoetbalelftal is geweest en in het dagelijkse leven supporter is van what’s in a fucking name Cambuur fucking Leeuwarden. Gelukkig maakte René van der Gijp, de jolige en bebrilde ‘voetbalanalyticus’ van het programma een opmerking, die het toch een klein beetje goed maakte en wat de presentator toch iets meer op zijn nummer zette. Dat Ronaldo Luiz Nazario de Lima de beste spits was, die ooit op de velden heeft rondgelopen. ‘Er staan filmpjes van die gast op YouTube, daar kom je bijna bij klaar.’ Het commentaar van Gijp was veelzeggend, met de tafelheren allemaal achter zich. De presentator eventjes op zijn nummer gezet, zoals het hoort.

Want Ronaldo Luiz Nazario de Lima, wat een voetballer was dat. Hij kwam op zijn 18e naar Nederland, naar PSV. Ajax had hem bijna gehad, maar hij was door een Braziliaanse tussenpersoon overtuigd met foto’s van Romario in een shirt van de Eindhovenaren. PSV Ronaldo, Ajax viste achter het net. Maar deed dat op zich niet verkeerd, zie daar Patrick Kluivert, die de beste Nederlandse nummer 9 is die wij als voetballiefhebber hebben gekend.
Maar het gaat over de Braziliaan Ronaldo. Nogmaals, wat een voetballer was dat. Die man had alles. Techniek. Snelheid. Koelbloedigheid. Body. Overzicht. Killer-instinct. De bal verliezen, als verdediger aan Ronaldo, in een 1 tegen 1 met de keeper, dat was hetzelfde als een eigen goal maken. Want je wist, als Ronaldo alleen op de keeper kwam, dat je met zijn alle terug kon naar de middellijn. Wat een voetballer. Wat een voetballer.

Ik zag hem ooit eens, in een koud en nat Olympisch Stadion van Amsterdam, in november 1995. On-Brazliaans weer, maar wel een fantastische goal van Ronaldo. Tussen 3 verdedigers van de Europees Kampioen in, de beste keeper ter wereld kansloos laten met een droge knal in de korte hoek. Als 9-jarig jochie besef je dat niet echt en je was het er totaal niet mee eens, want het was geen Ajacied, maar toch. Wat een voetballer.
Via PSV vertrok hij naar het FC Barcelona van Sir Bobby Robson. 34 miljoen Hollandse guldens werd er betaald en daar hebben ze geen spijt van gehad. Goal na goal. Wereldgoal na wereldgoal. De goal tegen Compostella, waar hij werkelijk 7 man zoek speelt, de keeper op het verkeerde been zet en de bal binnenschuift. Of tegen Valencia, waar hij tussen twee verdedigers een bodycheck van jewelste ontwijkt en de keeper kansloos laat met zijn rechtse binnenkant voet. Juichend weglopen, armen gespreid. Het werd in die jaren een bekend beeld. Ronaldo heeft gescoord. In het Barcelona-jaar scoorde hij 47 goals. Inter Milaan hapte toe en contracteerde O Phenomeno.
Tegen de Italiaanse slagers in de Serie A bleef hij het eerste jaar makkelijk overeind, rugnummer 10 kwam vaak in beeld. Armen gespreid. Een sukkelig drafje. Ronaldo had gescoord. Het WK in 1998 van Frankrijk werd zijn toernooi. Dat kon niet anders. De natie rustte op de jonge schouders van de superster. Hij scoorde 4 goals, waaronder de 1-0 in de halve finale tegen Nederland. De druk was enorm. Van de mondiale voetballiefhebber. Van de voetbalgekke Braziliaan. Van de sponsor. Van de FIFA, die de finale Ronaldo – Zidane vooraf in geprogrammeerd leek te hebben. Het liep anders. Ronaldo werd een dag voor de wedstrijd onwel, waarschijnlijk van de druk. In de finale was Ronaldo geen flikker waard, een dood vogeltje. Frankrijk won. En plots twijfelde de wereld.

Een twijfel die terecht leek te zijn. Want Ronaldo was Ronaldo niet meer. Blessure dit, overgewicht dat, er kwam maar geen eind aan. Een zware blessure kostte hem zijn halve tweede seizoen bij Inter, de rentree was tegen Lazio Roma in 2000. 7 minuten na zijn rentree gebeurde er iets waar de beelden nog steeds van op mijn netvlies staan. Hij zakte door dezelfde knie, bij het inzetten van een actie om zijn zoveelste verdediger te passeren. Met pijn vertrokken gezicht stortte Ronaldo ter aarde, tranen op zijn gezicht. Het gezicht van pijn, dat een pijl in het hart van elke voetballiefhebber was. Weer een zware blessure, weer een herstel. Ronaldo was afgeschreven.

