vrijdag 29 september 2017

United Kees of Amerika: LA Woman

Venice Beach (Ca), vrijdagochtend 00:02 uur. De laatste dag van de vakantie is aangebroken. Morgen  om 12:10 uur land ik op Schiphol. Of de Oekraïense rebellen moeten ook op mijn vliegroute zitten. Anyway, hopen dat het allemaal goed gaat. De laatste 4 nachten van m'n trip zat ik in Venice Beach en het waren onvergetelijke dagen.

Op dag 1 reed ik over Highway One van San Diego naar Los Angeles. Ontspannen, muziekje aan en het raampje open. Het was een waardige afscheidsrit van de Dodge, die 's middags weer naar het verhuurbedrijf toe moest. Het plan was om de koffer in het hostel te droppen en daarna de Dodge weg te brengen. Hetgeen zonder problemen is gebeurd. Fijn karretje, jammer dat er in Nederland bepaalde politieke partijen zijn die het onmogelijk maken om zo'n fijne auto te kunnen rijden.
In Venice is het trouwens niet anders. Je betaalt je scheel aan parkeerkosten. Dus goed gepland om geen auto te hebben in Venice.
In het hostel sliep ik met 6 man op 1 kamer. Een internationaal gezelschap, allemaal jongens uit alle uithoeken van de wereld. Met een paar belandde ik later nog in The Brig, een Californication achtige tent op Abbot Kinney. Eerder die dag werd ik nog op straat aangesproken en kreeg de complimenten over 'the artwork' op m'n rechterarm. Veerle, voor in je achterzak. Toen er gevraagd werd om een sigaret en ik aan die vraag voldeed, hoorde ik de mooiste 'maaaaa nigga' die ik ooit gehoord heb. Een jongen uit de hood. Inderdaad, met een kleurtje. Mooi portret.

Dag 2 gingen er twee diepgekoesterde wensen in vervulling; de eerste was om op een Harley door Hollywood en Beverly Hills te rijden. Het was een bakbeest van een motor, een beetje als in een Amerikaanse film met motoragenten. Maar wat een machine. Geluid, vermogen, zithouding. Daar zou ik best aan kunnen wennen. Waar ik niet aan wil wennen is de verkeersdrukte in LA. Here Jezus wat staan daar elke dag de hele dag een zooitje file. In Amsterdam is het bal als om half 6 de Zuidas leeg loopt , maar dat is anderhalf uur later opgelost. Geef mij maar Amsterdam. 
Ik reed niet alleen door Hollywoord, maar ook naar de pier in Santa Monica, naar LA Downtown, naar de Hollywood Hills en over de Mulholland Drive. En voor die Mulholland Drive neem ik de volgende keer een racer mee. Wat een bochten liggen daar. Een racer en twee setjes kniestukken. En een week van huis. Geen mij maar de Mulholland Drive. Het rijden, in een shirt van SAMCRO, met pothelm, zonnebril, spijkerbroek op m'n sneakers is een lang gekoesterde droom die werkelijkheid werd. Als een kind zo blij.
En 's avonds dacht ik: weet je wat, we doen droom nummer 2 nog dezelfde dag. Op Sunset Boulevard in Hollywood zit de Whisky A Go Go. Een legendarische tent onder liefhebbers van rockmuziek. Een soort van Mekka van de rockmuziek. Een kleine intieme zaal, met een aparte sfeer. En alle grote jongens hebben op dat podium gestaan: Jimi H, Metallica, Led Zeppelin en uiteraard The Doors. Die zijn zelfs huisband geweest in de Whisky. Een magische tent en het was er die avond ook gewoon goed. Het podium werd wisselen gevuld in verschillende opstellingen. Zo rouleerde de oud-gitarist van The Ramones met de ex-drummer van Duran Duran. Het was een avond met heerlijke rock, de muziek die in Europa een langzame dood is gestorven, maar in Amerika leeft als nooit te voren. Hoe ik naar de Whisky ben gegaan? Op de Harley natuurlijk!

