dinsdag 27 augustus 2013

The summer of '03

De vakantie is eigenlijk een groot feest geweest, wat begon met London (baby). Dagen van chillen en relaxen er na, gaan afgesloten worden met het best mogelijke weekend wat ik mezelf maar voor kan stellen: Zaterdag ontzettend knallen op Decibel en zondag live aanwezig bij de wedstrijd Ajax – Feyenoord in de Amsterdam Arena. Hoe goed kan je het hebben?

Aangezien de vakantie er al op zit en het einde van zomer nadert (al zou je dat qua temperaturen in Nederland nog lang niet zeggen, houwen zo Piet!), is het tijd om terug te blikken naar de zomer van 2003, alweer 10 jaar geleden. Het is je onmogelijk voor te stellen hoe het toen ook alweer was. Volgens mij was het heel de tijd mooi weer en waren we al bruin voordat we op vakantie gingen. Met ‘we’ bedoel ik mijn ouders, m’n ouwe stinknicht en ik, naar Spanje. Aangezien mijn zusje jaarlijks een zomertje aan de Spaanse kust werkte, vertrokken wij voor het derde jaar op rij naar diezelfde Spaanse kust om daar onze zomervakantie door te brengen. En die zomer werd er één om nooit te vergeten…
Malgrat del Mar als bestemming, het appartementencomplex dat bij camping Bon Repos hoorde als slaapplaats. Waren we de twee jaar daarvoor ook al geweest, niks mis mee. Zwembadje, zo aan het strand. Wat wil een mens nog meer? Ja, meer familie mee, maar aangezien Wendy hoogzwanger was van, naar later bleek , Iris was dat toch niet zo’n goed idee. Aangezien er geen aardappelen werden gescheld (geen spelfout, gewoon dialect), moesten we het doen met onszelf. En dat is altijd prima op te lossen geweest, ik maak redelijk snel vakantievrienden. En in die tijd ook vakantievriendinnen.

Zo herinner ik me Linda, een meisje uit Limburg (maar dat kon je niet horen). Beeldschoon, vriendelijk en aardig en met haar ouders in hetzelfde appartement en dus aangetroffen bij het zwembad. Wel redelijke love-interest voor dat moment, ware het niet dat papa het niet zag zitten dat haar rijke dochter er met een boertje (toen, nu nog een klein beetje boers) vandoor ging. Papa was ook niet tevreden over dit en dat en vertrok na een paar dagen in hun net nieuw uitgezochte Audi A4 cabriolet, die net voordat ze op vakantie gingen gelukkig binnenkwam. Die andere was toch alweer 2 jaar oud. Goed, die waren dus ineens met de noorderzon vertrokken, maar niet voordat het zwembad van naastgelegen camping was bezocht. Samen met dochterlief, maar dat sprak in die tijd voor zichzelf.
Linda was eigenlijk het enige meisje dat ik bij naam kon herinneren. Ik ben tijdens die vakantie iets verloren, maar ik weet alleen dat ze uit Duitsland kwam en bij ons in het appartement zat. De volgende dag was ze, volgens heel erg goed gebruik, terug naar het land van curryworsten.

Maar wat herinner ik me het meest van die zomer? Is het Bert, van de Delfsche Duyt? Zijn het de bami’s van Snackbar het Zonnetje? Het dansen en sjansen in de Astrix bar? De kipcocktails van de Pepermolen? Dansen tot falen bij de QK, om schandalig laat thuis te komen? Nee. Het op stap gaan met je zus en haar geweldige amiga’s Danny, Sanne en de heer-lijk-e Daphne. Zus van Danny overigens. Voor een ieder die een zus, een broer, een neef, een oom, een verre zwager van je achternicht in het buitenland heeft, met name werkzaam in de entertainment gebieden en niet te beroerd om op stap te gaan: ga. Want je bent nog nooit zo snel een rij voorbij gesjeesd, aan leuke mensen voorgesteld en je hebt nog nooit zoveel gratis drank gehad. En nog nooit zoveel lol gehad. Helemaal niet wanneer er een groep kansloos dronken Hollanders op oorlogspad is en je zus voor je neus gaat staan, terwijl ze een kop kleiner is, en fel van zich afbijt dat ze ‘godverdomme van mijn broertje’ af moeten blijven. En die gasten gewoon met stront in de box weg lopen. Schitterend. Ook schitterend: Zus en ik op bootreis met de rest van de familie, terwijl er net 2 uur daarvoor nog het laatste shotje in onze mik werd gedouwd. Dat vervolgens leidde tot een kettingreactie aan in slaap vallen op de boot naar Tossa. Waar zo’n zonnebril van 5 euro allemaal niet goed voor ken wezen?