Totdat het wereldkampioenschap voetbal in 2002 voor de deur stond. Ronaldo timmerde voorzichtig weer aan de deur bij Inter. En speelde daar weer. Om ritme op te doen. Want daar, in het verre Japan en Zuid-Korea moest het gebeuren. En het gebeurde. Met 8 goals was Ronaldo de ster van het toernooi en liet hij zoals zo vaak na een goal zijn ontzettend prachtige lach zien. Het weglopen met gestrekte armen had plaats gemaakt voor het rechterwijsvingertje. Met die ontzettende mooie lach. Dat rechterwijsvingertje wat we later nog zo vaak bij Real Madrid zouden zien. En heel even bij AC Milan.
Na de zoveelste blessure sloot Ronaldo het Europese boek en ging terug naar Brazilië, naar Corinthians. Het figuur was niet meer best, zoals dat ook niet in zijn laatste jaar bij Madrid was. Toen hij van zijn criticasters de bespottelijke bijnaam El Gordo (juist, de dikke) kreeg, was ik furieus. Een sportlichaam had hij zeker niet meer, maar geef die man wat krediet. Het kwaad was geschied.
Ronaldo’s immer protesterende lichaam was niet meer gezicht voor voetbal. Een betraande Ronaldo kondigde in februari 2011 zijn afscheid aan als profvoetballer. En ik huilde mee, samen met miljoenen andere voetballiefhebbers. In ons hart hadden we al lang afscheid genomen van O Phenomeno, maar als het woord ‘stoppen’ eruit komt, is het toch een klap.  

Ronaldo scoorde in 545 wedstrijden 344 doelpunten voor al zijn clubs, in alle belangrijke competities. Doe daar nog eens 62 goals in 98 wedstrijden voor de Goddelijke Kanaries, waaronder 15 goals op een eindronde van het wereldkampioenschap. O Phenomeno werd op 12 februari 2011 O Legendo. Wat een voetballer. Wat een voetballer. Fenomenaal. De beste speler, die ooit met nummer 9 op zijn rug heeft rondgelopen.

Twitter.com/keesgeniet

Met dank aan YouTube en Wikipedia.


Ps. Brazilië heeft nu Fred in de spits staan. Heb je die zijn postuur wel eens gezien? Dat is godverdomme een buitenechtelijke zoon van Peter Wisgerhof! En daar wordt niks over gezegd? Slaap lekker mensen.

donderdag 12 juni 2014

Onbetaalbaar. Maar tegen welke prijs?

Een rijbewijs van de juiste categorie: € 1.100 (indien je net als ik alle examens in 1x haalt);
Helm: AGV K3, zwart: €230 (via internet, maar eerst even passen in de winkel);
Pak: Vanaf €400 (mijnes heb ik gratis gekregen (dank je wel Markie!) en op de beurs in februari zijn ze goedkoper);
Laarzen: €70 euro;
Yamaha R6, blauw/wit, met zwarte en grijze accenten, bouwjaar 2002 met 17.500 op de teller: €3.100 (via Marktplaats, kwestie van mazzel hebben);
Per 10.000 kilometer een nieuwe voor- en achterband: €400 (Michelin Pilot Power 2CT);
Bij 40.000 op de teller kleppen stellen: €1.000;
Spanningsregelaar: €135 (inclusief zetten);
Kettingset: €225 (inclusief zetten);
Kleine beurt: €400;
Volle tank: €25;
Maandelijkse kosten aan verzekering en belasting: €25;

En dan vergeet ik vast nog een paar dingen. Motor rijden is een vrij prijzige hobby. Gevaarlijk ook, maar daar kom ik straks op terug. Maar motor rijden is in alle opzichten onbetaalbaar.