Die Harley bracht ik de vorige dat terug en was meteen zo vriendelijk om m'n leren jackie in de motor te laten zitten. Gebeld met het bedrijf, maar uiteraard niks aangetroffen. Ach ja. Ik was ook wel toe aan een nieuw leren jackie en er zat niks van belang in de zakken. Gaan we bij terugkomst gewoon even naar The Sting of ik zet m'n moeder aan het werk met d'r niet te stoppen drang tot het zoeken van koopjes op internet.
Nadat ik terug was in het hostel heb ik m'n handdoek gepakt en ben naar het strand gegaan, waar ik 2 uur later wakker werd. Het was nodig. Resultaat: een rooie rug. Niet gek, je rug verbranden rond eind september. Welkom in Cali. 
's Avonds at ik bij Hal's in Abbot Kinney. Het was de minste maaltijd die ik op heb, de biefstuk smaakte meer naar een Michelin Pilot Power 2CT dan naar een koe. Op de terugweg scoorde ik een flesje Malibu voor in het hostel en halverwege die fles werd besloten om naar Townhouse aan de overkant van de straat te gaan. Goeie beslissing was dat. Het was namelijk stripclubsvond en om een heel erg lekker wijf zichzelf te zien uitkleden op 'Roadhouse Blues' van The Doors maakt de kater de volgende dag meer dan waard.

Want die had ik, dus vielen m'n plannen om de naar de studio's te gaan in het water. Dit is vast niet de laatste keer LA en die studio's lopen niet weg. Ik verzoop m'n kater met een frisse duik in de oceaan en ging vervolgens op souvenirjacht. Die jacht bracht me uiteindelijk via een Ubertje in Santa Monica, waar ik scoorde en via het strand terug liep naar Venice. Een lekker wandelingetje. Onderweg even stoppen voor een peuk en cola. Niks mis mee. M'n avondmaaltijd was een chicken BBQ pizza die goddelijk smaakte. Er was nog een beetje Malibu dus die heb ik ook maar even opgemaakt voor dat het bedtijd was. De koffer is reeds gepakt, m'n trui ligt klaar want het schijnt herfst te zijn in Nederland.

Morgenochtend om 11.00 uur check ik uit en ga dan nog even naar de Venice Canals om wat plaatjes te schieten. Rond een uur of 2 pak ik een Uber naar LAX en de KL0604 zal mij naar Amsterdam brengen met een verwachte aankomsttijd van 12.10 uur op zaterdagmiddag Nederlandse tijd. Wanneer ik geland ben, volgt een nawoord van deze geweldige ervaring. Daarna keert de rust weder. Denk ik.

maandag 25 september 2017

United Kees of America: San Diego

Maandagochtend 10:00 uur precies. Ik ben onderweg vanuit San Diego naar mijn laatste bestemming in Venice Beach. San Diego. Wat een heerlijke stad. Het was een uitstekend weekend.

Zaterdagmiddag kwam ik rond een uurtje of 3 aan bij het hotel. Vanuit Indio was het een kleine 4 uur, dus was er geen haast. Ik had via Trivago een hostel gehoekt op wat naar later bleek een toplocatie: recht in het populaire Gaslamp District. Aangezien San Diego een beetje onbekend en onderschat is bij ons Europeanen, hier wat geinige info: San Diego heeft meer inwoners dan Amsterdam. San Diego heeft een honkbalteam wat bijna dagelijks een vol stadion trekt. In de binnenstad van San Diego kom je geen enkele McDonalds of Burger King tegen. Wel talloze restaurantjes, die allerlei verschillende wereldkeukens aanbieden. En Amerikaanse porties. Ik kreeg gisteravond bij restaurant Pevecino m'n lasagne niet eens op. God, wat een bakbeest was dat. 
De zondag was een relaxte dag. Ik ging rond 10 uur naar Coronado, aan de overkant van San Diego. Heerlijk op het strand gelegen. Beetje verbrand ook. Kluun gelezen, muziekje d'r bij. Rond een uurtje of 2 kwam ik erachter dat ik nog geen plaatjes had van deze heerlijke stad, dus heb ik er een paar geschoten. Met een baard die inmiddels op standje Vondelpark stond, ging ik vervolgens op zoek naar een barbershop. Met succes, want vlak bij mijn hostel dat Floyd's. Met een verse opskeer en een keurig getrimde baard ging ik even naar m'n kamer. Die kamer deelde ik met nog 3 mensen: een stel uit Kansas City en een gozer uit New Orleans. Leuke mensen, niks mis mee. En ik heb goed geslapen de afgelopen nacht; ze waren niet aan het snurken of aan het ruften als een malle. Nadat ik m'n lasagne had gegeten was ik er eigenlijk wel klaar mee en was het tijd om naar bed te gaan. Het was een rustige San Diego zondag.