Hermana, soms, maar dan ook heel soms, zou ik zo ontzettend graag naar die zomer terug willen. Dat alles zo was, zoals het toen was. Wat jij? Helemaal bij het horen van dezedeze of wat te denken van deze... Zucht... Those where the best days of my life...

donderdag 15 augustus 2013

Weg met Kees (6)

De vorige blog uit de editie ‘Weg met Kees’ was de ode aan de Schuur en daar kondigde ik aan dat de Schuur aan de vooravond stond van het uitgaansleven van Amsterdam en Den Bosch, dat ik nu nog regelmatig bezoek. Maar is er meer. Veel meer. Over vroeger.

Vergelijkbaar met de Schuur, maar dan duurder in de taxi en de entree, waren de Lunenburg in Loosbroek en de Rodenburg in Beesd. Trappen we af met de Lunenburg, oftewel de Luun. Naar de Luun ging ik niet zoveel, had met name met afstand te maken, en dat vond ik best jammer. Want de Lunenburg was een mooie, grote discotheek met meerdere zalen en één hele grote zaal. In die grote zaal werd van alles gedraaid, maar vooral de nieuwere dance muziek. De Lunenburg was groter dan de Schuur, met nieuwer volk. En dat was dan weer zo prettig. Want nieuw volk betekende nieuw vlees. En dat was dan ook wel weer wat waard. Ja, in de Lunenburg heb ik het avond na avond goed naar mijn zin gehad. Bier werd ingeruild voor baleco, die tijd heb ik ook nog gehad. Tot ik er een avondje gruwelijk van heb lopen kotsen. Dus dan maar weer terug naar het bier.

Zo ook in de Rodenburg, in Beesd, een stukje dichterbij. En met Michael net in het bezit van zijn rijbewijs een fluitje van een cent om er te komen. Enkele reis, op Michael zijn tempo: 4 minuten. God, wat was die Hiyundai een beest van een wagen. Maar goed, de Rodenburg dus. Knappe tent, 2 grote zalen en een kleiner zaaltje boven. In de twee zalen was er steevast 1 gereserveerd voor het betere hak-, stamp,- en beukwerk. Diverse malen was de nog onbekende, maar bloedmooie DJ Korsakoff te gast, wat leidde tot testosteron op de dansvloer. Wat een plaatje, die Korsakoff. Vaker stond ik in de andere zaal, waar de muziek me een beetje deed denken aan de Schuur. Het bier inmiddels ingeruild voor de Malibu-cola, 3 muntjes, het kon lijen. En maar schudden met die heupen. Uit de Rodenburg heb ik een drietal mooie anekdotes. 1. Gozer staat met een driekwart trainingsbroekachtigiets te dansen tegen een grietje aan, iets te wild en je kan zomaar de Tent in Gameren opzetten. 2. Vreten halen na afloop van de avond. Zeg even ‘hoi’ tegen de kijkers thuis. Frietpan? Goed juh. 3. De beste. Na de uitschakeling van oranje op het EK 2008 kanonbezopen naar Bommel fietsen, gebeld worden over interesse om naar de Rodenburg te gaan (ja natuurlijk), in het Stadscafé in Bommel verder drinken, kotsen bij de Chinees in Bommel in afwachting van de taxi, taxi in, naar de Rodenburg en voor 50 euro munten bestellen. Tijdens euroavond. 1 euro = 1 muntje. En ondanks de staat van dronkenschap waarin ik verkeerde, nog ‘slechts’ 15 muntjes overhouden. Zo’n avond was het.