Op zondagmiddag om 1 uur bij de Esso in Zaltbommel;
Het geluid bij 8000 toeren;
Knie’tje aan de grond;
De bochten bij Ijselmonde en Kerdichem;
De snelweg op in Waardenburg;
De dijk af in Nederhemert, richting Ammerzoden;
De dijk tussen Tiel en Nijmegen;
De dijk tussen Vianen en Tiel;
De dijk tussen Nieuwaal en Brakel;
Rondje tunnels in Amsterdam (Piet Heijn, Zeeburger en Coen: brooooooaaaaaaarrrrrrp!)
De middelvingertjes op de dijk vanuit de auto;
De blik van een busje vol met Polen, met een '46' sticker op de achterbumper;
Het Westelijk Havengebied van Amsterdam op zaterdagmiddag of zondagochtend;
De vingertjes in de oren van dames van middelbare leeftijd op de fiets;
De rechterpolsjes van kleine mannetjes, die je tegen komt op de fiets, om wat extra geluid te produceren;
Overal vrij parkeren, zo ook in Bloemendaal aan Zee, de Amsterdamse Pijp of noem ’t maar op;
De tunnel bij Utrecht (broooooooooaaaaaarrrrrrrrp!);

En dat is binnenland. Het buitenland heb ik nog niet ‘gedaan,’ maar dat gaat wel gebeuren: in juli gaan naamgenootje/motormaatje/jeweetzelf een weekje crossen in Zwitserland. Naamgenootje op zijn Fazer, ik op mijn R6. De 1.000 kilometer er naar toe, toegegeven, daar zie ik als een huis tegenop. Want ik vind de afstand Nieuwaal – Amsterdam op dat ding, over de snelweg al een eind. Als het goed is gaat de Tom Tom van naamgenootje op de stand ‘snelweg uit’ en komt het alsnog goed. Na het tripje Zwitserland zijn er dromen. Dromen van de Eiffel in Duitsland, Stelvio in Italië (via Davos, volgens Top Gear dé weg om je stuurmanskunsten te perfectioneren) en Amerika. Amerika. Drie maten van me hebben de Amerikaanse Westcoast ‘gedaan’ en ik ben stiekem wel een klein beetje jaloers op ze. De hoop is dat de Stilo het een beetje normaal gaat doen, zodat er een beetje geld gespaard kan worden voor mijn droom, en dat is Amerika. Los Angeles, via Vegas naar San Francisco. Op een Harley. Want rijden in Amerika, dat doe je op een Harley.

En die Harley an sich is ook een droom. Ik weet mijn goed niet wat voor 1, maar mijn bloed gaat altijd een beetje sneller stromen als ik op mijn R6 zit en ik kom de plaatselijke Harley club tegen. Dat geluid. Die uitstraling. Een lederen gilletje, een pothelm en een zonnebril. Oh ja, en een grote snor. De motor voor de midlife-crisis.
Tot het zover is, ben ik blij met mijn Yamaha R6, van het bouwjaar 2002. En misschien, dat ik tussendoor wel eens op een BMW beland, een 1200 GS Adventure. Beest van een motor vind ik dat, helemaal wanneer je er een Akrapovic uitlaatje onder schroeft. Dromen, dat is voor altijd. Genieten, dat moeten we nu blijven doen.

En genieten, dat doe ik. 100 procent, elk moment van de dag dat ik op een motor kan zitten. Want ik weet dat het zomaar gebeurd kan zijn. Albert, mijn verongelukte maatje, is daar het meest recente voorbeeld van. En soms heb je geluk, want je bent hartstikke kwetsbaar op zo’n ding. De ene keer schiet je ketting eraf, op de snelweg (echt gebeurd), de andere keer word je over het hoofd gezien en wordt er geen voorrang aan je verleend (ook echt gebeurd).
Dat laatste, geen voorrang verlenen, was mij vanmiddag (inmiddels gisteren) bijna fataal. Op de dijk tussen Zaltbommel en Gameren, het rechte stuk, waarbij er een zijstraat van links komt, zag een auto mij over het hoofd en moest ik een beroep doen op mijn rem-en reactie vermogen om er ongeschonden uit te komen. Behalve een pijnlijke linkervoet, die in aanraking kwam met de achterbumper, ben ik er wonder boven wonder zonder enige vorm van schade uit gekomen. Ik geloof dat ik toen wel behoorlijk een engeltje op mijn schouder heb gehad. Dat Marco Simoncelli naar beneden was gekomen, om een supersport motor en haar bestuurder te bescheremen. Of het was een moment van enorm geluk. Geluk in de liefde heb ik niet, dus laten we zeggen dat het dan ergens anders maar van moet komen.