Een rustige zondag wordt meestal vooraf gegaan aan een minder rustige zaterdag en dat kan ik beamen. Nadat ik in was gecheckt, ging ik naar het kroegetje waar ik m'n vorige blog schreef. Inderdaad, met die heerlijke barvrouw. Weinig gegeten, 2 Heinies en een shotje en ik lag er af. De chips in het hostel hebben voorkomen dat ik al vroeg in m'n mandje lag. De chips en een potje lang douchen zorgden ervoor dat ik er weer tegenaan kon. Na een steak bij het Hard Rock Café was ik volledig hersteld en kon de zaterdagavond beginnen. Ik kwam terecht bij een tent die The Thin Roof heette. Afgeladen vol, leuk terras en live-muziek, gespeeld door een prima band, met een godin als leadzangeres. 
Buiten bij het roken ontmoettte ik een man die het geluid deed. Een vijbuiter, eind 40. Een 'I can do whatever the fuck I want' figuur. Ik mocht 'm meteen. Hij deed me, ook qua uiterlijk, een beetje aan ome Henk denken. Het gesprek duurde 3 sigaretten, toen moest ie weer aan de gang. Bij het voorbijgaan in de kroeg kreeg ik constant een vriendelijke klap op m'n schouders. Waarschijnlijk omdat ik m'n Bowie shirt aan had.
Vervolgens ontmoette ik Ritch, een kleine, kale gozer die me om 'n peuk vroeg. Nadat ik zei waar ik vandaan kwam, was ik ineens z'n beste maat. Hij was in Amsterdam geweest en hij had er een amazing time. Hij vertelde dat hij op stap was met 9 meiden en dat hij een beetje mannelijk gezelschap wel kon waarderen. Niet dat hij op mannen viel, maar gewoon. Als je als man met 9. vrouwen op pad bent, dan is mannelijk gezelschap goed. You're coming with us. Dat zei ie en dat vond ik meer dan best. Ik ben niet aan alle 9 voorgesteld, maar 1 zou ik mezelf blijven herinneren. Dat was Christina, een 44-jarige Cali girl. Volgens Ritch gruwelijk rijk. Uiteindelijk ging het zo dat ik met Ritch en Christina in een privé club belandde, in de wijk Pacific Beach, met flessen whisky op tafel van 600 dollar de fles. Toen ik herhaaldelijk zei wat ik verdiende zeiden ze allebei: 'don't worry, we just want you to have a good time and we will take care of you.' Niet dat ik van whisky hou of zo, maar een gegeven paard kijk je niet in de mond. Het gezelschap vond m'n afkomst meer dan interssant en het werd een hele gezellige en bijzondere avond. Het enige wat ik miste waren coke en pornosterren, maar wat je niet hebt, kan je niet missen.
Aan het einde van de avond gingen Ritch, Christina en ik naar huis van Ritch. Een klein appartementje in de wijk Pacific Beach. Omdat het daar klein was, Ritch z'n ogen dichtvielen en het toch tijd was om te gaan slapen, nodigde Christina mij bij haar uit om in de logeerkamer te slapen. 'Just to make sure, we're not having seks, I just want you to feel safe.' 
Het bleek geen vals voorwendsel te wezen. In het huis van Christina, 3 verdiepingen en loeigroot, sliep ik in de logeerkamer met privé badkamer. Op de begane grond stond in de huiskamer een tv van het formaatje bioscoop en in de keuken stond een pooltafel. In de garage stond een BMW 328, waar Christina mij de volgende ochtend mee naar m'n hostel bracht. Zaterdagavond was een bijzondere avond. 'Welcome to California' had Christina me al meerdere malen met een knipoog gezegd.