Hoewel ik mezelf in de Lunenburg en Rodenburg behoorlijk heb vermaakt, was het toch geen Schuur. Gematigde vreetpartijen na het stappen (al gooide Michael regelmatig de frietpan aan), geen geknok in het vreethokje, geen grote donkere parkeerplaats, geen Robbie om je thuis te brengen, geen zus die voor je opkomt, als je het lastig hebt en je kan je eigen problemen niet op kan lossen (te jong), geen gevlucht voor ’n lelijke dame om vervolgens in de armen van een beeldschone dame te belanden, geen gebulder van de Boer. Dat was er allemaal niet. Wat er in de Schuur dus wel was. En zo heeft m’n zus toch nog wat anekdotes te pakken merk ik wel.

En wat als er geen Schuur, Lunenburg of Rodenburg op het programma stond? Nou, in het Trefpunt in Nieuwaal en de Mop in Gameren heb ik feestje na feestje afgelopen met altijd leuke taferelen. Een concert van de WC Experience in het Trefpunt en een buitendorper had spatjes? Da motte hier nie doen jonge. Want voor je het weet staan er een paar glazen bier op het randje en lig je buiten. Gelukkig ben ik een binnendorper. Feestje in de Mop? Prima. Fietsje, anderhalve kilometer. Deden we. En doen we nog steeds. Het is vaak prettig om op een vrijdagavond na een week werken een Juupke te pakken in de Mop, met het meubilair achter de bar. De Mop is een prima plek voor frietjes en ijsjes, dus ome Kees scoort regelmatig punten met neefje en nichtje. Ook goed om te weten.

En ook ik heb een zondige tijd gehad: Het Stadscafé van Zaltbommel. Een plek waar ik nu niet meer dood gevonden wil worden op vrijdag – of zaterdagavond. No offense voor degenen die er nog wel eens heen gaan, maar het is niks voor mij. Daar is mijn pedopas niet geschikt voor. Als Bommel er in zit in het weekend, dan zit ik het liefste in de Spin, waar het volk wat ouder is. En kennen jullie het Gerucht nog? Ook in Zaltbommel en leuk toen je 18 en jonger was. Die tent bestaat nu overigens niet meer, net als de Lunenburg. Wat nieuw is, is leuk. Maar als de nieuwigheid er vanaf is, dan is het gauw klaar met de gezelligheid.

Resten nog de Tent en de vakanties. Maar daar vertel ik jullie graag een andere keer over.

donderdag 8 augustus 2013

Gijp onder vuur - terecht of niet?

Deze blog gaat over de homogerelateerde uitspraken van René van der Gijp in het voetbalpraatprogramma Voetbal International, uitgezonden op RTL7 op maandag 5 augustus 2013. Ik wil als eerste aangeven dat ik één ieder respecteer zoals hij of zij is, zonder daarbij op voorhand partij te kiezen voor of tegen René van der Gijp, ongeacht afkomst, geaardheid, geloofsovertuiging, kleur of de andere dingen die ons uniek maakt.

Gijp ligt onder vuur. De jolige komiek van het tv-programma Voetbal International heeft in een betoog vastgesteld dat homoseksuele mensen het niet gaan redden in de voetbalsport en op hun veertiende in een kapperszaak gaan werken. Gijp kreeg de hele homowereld om zich heen, in een weekend wat in het teken stond van homo-acceptatie binnen Nederland en de rest van de wereld. Ook de KNVB had een boot varen in de Amsterdamse grachten tijdens de Canal Parade. Gijp kreeg ‘bijval’ van AZ-coach Gert-Jan Verbeek, die op zijn eigen manier zei dat hij het wel heeft gehad met het uit de kast laten komen van homoseksuelen in de voetbalsport.
Hij kreeg echter geen bijval van diverse ‘BN-ers’ en organisaties als de John Blankenstein Foundation. Voor de niet-wetenden: John Blankenstein was de eerste scheidsrechter, die openlijk aan gaf dat hij op personen van hetzelfde geslacht viel. Een ‘woordvoerder’ noemde de uitspraken ongelooflijk en was ‘sprakeloos’ na aanleiding van de uitspraken van Gijp in het programma Voetbal International.