Ik sluit af met een oproep. Het is al een tijdje mooi weer en naast de korte rokjes op het terras, schieten ook de motorrijders weer als paddenstoelen uit de grond. De motorrijder houdt van gevaar, van snelheid en van vrijheid. Maar de motorrijder is zich ook bijzonder bewust van alle gevaren en kwetsbaarheden, die er op de weg kunnen gebeuren. De motorrijder houdt rekening met de overige weggebruiker, zoals die fietsers die op de dijk rijden. Het is niet oké om daar met volle pijp langs te blazen, want je weet maar nooit wat er gebeurt.
Maar lieve, lieve weggebruikers. De motorrijder let op u. Let u ook alstublieft een beetje op de motorrijder. De motorrijder heeft geen beste naam, staat bekend om zijn levensgevaarlijke capriolen. En ik geloof dat er ook motorrijders zijn, die die naam nog verder besmeuren.

Maar alstublieft, hou een beetje rekening met de motorrijder. Want het is het slechtste nieuws, wat je als ouder, als partner, als kind, als oma kan krijgen. En motor rijden, het is onbetaalbaar. Maar niet tegen elke prijs.

dinsdag 10 juni 2014

Pleased to meet you

Pinkpop. Ik was 1 van de 67.000 lucky bastards die er op zaterdag 7 juni 2014 bij was. Een datum die voor altijd een eeuwig die bijzondere lading zal hebben. Verjaardagen, dat onthoud ik altijd wel. En er zijn drie data die ook een hele bijzondere lading hadden. De lading van 7 juni 2014 is anders. Een zelfde lading als 24 mei 1995 en 15 mei 2011. Data die je voor altijd zal herinneren.

De reis ernaar toe was een onderneming. Vanaf de snelweg werd je dwars door Landgraaf heen geloodst, met daarbij een niet onaanzienlijke file tot gevolg. De auto geparkeerd op een immens weiland, een wandeling van een dik half uur naar het festivalterrein. Bij het naderen van het festivalterrein hoor ik het herkenbare geluid van The Scene’s ‘Blauw.’ Een blik op de tijd. Iets over vier. Het festivalterrein komt dichterbij.
De kaartjescontrole. De fouillering. Tuurlijk, zoals gebruikelijk de verkeerde rij fuck you, ouwe dagjesmensen die nooit ergens komen en met 36 verschillende tassen aan komen schijten. Het terrein op.

Dan. Emotie. De eerste lyric die ik hoor, op moment dat ik voet op het evenementterrein zet is de volgende.

En ik hef
Het glas op jouw gezondheid
Want jij staat niet allé-hé-één!

Kippenvel. Enorme kippenvel. Koude rillingen over mijn rug, ondanks vol in de warme bijna-zomerzon. Thé Lau, uitbehandeld door de doktoren voor keelkanker, staat in een volle, hete en emotionele tent het glas te heffen op onze gezondheid. En dan moest de dag nog beginnen.

En die dag ging verder. Festivaltechnisch ben ik redelijk ervaren, maar op de festivals die ik doorgaans bezoek, staat iedereen te klappertanden geloof me, niet van de kou en staan de doppen op ‘hard.’ Wat Pinkpop met de hardstylefestivals gemeen had, was dat je je ogen eruit kijkt. Maar daar houdt alle vergelijking verders op. Van best jong tot best wel oud. Mensen die bekers gaan lopen rapen (50 voor een muntje!), een e-norme diversiteit aan eettenten al vond ik 4 bonnen van een knaak per stuk voor een rolleke döner aan de prijzige kant, het is een paar dagen later amper terug te halen.

En muziek. God, wat een muziek. Joe Bonamassa. Ik had er nog nooit van gehoord, ik moet het eerlijk bekennen. Er schijnt een concert in de Royal Albert Hall op YouTube te staan, dat geweldig moet zijn. Ik weet niet in ieder geval na zaterdag 7 juni 2014 in ieder geval dat deze man live ontzettend goed gitaar kan speulen. Wat een klanken. Gitaarmuziek zoals gitaarmuziek bedoeld is. Op de elektrische gitaar. En dan schijnt hij ook nog onnavolgbaar op de akoestische gitaar te zijn. Joe Bonamassa. Hemels.
Met John Mayer op de achtergrond aan de vette hap en een glaasje Brand-bier, maakten we ons op voor het klapstuk van de avond. Want om 9 uur zouden ze komen. De Stones. Mick. Keith. Ron. Charlie. Plus alles wat ze meenemen, om er een fantastische show van te maken.