Welcome to California. Here Jezus. En ik heb nog 4 nachten Venice Beach te gaan. 

San Diego, je was geweldig. Ik zou er best nog een week kunnen verblijven. Of een jaar. Of voor altijd. Heerlijke stad.

zondag 24 september 2017

United Kees of America part nine

San Diego (Ca), zaterdagmiddag 16.13 uur. Met een dijk van een barvrouw als uitzicht en een fleske Heineken op de bar begin ik aan deel 9 van m'n Amerika blog. Het zonnetje schijnt buiten en ik ben voor het eerst ingecheckt in een hostel. Hartje San Diego, het kan ontzettend slechter.

Vanmorgen reed ik rond elven weg uit Indio. Het was het slechtste Motel 6 van de reis. Ik sliep begane grond, aan de drukke weg. Naast die drukke weg lag een spoorlijn waar elk uur een goederentrein van ik geloof 20 kilometer overheen denderde. Het geluid van een stationair lopende vrachtwagen was vanmorgen om half 8 m'n wekker. Daarnaast was de WiFi om van te janken en dat is jammer als je toch even wilt FaceTimen met thuis.

Thuis. Ik kreeg een appje van A of dat ik al een beetje heimwee had. Heimwee? Op je muil, gauw! Nog niet misschien. Het is dat ik een leven en een manier van inkomen heb thuis anders had die retourticket al lang en breed in de vuilnisbak gelegen. Wat een fantastisch land, met aardige mensen, zo ontzettend veel te zien en nog meer te doen. Als lange, blanke Europeaan ben je een makkelijk aanspreekpunt voor lokale en niet lokale mensen. Als mensen m'n accent horen, dan vragen ze al snel of ik uit Duitsland kom en wanneer ik dan zeg dat ik uit Nederland vandaan kom, dan krijg ik van historisch goed onderlegde Amerikanen al meteen een welgemeend excuus. Niet dat dat nodig is overigens, ik vind het wel grappig. De oorlog heb ik niet meegemaakt, evenals 1974. En wat er tegenwoordig in Duitsland woont kan er best goed mee door. 
Eigenlijk valt er over de rit niet heel erg veel te zeggen. Die was aan de korte kant, in vergelijking met gister. De muziek was goed en in iets minder dan 3 uur reed ik San Diego binnen. Ik had op de app van Trivago nog even snel en hostelletje geboekt. Hartje San Diego. 54 euro. Ik lach me kapot hiero, helemaal als je je bedenkt dat de DJ van de tent waarin ik zit (met die heerlijke barvrouw dus) zojuist Liquid Spirit van Gregory Portet in zet.

Iets wat ik nog niet benoemd heb, en ik hoop niet dat ik m'n truckdriving friends hiermee beledig, maar vrachtwagenchauffeurs in Amerika zijn echt klootzakken. Die gaan op hun gemak op een 2-baansweg een vrachtwagen of vier inhalen met 60 mijl per uur. Allemaal leuk en aardig dat die gasten 3 minuten eerdet op hun bestemming zijn, maar als de Dodge en ik eraan komen denderen met 90 per uur, dan is het hard remmen geblazen. 
De trucks zijn overigens een lust voor het oog. Allemaal voorzien van een snoet, maar dat heb ik volgens mij al verteld. Truckdriving friends zouden hier hun ogen uitkijken naar wat er allemaal rond rijdt. 