Het is eigenlijk de eerste keer dat Gijp doelwit is van furieuze mensen op Twitter, bekend Nederland en de John Blankenstein Foundation. Gijp heeft zijn betoog gebaseerd op de ervaringen die hij zelf in het professionele voetbal heeft en hij heeft die ervaringen toch al zeker 3 decennia. Gijp weet als ervaringsdeskundige wel degelijk waar hij over praat, ondersteund door zijn tafelgenoten van de bewuste uitzendingen Hans Kraaij Junior en Johan Derksen, die nog langer dan Gijp meelopen in het voetbalwereldje.
Ik vind niet dat Gijp deze furie verdiend. Twee keer per week heeft hij het over de vrouw van de rechtsback van Excelsior, de beste palenclub van Barendrecht, hotelbars in Roemenië op trainingskamp en de kleine Messi. Zoals Gijp het zelf al aangaf tijdens een commentaar over de ophef: “Volgens mij ben ik degenen die het juist aanmoedig aan iedereen om lekker te doen wat hij of zij zelf wil.” En de vaste kijkers van Voetbal International weten dat daar geen woord van gelogen is. Twee keer per week laat Gijp zien een levensgenieter te zijn, die net zo hard kan genieten van een steekbal van Özil als van de nieuwste pornosterren op het kanaal van Kim Holland. Daarbij heb ik Gijp nog nooit beledigende of discriminerende teksten horen bezigen. Gijp maakt grapjes, gretig ondersteund door zijn tafelgenoten en daar lacht heel Nederland om. Week in, week uit. Gijp is de ster van het programma, dat zonder de grappige Rotterdammer de kijkers bij bosjes zou verliezen. Nooit heb ik berichten gelezen in een krant, op internet of op social media over een opmerking van Gijp, die kwetsend of discriminerend zou zijn. Nooit. Behalve dus de dinsdag na de bewuste uitzending, waarbij heel bekend Nederland over de jolige Gijp heen valt.  Het lijkt er verdacht veel op, dat de mensen die zo furieus reageren, niet of nauwelijks weet hebben van het bestaan van Gijp. Die mensen zouden toch echt vaker naar het programma moeten kijken, de wekelijkse column van Gijp in de papieren Voetbal International moeten lezen of ‘Gijp,’ de biografische bestseller geschreven door Michiel van Egmond. Op die manier leer je de ware Gijp kennen. Een mening gebaseerd op een enkele uitspraak in een voetbalprogramma, is een mening die nooit genoeg onderbouw kan worden om serieus genomen te worden. De 'woordvoerder' van de JBF leren we echter niet kennen en dat vind ik dan jammer. Zeker omdat meneer Blankenstein zelf helaas is overleden en niet het gezicht kan zijn van zo'n toonaangevende organisatie.

Begrijp me absoluut niet verkeerd, maar het is tegenwoordig nogal erg makkelijk om ergens een mening over te hebben. Zelfs ik, een weinigzeggende blogger, kan mijn verhaal tikken, publiceren en de wereld van het internet in jagen. Dat ik niet zo heel veel lezers heb, kan me weinig bommen. Het houdt mijn mening in ieder geval wel open en eerlijk, omdat ik weinig belangen hoef te verdedigen van organisaties, bedrijven en personen. Ik schrijf deze blogs puur en alleen op persoonlijke titel en omdat ik het leuk vind om te doen.

Waarmee ik Gijp overigens niet vrijpleit, want helemaal handig was het niet. Het is al jaren een bekend beeld bij homoseksuelen dat met name de mannelijke kant wordt weg gezet volgens een bepaald stereotype beeld en daar ben ik zelf geen fan van. Zelf heb ik jarenlang gevoetbald met een verdediger, die in zijn studententijd uit de kast kwam. Daarna heb ik nog wedstrijden met hem gevoetbald. Ging ik hem daardoor anders benaderen? Was hij in één keer iemand anders? Nee, natuurlijk niet. Als iemand een kutbal geeft, dan maakt het mij niet uit of die bal door een blanke, een vrouw, een homo, een donkere, een gele of door een man die doordeweeks vrouwenkleren draagt gegeven wordt. Nogmaals, ik accepteer iedereen zoals hij of zij en dat heb ik altijd al gedaan. Ondanks dat ik vrij ongenuanceerd uit de hoek kan komen, dat moet ik er wel bij zeggen. Maar zo lang mensen mij niet lastig vallen met allerlei geneuzel, dan kan je zo ver gaan als je zelf maar wilt. Collega’s die op hetzelfde geslacht vallen als dat ze (de collega’s dus, dat is dus wel iemand in een hokje plaatsen, maar in mijn ogen terecht) zelf zullen ook beamen dat ik geen onderscheid maak. De 

