maandag 1 april 2019

The groove of all grooves


1991. Multigroove wordt geboren. Onder leiding van voorman Ilja Reiman worden er illegale feesten gegeven. Illegale feesten die in nauw contact staan met de opkomende house-muziek, die ook door jonge Nederlandse DJ’s wordt opgepikt vanuit Chicago en Detroit. De Roxxy en de iTT worden Amsterdamse legendes in het nachtleven en voor iedereen die zich daar niet in kan vinden organiseert Ilja met zijn vrolijke bende onder de noemer Multigroove de underground-feestjes. Eerst op verschillende, gekraakte locaties en tunnels. Totdat men een leegstaande loods tegenkomt, deze kraakt en er elke vrijdag wordt geraved alsof het leven er vanaf hangt. Die loods is in de Amsterdamse Elementenstraat. Week in week uit feesten 4.000 man zich helemaal de pan uit met DJ Dano, Buzz Fuzz, Lady Dana en Darkraver achter de draaitafels, waarbij de politie een oogje toeknijpt. Het gaat een jaar goed: dan grijpt de politie toch in vanwege de grote hoeveelheden geestverruimende middelen die door de gasten naar binnen wordt gewerkt. De politie treedt harder op tegen illegale housefeesten en Multigroove lijkt een stille dood te sterven, net als de housemuziek.
In 1991 was ik 5. Te jong om naar housefeesten toe te gaan.

Als vaste bezoeker was Duncan Stutterheim niet weg te slaan bij Multigroove. Samen met de jongens die later ID&T vormden kregen ze een idee. Feesten geven. Grootschalig. Winstgevend. Zo werden in de loop der tijd Thunderdome en Sensation geboren, met als nageboorte Defqon, Awakenings, Mysteryland en Decibel. In de loop der jaren komen grote namen als Tiësto, Ferry Corsten, DJ Paul Elstak, Armin van Buuren, Afrojack en Martin Garrix tot op de top van hun kunnen tijdens feesten, die tegenwoordig onder de noemer festival door het leven gaan. Geen idee waarom.

Multigroove lag na de inval van de politie op de rug, maar richtte zich weer op. In de Hemkade in Zaandam werd gebeukt en gestampt en ook in Borchland waren regelmatig de dampende gabbers tot vroeg in de middag gespot nadat onder andere DJ Partyraiser de boel in figuurlijk in de fik had gestoken.
Vorig jaar kwam er een boek uit over het wonderbaarlijke verhaal van Multigroove, een boek dat deze blog van mijn kant opleverde. Een waar feest om te lezen. Meteen enthousiast. Het enthousiasme werd niet minder na het zien van de driedelige documentaire ’30 jaar Dutch Dance,’ waarbij zowel Ilja als Duncan aan het woord kwamen als pioniers van de Nederlandse housescene.

2019. 30 maart. Ik had er al weken zin in. Een dagje/avondje/nachtje de allerbeste houseclassics in de Elementenstraat. In januari al een kaartje gekocht en toevallig kwam ik erachter dat mijn zwager Sietse met zijn maatje ook aanwezig zou zijn in de Elementenstraat. In de weken voorafgaand alleen maar voorpret. Via Whatsapp werden klassieke houseknallers gedeeld, een playlist op Spotify volgde en de nieuwsgierigheid werd alleen maar groter.
En toen stapte ik, op zaterdag 31 maart om half 4 op het fietsje om naar de Elementenstraat te gaan. Een prachtige, zonnige zaterdag, waarbij het ook geen straf zou zijn geweest om met je zonnebrilletje naar een buitenfeestje te gaan.

Bij het binnenkomen hoorde ik de bass van Joey Beltram’sEnergy Flash, een persoonlijke favoriet. Het feest kon beginnen. Het pand aan de Elementenstraat (het straatnaambordje is overigens het meest gejatte straatnaambordje  van heel Nederland, de gemeente hangt het niet eens meer op) is een vreselijk lelijk pand van binnen. Het is donker, grauw en totaal niet te vergelijken met een hippe club waar je lekker kunt hangen voor de fame.
Bij Multigroove hang je niet voor de fame. Daar rave je tot je niet meer kan. En als je dan niet meer kan, dan ga je nog effe een stapje harder. En door.

En doorgaan deden we. Een 14-jarig meisje draaide de tent plat, de lazershows waren naadloos aansluitend bij de muziek en ik kwam er zelfs achter dat de rookruimte een fijne plek was om te zijn. Normaal gesproken zijn rookruimtes ruimtes waar je zo snel mogelijk weer weg wilde, maar niet in de Elementenstraat. Duncan Stutterheim, heb je hem weer, is sinds een paar jaar de nieuwe eigenaar van het legendarische pand, onder de naam Warehouse Elementenstraat. Ook de naam is legendarisch: Warehouse was een club in Chicago, afgekort tot ‘The House.’ Daar werd ook de eerste housemuziek gedraaid en dankzij de naam van de club draagt de muziek de naam housemuziek. Vooral niet te moeilijk denken is het credo.

De houseclassics, gedraaid door de klassieke Multigroove DJ’s waren niet aan te slepen. Sietse had me gezegd dat het in het begin nog wel rustig eraan toe ging, maar er werd meteen vol gas gegeven, zoals ik eigenlijk wel een beetje verwacht had. Bij Multigroove kennen ze geen gas terug. Kneiterharde house, waarbij regelmatig de beats per minuut behoorlijk werd opgeschroefd. Het was prachtig, zoals ook de bezoekers prachtig waren. Iedereen op hun eigen manier en ik was 1 van de jongste die er was, met uitzondering van de jonkies die aan de hand van hun ouders de dansvloer op werden gesleept. Opvoeden doe je zo. Zowel de dames als de heren voorzien van de nodige inkt op het lijf, die anabooltjes die op hardstyle festivals altijd zonder shirt stoer staan te kijken, waren er niet. Ik voelde me thuis, daar in de Elementenstraat.
En met de waanzinnige tribute aan de overleden Prodigy zanger Keith Flint werden de rave-klassiekers van stal gehaald. Bij de eerste keer ‘Smack my bitch up’ was het net alsof de eerste bassdrop je een rechtse directe in je gezicht kreeg. Die kwam even binnen zeg.

In het fotohokje zorgde Sietse en ik voor een ‘tastbare’ herinnering aan wat mijn eerste Multigroove was. In de Elementenstraat, de plek die voor houseliefhebbers is, wat De Meer voor Ajax supporters is: Het grote werk is er allemaal begonnen. Dit keer speelde niet Johan Cruijff, Marco van Basten, Dennis Bergkamp of Patrick Kluivert (die laatste heb ik nog met eigen ogen in De Meer zien scoren), maar Buzz Fuzz, Lady Dana, The Prophet en Darkraver.

‘You may be black, you may be white. You may be Jew or gentile. It doesn’t make a difference in our house.’ (Uit: ‘My House’ van Chuck Roberts)