Ik heb nog niet echt een idee wat ik vanavond en morgen allemaal ga doen, maandagochtend Check ik uit en ga ik richting Los Angeles voor alweer het laatste gedeelte van m'n geweldige trip. Ik ga daar nog niet te lang bij stil staan, want dan word ik verdrietig. 

zaterdag 23 september 2017

United Kees of America part eight

Indio, CA, vrijdagavond 21:20 uur. Uiteraard net ingecheckt in een motel 6 op de Monroe boulevard. Het was een lange rit, om 14:00 uur reed ik weg bij The South Rim van de Grand Canyon. En nee, die naam heb ik niet zelf verzonnen. 
Even terug naar het moment van mijn laatste blog, die ik gistermiddag rond 15:00 uur zat te tikken in Arizona. Ik was onderweg naar Flagstaff en checkte daar om 19:00 uur in bij m'n motel en heb vervolgens een goddelijke pasta naar binnen zitten werken. Was broodnodig na al dat Amerikaanse vette voer van de afgelopen dagen. M'n lichaam kennende zal ik eerder afgevallen zijn dan andersom maar goed.
De pasta werd overigens geserveerd door Vicky, iemand die zo door had kunnen gaan voor het zusje van Alicia Silverstone in haar glorietijd. Leuk meisje, maar er zijn meer hondjes die Fikkie heten.
De weg van Vegas naar Flagstaff ging over de Interstate 40 volgens mijn GPS. Het uitzicht vanuit mijn auto was wederom prachtig met heuvels, heuse bergen, het bergop en af rijden en het zag er allemaal een stukje groener uit dan in Nevada en Cali. Ik mag trouwens tegenwoordig Cali zeggen. Veel kleuren in de natuur en het had ongetwijfeld prachtige plaatjes opgeleverd. Ware het niet dat wanneer je uit de auto stapte om foto's te maken je noten net niet uit je broek waaiden. Here Jezus wat een wind. Dat sloeg echt nergens op. Het had zijn weerstand op de talloze vrachtwagens die zachter gingen rijden. Ik heb geen ongeluk gezien, al word ik van een slingerend aanhangertje altijd een beetje nerveus. Iets met Spanje 2001. 

Onderweg kwam ik een verrassing tegen, want de Hoover Dam lag op de route en dat wist ik niet. Een fenomenaal stukje bouwkunde van de mens. Zo uit de rotsen gehakt, met een schitterende brug, een dam en een stuwmeer. Tussen de bochtige bergweggetjes op de grens van Nevada en Arizona. Deze trip leert me sowieso dat zowel de mens als de natuur tot ongelofelijke dingen in staat zijn. Zowel positief als negatief.
Enfin, Flagstaff dus. Een plaatsje die ik in m'n planning had gefrommeld omdat het lekker bekt en omdat het de weg is naar de Grand Canyon. Ik weet nog wat ik gezegd heb over het zien van een grote scheur, maar wederom stond ik met open mondje het volgende natuurspektakel te bekijken. Wat een reliëf, wat een diepte, wat een verschil in kleuren. En wat een geinige eekhoorntjes die er met de camera van een Frans stel voorbij gingen. Kutfransen. Net goed.

Ik heb er een uurtje of 2 rond gehobbeld, daarna was het tijd om terug te gaan naar Cali. In Phoenix had ik geen zin en aangezien ik me een dag vergist had in de planning , blijk ik niet 1 maar 2 nachtjes San Diego te kunnen doen. Die afstand was net ff te groot, het werd Indio. Wederom een groot stuk over de Interstate 40, waar ik wel het een en ander over te zeiken heb.
Want wat een kutweg. Sorry voor de kinderen die meelezen of degenen die er niet tegen kunnen, maar echt hoor. De Belgen zouden zich kapot schamen als er zo'n weg in hun land zou liggen. Ik heb op z'n Broer Termeers zitten godver-en in de auto. 'T is niks geen wonder dat ze daar alles naar de donder rijden. Er zaten gaten in het asfalt die nog groter waren dat de putten in de benen van Patty Brard.
Gelukkig doen ze er wel wat aan, want op de plekken waar het helemaal niet meer te harden is, is er 'road work.' Een keertje of 1800. Ik weet dat wegwerkzaamheden nodig zijn voor het onderhoud van de weg, maar als je een keertje of 1800 het bord 'Road work' hebt gezien, dan ben je er wel behoorlijk klaar mee. Daarnaast is het lelijk om te lezen. De Duitsers hebben tenminste een mooi klinkend woord voor wegwerkzaamheden, die noemen dat namelijk Baustelle. Klinkt sjieker. 