Maar mensen. Wij hebben in Nederland al overal een mening over. En dan is het meestal zo dat we allemaal lekker gaan zeiken met zijn allen. Typisch Nederland. Wanneer je je kop boven het maaiveld uitsteekt, is er allicht iemand of een groep die klaar staat met dat grote kapmes. Waar maak je jezelf in vredesnaam druk om?


Maak jezelf liever druk om Rusland, met zijn anti homopraktijken. Of Mateja Kezman, die oud spits van PSV, die via een Russische miljardair een transfer maakte naar Chelsea en een wit voetje probeert te halen, dat homofielie een ziekte is? Dat zijn praktijken en uitspraken, waar Gijp zich nooit aan zou wagen. Dat weet ik voor 100 procent zeker. 

woensdag 7 augustus 2013

Weg met Kees (5)

Alvast sorry voor de lengte. 5 dagen London beschrijf je niet in 1 kantje en waarschijnlijk ook niet in 2.

London baby. Wat een stad. Ik was er, 5 dagen lang met een maatje. Team en naamgenoot Kees was mee. Of eigenlijk was ik met hem mee, aangezien hij in London mensen kende waarbij we konden slapen, absofuckinglutely for free. Dat was Dale en we mochten bij haar in huis slapen. Op een luchtbedje in de huiskamer, maar als je geen 3 sterrenprijs betaalt, dan is de verwachting ook geen 3 sterren. Wel het beste hotel in town. Service with a smile, een goeie barbecue op donderdagavond en twee keer een dijk van een ontbijt. Ik heb daar in huis zoveel worst op, dat je zou denken dat ie m’n lijf uit is gegroeid.

London, de miljoenenstad net zo groot als de provincie Utrecht met 11 miljoen inwoners. Vooraf maak je plannen waar je heen wilt. Wembley Stadium stond bij mij op nummer 1, kort daarop gevolgd door het stadion van Tottenham Hotspur met de idyllische naam White Heart Lane. Verder had ik weinig wensen. Beiden zijn er echter niet van gekomen, mede dankzij goede argumenten van Kees. Voor een tour ben je al gauw een pondje of 18 kwijt en dan tref je een leeg stadion aan. En aangezien wij beiden wel van sfeer in een voetbalstadion houden, hebben we besloten om het niet te doen. En ik besloot om, ooit, nog eens terug te gaan naar London voor een wedstrijdje van de Spurs op White Heart Lane.
Maar goed, wat blijft er over? Te veel om over na te denken, want wat is dat London godsgruwelijk groot. Niet te filmen. Ik vond de overstap van Nieuwaal naar Amsterdam bijna 8 jaar geleden al inmens, kun je nagaan wat London voor impact heeft achter gelaten. Massive, zoals ze daar zo mooi kunnen zeggen. We hebben veel gezien. Big Ben, Westminister Abbey, het Parlement gebouw, London Eye (zonder erin te gaan, die rij was bijna net zo groot als de stad zelf), London Bridge, Piccadilly Circus. En natuurlijk Bobby’s, rode dubbeldekkers en linksrijdend verkeer.
Het huis van Dale staat in het gedeelte Earsfield, op ongeveer een minuutje of 20 treinen van het centrum. Het openbaar vervoer in London is super. De ene trein wisselt binnen korte tijd met de andere en als je de ‘tube’ mist, dan is er 2 minuten later weer een volgende om je naar je bestemming te brengen.  Tip voor de mensen die naar London willen: even de Tube map op je telefoon installeren,  dat kan wel eens schelen in het vinden van het goede kleurtje van de metro.
Daarnaast is er in Earsfield ook genoeg aan restaurantjes en pubs te vinden, dat je niet eens de stad in hoeft voor een lekker hapje of drankje.  