Om tien over negen gebeurde het. De introducerende cd ging uit, iedereen had zijn plekje opgezocht en daar stonden ze ineens: 500 meter bij ons vandaan, maar o zo dichtbij. Met Jumping Jack Flash werd afgetrapt. Klappen als een malle. Mick in topvorm op het podium. Dansen. Zingen. Lol. Jezelf helemaal kwijt zijn. Hit na hit werd over het Landgraafse weiland geblazen. Oorgasme na oorgasme. Angie werd gespeeld. Emotie. Angie is mijn ogen een ode aan elke mislukte relatie. Kippenvelnummer. En tussendoor frommelde Mick ook nog wat Nederlandse woorden erdoorheen. Het standaard ‘alles goed’ en ‘eindelijk op Pinkpop’ werd nog aangevuld met ‘deze kunnen joellie meesingen.’ Ook werd er aandacht besteed aan het kapsel van Ron. ‘Wie is je kapper? Roy Donders?’ Altijd lachen met die Mick.
Momenten van geluk waren de klappers Gimme Shelter (met prachtige assistentie van Lisa Fischer) en ‘whoo-whoo’ Sympathy for the Devil (in prachtig rood decor). Het waren nummers van ongeveer 8 minuten per stuk, waarin ik het aardse ontstegen was en mezelf bovennatuurlijk waande. Daarna dansen op Brown Sugar en toen was het ‘goedenacht Holland!’ Maar niet voor lang. Want er moest nog een herinnering op worden gehaald aan Hank ‘Californication’ Moody, met You can’t always get what you want. Iconisch. Magnefiek. Briljant. Oorgamse.

Afgesloten werd er met Satisfaction. En toen gebeurde er iets heel raars met zowel mij als met naamgenoot/motormaatje/jeweetzelf. Als debielen stonden we te springen. Als volslagen debielen. Met het gevoel in ons hoofd alsof we net de winnende goal hadden gemaakt in de WK finale. Wat een euforie. Wat een mafkezen. Maar daar zijn we naamgenoot voor.
Na Satisfaction was het klaar. Helemaal klaar. Geen Paint it black, geen The Last Time, geen Wild Horses. Maar het was goed zo. Le-gen-darisch.

De Stones. Ik had ze nog nooit live gezien en ik heb me heel goed besefd dat dit een once-in-a-lifetime-ervaring is. De mannen zijn samen 280 jaar oud, maar bewogen als vleugelvoetige Hermessen over het podium. In topvorm. Wat een concert mensen. Wat een concert. 90 euro was het kaartje. Money fucking well spend.

Bijkomend gingen we de Landgraafse nacht in. Naar de auto welteverstaan, wat een wandeling van een uur werd door de grote drukte bij het hek. Aangekomen op de snelweg ging het lichtje uit. Alle energie van die dag was vergeven. Maar wat een energie. Wat een dag. 7 juni 2014.

Uitspraak van de dag kwam overigens van Jeroen. Bij het aanrijden naar de immense parkeerplaats zagen we een dame van tegen de zestig, die een beetje krom liep. Ze droeg een shirt van de Rolling Stones tour uit 1994. Wij in de auto tegen mekaar: zo, die was er toen ook al bij. Jeroen: Ja, maar ’t is te hopen dat ze toen beter liep.... Je had er bij moeten zijn


maandag 2 juni 2014

Zaterdagamateurvoetbal.

Wederom een blog over voetbal, de sport die ik actief en passief beleef. Actief is het allemaal niet zo schokkend. Ik hobbel mee in een vrienden cq. café-elftalletje ergens in de kelders van het afdelingsvoetbal. Passief kijk ik voetbal op televisie, langs het voetbalveld bij GVV’63 in Gameren, zo nu en dan op de tribune bij Ajax, op internet... En zo nu en dan schrijf ik er een blogje over. Deze blog gaat echter niet over de schoonheid van het spel, de nieuwe opstelling van Oranje tijdens de WK in Brazilië of het transferbeleid van Spaanse clubs met miljarden euro’s aan schuld. Nee. Deze voetbalblog is iets anders.

Als het er tien waren, dan waren het er veel. Dat klopt. En op 500 man langs de lijn, is dat inderdaad marginaal. Het is ongeveer hetzelfde als 100 Ajax-supporters die zich misdragen, in een groep van 30 duizend man.
Maar toch.
Die tien man hebben mij en heel veel andere supporters tijdens de wedstrijd ODS/GSC – GVV’63 van afgelopen zaterdag een rotgevoel bezorgd. Het wedstrijdverslag én de reacties op het forum zeggen daarover genoeg.

