Het is zondagavond exact half 12 als ik de eerste letters
van deze blog begin te tikken. In Amsterdam regent het en het zal ongetwijfeld
drie tienden van een seconde duren wil ik in slaap vallen nadat ik in bed ben
gaan liggen. Maar eerst wil ik iets kwijt. Een weekendverslag. Want het was een
weekend voor in de boeken. Alweer zou je kunnen zeggen, maar net iets anders.
Een weekend voor in de boeken is normaal gesproken een
weekend vol stappen, drank, voetbal, lol, gezelligheid, humor en misschien een
paar lieve woordjes van een leuke dame in de kroeg. Wanneer van elk onderdeel
de voldoende mate aanwezig is, dan is het al een weekend voor in de boeken. Op
deze regenachtige zondagavond in Amsterdam, kijk ik terug op een weekend voor
in de boeken. Maar dan één om over te bloggen.
Het begon op zaterdag. Bij mijn voetbalvereniging was er
de jaarlijkse Villa Pardoesdag, een dag waarop geld wordt ingezameld voor het
goede doel, te weten Villa Pardoes. Villa Pardoes is al enkele jaren ‘shirtsponsor’
bij het eerste elftal van onze club, maar in tegenstelling tot wat veel
shirtsponsors doen, krijgt Villa Pardoes jaarlijks een bedrag om op het shirt
van ons eerste elftal te mogen staan. Vergelijk het een klein beetje met Unicef
op het shirt van FC Barcelona. Daar houden de vergelijkingen verder op hoor,
want we springen met z’n allen een gat in de lucht omdat het eerste elftal het
afgelopen seizoen gepromoveerd is naar de Derde Klasse zaterdag. Niet bepaald
halve finale Champions League niveau, maar waar wij vandaan komen zijn we er
bijzonder blij mee.
De Villa Pardoes dag dus, een dag met allerlei sportieve
activiteiten rondom onze voetbalclub. Een spinning marathon, een wielertocht,
een obstacle run, voetballen tegen de FC Rebellen leuke gasten trouwens en ik
mag tegenwoordig ‘Dick,’ ‘Andy,’ ‘Ricky’ en ‘Marcel’ zeggen, je kan het zo gek
niet verzinnen. Alles wordt gesponsord en al het opgehaalde geld van de Villa
Pardoesdag komt ten behoeve van zieke kinderen, hun ouders en broertjes en/of
zusjes. Zij worden een week opgevangen en verzorgd in Villa Pardoes, een
fantastisch goed doel, gelegen nabij de Efteling. Even een weekje niet ziek
zijn, maar gewoon fijn.
Zo’n week kost klauwen vol geld moet u weten en daarom is
het zaak dat de Villa Pardoesdag zoveel mogelijk centjes oplevert.
Wij zijn geen grote club, we bungelen rond de 400 leden
en het dorp is met 2600 inwoners ook niet zo heel groot… Maar als je ziet wat
een Villa Pardoesdag teweeg brengt… Man, man, man. Een team van mensen is zo
ontzettend in de weer voor die kleintjes en dat werkt aanstekelijk. In zo’n
manier dat ik ook mijn steentje bij heb gedragen aan de Villa Pardoesdag 2017.
Ik was namelijk Veilingmeester. Ja, je leest het
hartstikke goed. Veilingmeester. Ordinaire geldklopperij. Maar wel voor hele
leuke items, beschikbaar gesteld door diverse personen en bedrijven en al het
geld gaat naar het goede doel.
Toen ik gevraagd werd, moest ik even nadenken. Ik vind
van mezelf dat ik een redelijk vercrackte stem heb en als je dat gaat
versterken met een microfoon wordt het niet veel beter. Maar toen de soundcheck
plaatsvond, 2 minuten voor de daadwerkelijk veiling, bleek dat vercrackte
allemaal wel mee te vallen en kon er geveild worden. Ik heb niet de stem om
door de voorronde van Idols te komen, maar het kon vele malen slechter. Item na
item werd verkocht en het voelt goed om geld uit iemand zijn of haar zak te
trekken voor het goede doel.
Het was een kleine bijdrage aan een geweldig team, die
met een geweldige dag ervoor gezorgd heeft dat er ruim 25 duizend euro op werd
gehaald voor Villa Pardoes. En dat is fantastisch. Er kunnen met deze dag maar
liefst twaalf gezinnen blij worden gemaakt met een weekje in de Villa, om even
alle ellende van het ziek zijn te vergeten. Iedereen die heeft bijgedragen aan
dit fantastische succes verdient een dikke pluim en een groot applaus.
Na zaterdag komt zondag en het was uniek dat de Villa
Pardoesdag in het jaarlijkse TT-weekend viel. Het was dan ook niet
verwonderlijk dat het tijdens de Villa Pardoesdag oud-Hollands baggerweer was,
met regen en niet de temperaturen van de weekenden daarvoor. Het is de vloek
van Assen, zo lijkt het.