De eerste avond hebben we gespendeerd bij Dale in de achtertuin, met allemaal gezelschap, bier en een barbecue. Lekker en goed gegeten, mijn Engels behoorlijk bij geschaafd en dure Engelse peuken gerookt. Ook een tip voor de rokers onder ons, die een paar daagjes Engeland gaan: zelf meenemen van huis, want 8,25 pond voor een pakje peuken is niet echt een prettig prijsje zullen we maar zeggen. Naast de beschreven tourist walk van de dag erna, gingen we met Dale en James (ook een jongen die Kees van zijn reis in Midden-Amerika kende, goeie gozer die James) eten in Oxford Street. Uitstappen bij het metro-station met de naam Bondstreet. Dus we ontmoetten James vlakbij het station Bondstreet. Pay attention double O seven! Het werd uiteindelijk een burgerbar, genaamd Patty&Bun. Ook daar stond zelfs een wachtrij, niet normaal. Gelukkig mochten we bier drinken tijdens het wachten, dus dat drukte de pret niet bepaald. Eenmaal binnen heb ik de lekkerste hamburger op die ik ooit heb gegeten. De naam ben ik al weer vergeten, maar er zat alles op waar kleine jongens groot van worden: tomaat, uien, bacon, een lekker sausje en een burger van ongeveer 2 ons. Rood van binnen. Nu ik dit zo zit te tikken, loopt het water door m’n mond heen. Wat een lekker broodje hamburger, wat ik ook binnen no-time op had. Voor het eerste in m’n leven als eerste m’n avondeten op. News of the World had er voorpaginanieuws van gemaakt. De avond hebben we vervolgd in bar Loop (20 pond voor 4 drankjes). Schijnt volgens Dale en James wel een knappe tent te zijn, maar behalve dat het knap aangekleed was, was er weinig aan. It seriously lacked atmosphere, zoals Dale de dagen er na nog eens zou zeggen.

De zaterdag verliep heel anders dan dat ik me had voorgesteld. Met een vrije Dale als gids namen we de boot vanaf Embankment naar de wijk Greenwich. Op de Thames, die ongeveer zo breed is als het IJ tussen Noord en Centraal, werd het een prettig tochtje, al was het net te fris om eventjes buiten te gaan zitten. Binnen dus, waar ook koude drankjes werden geserveerd. Decadent, in een boot op de Thames. Wat wil je nog meer? Nadat we uitgestapt waren bij Greenwich, ontdekte ik een markt met een scala aan eten, aparte dingetjes (waar je je helemaal de pleuris voor betaalde) en een paar pubs. Wat me op viel, was dat je op die markt niet mocht roken. Ik zou die bordjes nog wel eens willen, op de Albert Cuyp of de Dappermarkt. Toeristen zullen zich er braaf aan houden, maar aangezien de Amsterdammer overal schijt aan heeft… Anyway, de Greenwich markt was een succes. Een beetje links, maar na anderhalve dag naar het verkeer te hebben gekeken, was ik dat linkse wel een beetje gewend. Onze trip in Greenwich ging verder richting the Royal King George’s Park. Een stevige wandeling, heuvelop, maar volledig de moeite waard. Want wat had je daar een prachtig uitzicht op de stad, met alle hoge gebouwen (ook 1 van mijn wensen), de rivier Thames en ook het Olympisch Stadion was een ieniemienie beetje zichtbaar. Zo heb ik mijn stadion toch nog gehad in London. Prachtige plek voor een paar foto’s en mijn iPhone heeft daar een aantal prima plaatjes geschoten. Moe en voldaan stapten we weer op de boot, voor het avondeten in Nazmin’s, een Indische tent bij Dale om de hoek. Nadat Kees zich bijna stukbeet op een chillipepper, die rommel is ook zo godsklaagd heet, gingen we afblussen in The Wandle, een pub met live muziek, bij Dale om de hoek én met Fosters bier uit de tap. Toen die snel dicht ging, gingen we naar de 366 Bar, op 100 meter van het huis van Dale. Helemaal niks mis, Heineken uit de fles, ontspannen house-muziekje, knappe dames, niks mis mee. Kip vreten bij Peri Peri (de buurman) en vroeg (pak ‘m beet half 4 ’s nachts) weer naar huis. Ik ken slechtere zaterdagen, helemaal wanneer het voetballen stil ligt.