De wedstrijd van afgelopen zaterdag was in het kader van de nacompetitie. Het betrof een tweeluik tussen de twee genoemde clubs en de winnaar van het tweeluik speelt komend seizoen in de tweede klasse van het zaterdagamateurvoetbal. Ja, zaterdagamateurvoetbal. Hou dat woord eventjes in je achterhoofd.

Het eerste gedeelte van het tweeluik werd op Hemelvaartsdag met 4-0 gewonnen door GVV’63. Het kon bijna niet meer weggegeven worden. Maar na een hete wedstrijd (met 3 rode kaarten en ik weet niet hoeveel gele), stond het in minuut 89 3-0 voor de gastheren uit Dordt. Een verlenging hing in de lucht. Totdat de zoveelste overtreding van de wedstrijd plaats vond. De linksbuiten van Gameren werd schandalig hard neergelegd, binnen de beruchte lijnen van het strafschopgebied. Het vonnis werd vanaf 11 meter gevonnisd: 3-1 en GVV’63 was zeker van lijfsbehoud in de tweede klasse.
Van het zaterdagamateurvoetbal.

Wat er daarna gebeurde sloeg alles. Dordtcentraal.nl schrijft erover op zijn site. De reactie’s van ooggetuigen bij het wedstrijdverslag van Regio Voetbal spreken boekdelen. Ook ik heb gereageerd, onder mijn eigen voornaam. En ik ben normaal gesproken best wel op mijn mondje (en anders op mijn vingers) gevallen, maar ik ben er stil van. Drie tot tien doorgesnoven volksidioten (inclusief de speler van ODS/GSC met rugnummer 13, die al eerder rood had gekregen na een schandalige aanslag op de Gamerse doelman ) die liepen te slaan, schoppen en schelden op alles wat maar bewoog, gelukkig enigszins in bedwang gehouden door wel goedgezinde Dordtse supporters.
Het kwaad was daarvoor al geschied: bij mij sloegen ze mijn zonnebril van mijn hoofd af don’t worry, het was meer zonnebril dan gezicht dat ze raakten plus de zonnebril was maar een tientje bij de BP, mijn zwager kreeg rake klappen op zijn achterhoofd heeft nu het gevoel en de looks van iemand waarbij z’n verstandkies is weggehaald en andere supporters van Gameren eindigen met een dikke lip, gescheurde wenkbrauw of ander zicht – en voelbaar letsel.

Je zou kunnen zeggen uit het niets, maar het was vanaf minuut 1 dat er Gamerse supporters en spelers voet zetten op Dordtse grond bedreigend. Een sfeertje, die ik regelmatig aan den lijve heb meegemaakt bij wedstrijden van Ajax tegen Feyenoord, Utrecht en Den Haag.
Ik ben meer dan tien jaar lang naar bijna elke wedstrijd van Ajax in de Nederlandse competitie geweest, maar afgelopen zaterdag voelde ik mezelf voor het eerst onveilig bij het bekijken van een voetbalwedstrijd. Onveilig in de zin dat wanneer je een klap ter verdediging terug geeft (dat mag en zo ben ik opgevoed, je moet jezelf niet zomaar op je smoel laten slaan), je het idee krijgt dat dat als een rode lap gaat werken. Want je wilt niet weten wat er kan gebeuren als één zo’n doorgesnoven idioot en mes trekt.
Onveilig in de zin dat je tussen 500 man staat, zonder hekken of wat dan ook. Dat is bij Ajax steeds het geval geweest.

Maar jongens en meisjes, moeten we nu ook al amateurwedstrijden gaan voorzien allerlei veiligheidsmaatregelen? Iets wat de samenleving al veel en veel te veel geld heeft gekost? De samenleving, die deze mafkezen uitkotst, maar dezelfde samenleving die niks tegen dit soort gasten kan doen? Want schorem uit de maatschappij blijf je houden, helemaal als je daar een lijntje fresh powder aan toevoegt. Uiteindelijk zijn het kleine kinderen, die geen snoepje krijgen van mama, het ook niet van papa krijgen en daarna de keuken gaan verbouwen. Gasten die dermate in hun ontwikkeling stil zijn blijven staan, dat ze niet heel erg goed kunnen omgaan met tegenslagen. Dezelfde kleine kinderen die met hun moeders langs de lijn stonden. En met grof geweld aan de kant werden geduwd door dat groepje doorgesnoven imbecielen. Sorry, een ander woord heb ik er niet voor.