En na een kort nachtje bleek het niet alleen op zaterdag
te druppen, maar ook op zondagochtend was het raak. Zachtjes tikte de miezer op
het dak en als je dan je motorpak aan staat te doen, dan denk je wel eens: “Waar
ben ik in vredesnaam aan begonnen?”
Als het dan opgeklaard is en je rijdt de A28 op richting
Assen, en je ziet de eerste mensen langs de weg staan, dan ben je die vraag
meteen weer vergeten. Jong en oud, jongen en meisje, knappe vrouwen en
gedrochten, mannen die zo uit het bejaardenhuis zijn weggelopen tot de
jongstgeboreren. Alle soorten en maten zit er langs de weg om alle tweewielers
weer voorbij te zien en horen razen. Fantastisch. Sorry voor het herhaaldelijk
gebruiken van het woord fantastisch, maar het was gewoon écht zo.
Aangekomen op Assen, na pitstop in Nunspeet en Beilen,
begonnen de races. In de Moto3 werd onze eigen Bo Bendsneyder op de streep van
zijn motor afgereden en kreeg een ‘did not finish’ achter zijn naam staan. Dat was enorm zuur, omdat Bo wel degelijk liet
zien goed mee te kunnen in het Moto3 geweld en de omroeper wist te melden dat
er heugelijk nieuws op komst zou zijn: Bo mag waarschijnlijk volgend jaar naar
de Moto2 en dat zie ik met vertrouwen tegemoet. Bo is een lange vent en zo’n
Moto3-machine zijn voor de wat kleineren onder ons. Met een klasse omhoog wordt
ook de motor groter en voor iemand die wat langer is, is een grotere motor
beter te behandelen. Enfin, het maakt verder niet uit, ik stem voor Bo naar de
Moto2.
Na de Moto3 volgde de Koningsklasse. In de tussentijd had
ik mezelf voorzien van een natje, een droogje en een nieuw petje, want ik had
in het pakken op de zaterdagavond mijn petje vergeten in mijn tas te doen. En
met de mogelijke regen op komst is dat toch ff niet handig.
De Koningsklasse volgde, waarin Valentino Rossi won in
een geweldige en spectaculaire race. Alles wat mij aantrekt in de motorsport,
kwam voorbij in de MotoGP. Inhaalacties, valpartijen, touchés, samengeknepen
billen en het Italiaanse volkslied aan het eind van de rit.
Dat Italiaanse volkslied kwam er ook in de afsluitende
race, de Moto2, waar Morbidelli in de laatste bocht, de Geert Timmer bocht de
Zwitser Luthi te snel af was en als eerste over de streep kwam.
De Geert Timmer bocht. Bekend en berucht op het circuit
van Assen. Ik weet niet of het ooit uitgezocht is, maar een groot gedeelte van
de ‘race winnende inhaalactie’ vindt plaats in de Geert Timmer bocht. En
crashes, die gebeuren ook vaak en sinds ik zelf motor rij, vind ik dat niet
meer zo leuk om naar de kijken. Al kwam Jorge Lorenzo wel erg lekker ten val in
je GT.
Met tevredenheid over de resultaten van de race, een mooi
petje op mijn kop en een APPJE van m’n pa (‘Hier ga je dus om half zes je nest
voor uit’) liepen we tevreden weer naar
de motoren waar het spel van liefde tussen motorrijder en alle viaducten tussen
Assen en Amersfoort in volle gang ging. Wat een liefde langs de kant en op de
weg. Vriendelijke mensen en niet van dat kutvolk wat grind in de berm flikkert
in bochten op dijken langs de Waal. Jong en oud, meisje, jongen, enfin…
hetzelfde koppel als de ochtend stond er weer en met uitbreiding. Stoeltjes,
koelboxen, auto’s in de berm, de TT is meer dan het grootste sportevenement van
het jaar. Het is iets wat leeft, wat in mijn mening te weinig aandacht krijgt
in de media, net als de rest van de motorsport. Het wordt hoog tijd dat een
grote zender de uitzendrechten van de MotoGP weer oppikt, zodat we zondagen
lang kunnen genieten van de mooiste sport die er is.
Zei ik dat hardop? De mooiste sport die er is? Jazeker.
Want er is spektakel, het gaat vreselijk hard, soms maar net goed en heel soms
ook net niet goed. En er is respect. Respect bij de rijders onder elkaar.
Respect op de tribune. Zoveel verschillende favorieten en iedereen geniet mee,
of zijn of haar favoriet nu wint of crasht. Geen pelotons mobiele eenheid om de
rivaliserende groepen uit elkaar te houden. Geen gescheld met ziektes. Geen
blauwe ogen. Geen ellende.
Ja. Motorsport is de mooiste sport die er is.
Het is inmiddels 12 uur. Ik taai hem af. Wat een weekend.
Eentje voor in de boeken.