Zondag was maximaal in de chillmode. Frau Dale liet haar Gestapo act vallen en we mochten zowaar tot 11 uur uitslapen. ‘You’re in London, so do stuff’ had ze ons al een paar keer aangemoedigd. Dat hebben we die zaterdag ervoor geweten. De zondag maakte qua chillfactor alles goed. Lekker ontspannen een cola’tje drinken, na een dijk van een ontbijt met een halve meter worst (waar laat ik die zou je denken), gingen we ontspannen bij de Leather Bottle, een pub in Earsfield op 7 minuutjes lopen van het huis van Dale. Wat je daar ziet, maak je in Amsterdam niet zo snel mee. Een achtertuin die plaats bood voor pak ‘m beet een mannetje of 150, met tafels, een grote barbecue en een prima achtergrondmuziekje. The Eagles, Pink Floyd, Bruce, dat soort werk.  Avondeten deden we bij de Italiaan in Wimbeldon, 1 halte verder met de stadstrein. Prima restaurantje.

En toen was het alweer maandag, waar de laatste hand werd gelegd aan de reis door London. Eerst in de vroege ochtend afscheid genomen van Dale, die weer moest werken. Afscheid met een kroel. Prima. Daarna weer de stad in, aangezien we pas om 19:00 uur terug vlogen. We hadden een laatste lunch met James en de daar ontmoette vriendin van Dale, genaamd Robyn. Japanse toko, en heel m’n bakje leeggegeten met stokjes. Hé, ik kan mezelf ook aanpassen aan een bepaalde cultuur.  Na het afscheid van James en Robs was het tijd om maximaal punten te scoren in Oxford Street, aangezien daar een Disney store zit, net zo groot als morgen heel de dag. Leuke wandeling, vanaf het Liverpoolstreet station naar Oxford Street, wat ons een wandeling opleverde door het P.C. Hooftgedeelte van London. Dikke auto’s, mannen strak in het pak, winkelbedienden nog strakker in het uniform, gelikter en duurder kon het allemaal niet. Uiteindelijk in de Disney Store de dingen gescoord voor Iris, Rens en Siem weer een jaartje coolheid garanderen als ome Kees. Dat was die 36 pond meer dan waard. Na een mooie bos witte lelie’s achter te hebben gelaten voor Dale, stapten we om 16:10 uur in de trein richting London Gattwick, waar Easyjet ons terug bracht naar Nederland. Vluchten waren beide prima, maar qua service kan het allemaal beter. Maar dat heb je als je low-budget vliegt.

Hoe het was? Het was geweldig, absoluut. Met dank aan Kees, maar zeker ook met Dale en de rest van haar Zuid-Afrikaanse vrienden. Hele leuke lui, op een halve tamme, met een pruik waar je bang werd na, en een enkeling zag er zelfs bijzonder smakelijk uit. Ik had 1 klein puntje van een beetje jammer, maar dat heeft puur te maken dat ik niet zo’n reiziger ben als Dale, Kees, James en de rest van een aantal mensen, die ik in London heb ontmoet. Het is namelijk hetzelfde als je 10 voetballers neemt, en je zet daar 1 niet-voetballer bij. Zodra het over voetbal gaat, heeft diegene die er niets of nauwelijks iets van af weet, bar weinig in te brengen en gaat het gesprek al gauw aan diegene voorbij. Zoiets had ik ook, aangezien ik ongeveer 13x Spaanse Costa, 2x Mallorca en 1x Albufeira als bijdrage kan brengen. Als je dan plaatsen hoort, die klinken als de menukaart van een Mexicaans restaurant, dan krab je jezelf wel eens achter je oren.

Maar aan de andere kant ook weer niet. Want zonder naar een ander te kijken, heb ik door die gesprekken wel geleerd dat ik eigenlijk maar een hele, simpele, Hollandse gozer ben, die van voetbal, bier, motoren, slappe klets en zijn thuis houdt. En daar ben ik dolgelukkig mee. Maar nogmaals, zonder naar de ander te kijken. Iedereen is zoals hij of zij is, en daar moeten ze vooral lekker mee doorgaan.

Kees, bedankt maat! Het waren 5 fantastische dagen! Top!