Bij het zaterdagamateurvoetbal. Ik was er heel eventjes klaar mee, met dat hele voetbal. Door die mafkezen.

Tot ik me realiseerde dat Gameren gewoon echt een hele puike prestatie heeft geleverd. Want het voetbal was misschien niet altijd goed, het is een prestatie van formaat om ondanks alle pech qua blessures, verliespartijen in de laatste minuut en de ziekte van onze keeper weer te zeggen dat Gameren een tweede klasser is. En blijft. En dat we volgend jaar kunnen genieten van de derby Gameren versus Bommel. Zoals we afgelopen jaar hebben kunnen genieten van de derby Gameren versus Aalst. Wedstrijden met een spanningsveld, maar wel op een normale manier. Geen aanslagen zoals in Dordrecht afgelopen donderdag.

Denkend aan die gedachte wil ik afsluiten met een verzoek tot respect. Met voetbalhumor is niks mis, daar is het voetbalhumor voor. Maar het beledigen van spelers/supporters/scheidsrechters, schelden met ziektes en het fysiek aanvallen van tegenstanders? Zijn we nou zover naar beneden gedonderd met zijn allen, dat we veiligheidsmaatregelen moeten in gaan stellen voor het zaterdagamateurvoetbal? Mensen, moedig je club aan, met een gezonde dosis voetbalhumor. Maar maak het niet kapot. Want er zijn genoeg voorbeelden om te laten zien dat voetbal een feest kan zijn. Ook het zaterdagamateurvoetbal. Kijk zelf maar!

Twitter.com/keesgeniet

dinsdag 27 mei 2014

Geluk

Tijdens een stille en rustige nachtdienst, denk je wel eens na. Ook al heb je de doorgaans vijf kwartier in een uur lullende topcollega T tegenover je zitten, die zwijgzaam naar het computerscherm zit te kijken. De driehonderdvierentwintigste herhaling van het journaal is op tv. Over pro-Oekraniers en de contra troepen. Ik volg al die shit niet.
Ik moet zeggen dat ik de laatste tijd een beetje achter loop met het nieuws. Op het werk liggen de voetbalpooltjes voor het invullen en meestal ben ik daar als eerste mee om vervolgens in de grauwe en grijze middenmoot te eindigen. Maar het boeit me op de een of andere manier niet. Een blog over het WK volgt ongetwijfeld, daar heb ik mijn gedachten al over laten varen.

Wat doe je tijdens een nachtdienst als je binnen zit? Tamelijk weinig. Ik struin PowNed af, meestal naar de reacties op nieuwsberichten. Waar het nieuws over gaat, boeit me niet. De reacties laten me af en toe hard op lachen. Gevat, Europa-afzeikend, kansenparels, Henk, Ingrid. Het zou zomaar het gastenboek van de PVV kunnen zijn, met af en toe een bomenknuffelaar er tussen. Die vervolgens door de grond wordt geboord door de verdere reacties. Powned.nl. Voor al uw nachtdiensthumor.

En tijdens de nachtdiensten lees ik steevast de blogs van L. Voor de vijfde of zesde keer. Dat boeit me niet. L schrijft leuk. Is leuk ook.

L heeft wel eens geblogd over geluk en hoe gelukkig dat ze is. Het geluk dat ze zelf creëert. Een blog die ik al meerdere malen met een grote glimlach op mijn gezicht heb gelezen. Ik heb L beloofd dat ik haar blogs niet ga delen, omdat ze haar blogs graag voor zichzelf wil houden en wil delen met een bepaald aantal mensen. En die wens respecteer ik.

Maar de blog over het geluk heeft me wel aan het denken gezet. Want geluk kan zijn, dat je gelukkig bent in wat je doet. Dat je kan genieten van de kleine dingen van het leven. En daar ben ik inmiddels een meester in. Ik geniet van de tijd samen met mijn neefjes en nichtje, met de zondagrijders, van een mooie steekpass op het voetbalveld, van een lekker muziekje in de auto of tijdens het douchen, van dat peukie na het eten... Het zijn de kleine dingen in het leven waar je intens gelukkig van kan worden. Vrolijk ben ik eigenlijk altijd wel, gelukkig ben ik ook vaak genoeg.

Geluk kan ook zijn dat je mazzel hebt. Die bal tegen de lat in de laatste minuut, dat soort dingen. Mazzel, dat je denkt: godverdomme Kees, daar kom je goed weg. Dat soort momenten heb ik wel ’s gehad, maar gelukkig niet vaak. Een strook van 200 meter sneeuw op een sneeuwvrije A15 is iets wat ik uit het verleden kan herinneren. Niks gebeurd overigens, toen reed ik nog een betrouwbare auto.
Maar laatst had ik geluk. Op de motor vanuit Amsterdam naar Nieuwaal, op zondagmiddag. Bij de Bommelse brug schoot mijn ketting van mijn motor. Mijn eerste gedachte was dat mijn versnellingsbak er onderuit tiefte, maar mijn tweede gedachte was: sturen naar de vluchtstrook. Na enig onderzoek bleek dus dat de ketting van het tandwiel ontbrak en toen realiseerde ik me dat ik best wel eens hulp van boven heb gehad. Want voor hetzelfde geld schiet de ketting om mijn achterwiel en krijg je hetzelfde effect als wanneer je een tak tussen iemand z’n spaken stopt. Of de ketting schiet voorover het motorblok in. Met de snelheid waarmee ik reed en die noem ik voor de gemoedstoestand van m’n moeder maar even niet had dat gevolgen kunnen hebben. Fatale gevolgen.

Ik had dus geluk. Het geluk dat mijn middelbare schoolmaatje Albert anderhalve dag later in Arnhem niet had. Hij werd op zijn motor over het hoofd gezien door een auto en verongelukte dodelijk, een kind en vrouw achterlatend. Meteen een deja vú. December 2003. Degenen die mij goed kennen weten dan precies wat ik bedoel. En anders is het de moeite om nog eens terug te bladeren door mijn oude blogs.

Albert was een maatje van de middelbare school. We leerden elkaar kennen toen we 13 waren, in de tweede klas van de Havo. Twee grappenmakers bij elkaar, die van elkaar geleerd hebben. Ik leerde van Albert sjekkies draaien. Ik leerde Albert bier drinken. En geloof me, dat zijn op die leeftijd wijze lessen. Ik hou Albert er ook verantwoordelijk voor dat ik van de rock-muziek, waar ik nu zo van hou. Want dat had ik voor mijn dertiende helemaal niet. Maar na het lenen van het zelfgemaakte CD’tje van Albert getiteld ‘Hot Stuff’, was ik om.
Nadat Albert in 2002 zijn middelbare school had afgemaakt, ging hij naar Defensie en daar ben ik hem een tijdje uit het oog verloren. Al kletsten we veel, toen nog tijdens MSN. Tijdens uitzendingen van hem. Hadden we het over top onderwerpen. Zandkastelen bouwen. Konijntjes fokken. Bier drinken. Baarden. Muziek. Kakkerlakken. Vrouwen. MSN, wat een gouden middel was dat.
Via Facebook én de jaarlijkse Drielse kermis bleef er altijd wel een soort van contact. Zelfs bleken we nog een wederzijdse hobby te hebben: motor rijden. We spraken erover tijdens het jaarlijkse biertje tijdens de Drielse kermis. We zouden onze motoren nog een keertje samen uit gaan laten. Bij tijd, gelegenheid en mooi weer.

Tot dat bericht kwam, vorige week dinsdag. Albert is niet meer en de motor rijder uit dat nieuwsbericht van Omroep Gelderland. Talloze reacties op Facebook. Een geliefd persoon. Een warm persoon. Een levensgenieter. Zoals ik Albert ken.

Samen de motoren uitlaten is er helaas niet van gekomen en zal er ook nooit meer van komen. En het biertje op de Drielse kermis ook niet meer.

Eén van de belangrijkste dingen die Albert mij geleerd heeft, is te genieten van het leven, omdat het zo voorbij kan zijn. Het is volslagen kut dat hij zelf deze levensles in uitvoering heeft gebracht. Maar wees gerust: genieten doe ik. En dat blijf ik doen. En dat jaarlijkse biertje op de Drielse kermis wordt een momentje van intens geluk. Want die is niet meer met Albert, maar óp Albert. Op alles wat we elkaar geleerd hebben. Op alles waarom we samen smakelijk en vaak als enige van ‘het bushokje’ hebben gelachen.