Overigens was het rijden gister en vandaag niet allemaal kut met peren hoor. De US180 van Flagstaff naar Williams (richting GC) is een genot waar ik bijna in m'n eentje gebruik kon maken vanmorgen. Heerlijk stuurwerk, af en toe omhoog, af en toe naar beneden, mooie dingen als je naar buiten keek en met Hotel California van The Eagles was het muzikaal meer dan in orde.
En de US95, vanaf de Insterstate 40 richting Indio. Een zelfde verhaal, maar dan met de ondergaande zon op rechts, tientallen onbekende resorts op links en gassen maar. Phil Collens had het over de lucht vanavond en die was goed. Heel goed. 

Morgen gaat de reis verder naar San Diego. Het gaat best lekker zo.

vrijdag 22 september 2017

United Kees of America: Las Vegas

Arizona,  donderdagmiddag 15:00 uur. Onderweg naar Flagstaff. Ik heb 2 uur geleden Las Vegas verlaten. My fucking God. Wat een stad. 
De aankomst was op dinsdagavond rond een uurtje of 6, eigenlijk net te vroeg. Het plan was om in het donker aan te komen, want 'ze' hadden gezegd dat dan ineens de stad opdoemt in de duisternis. De Dodge is anders dan de Stilo. De Dodge wil namelijk wel. Ik had in Mammoth Lake reeds een hotelletje geboekt en niet de minste: Caesars Palace, onder andere bekend van de film The Hangover. Om grapjes te voorkomen: er lag geen tijger op m'n kamer. Geen baby ook trouwens. Het was een voor Vegas maatstaven een simpel kamertje, maar luxe genoeg. Tering, wat een heerlijk bed. Alles zag er strak uit, er hing een 50 inch plasmascherm aan de muur en het hotel was dermate groot dat je er een plattegrond bij kreeg om te zien waar je kamer was. Een rondje Vondelpark is kleiner dan een wandeling door Caesars Palace. 
Nadat ik m'n spullen op de kamer had gedropt, heb ik 2 uur met open mond over The Strip gelopen. Here Jezus, die lichtjes, die (nagemaakte) gebouwen, het Bellagio hotel, de vrouwen, het was ongelooflijk. In die 2 uur schoot ik 125 foto's geloof ik. Niet normaal. Zulke dingen hebben wij in Europa niet, tenminste niet dat ik me kan voorstellen. De originele dingen staan in Europa, zoals de Eiffeltoren en die geile Romeinse vijver. Het Bellagio heeft trouwens geen vijver. Die heeft twee zessers, aan elkaar geplakt. Een vijver bijna net zo groot als de Sloterplas. Vegas puts the big in biggest. Here Jezus.
Toen was het tijd om het overhemd aan te doen, ready to let the dogs out. Ik voelde me net Bradley Cooper toen ik door de hotelgang wandelde. Ik bleek niet de enige te zijn.
In het Belaggio ging ik op zoek naar een Texas Holdem poker tafel. Ik ben nog nooit in een casino geweest, maar pokeren heb ik wel eens gedaan. Met een buy-in van 40 dollar was ik 6 minuten en 23 seconden later klaar. Ik snapte er geen kut van. Net als van drinken halen. Dat moet je doen als je lekker zit te spelen achter 1 van de miljoen fruitautomaten. Dan kost een drankje namelijk een paar dollar aan fooi, in plaats van 12 dollar voor een Heinie aan de bar.
Die regel, en meer regels van Vegas, werden me duidelijk toen ik Emily ontmoette op de Strip. Emily werkte daar als promoter maar vond het niet erg om me de Strip te laten zien. Emily groeide op in Mexico, werkte in de muziekindustrie in New York, maar toen de crisis toeslag, was het Vegas. Ze kende de stad op haar duimpje en nam me mee de nacht van Vegas in. Casino na casino, hotel na hotel. Emily liet het me graag zien. En wat me opviel: het was allemaal hetzelfde. Als je 1 casino hebt gezien, heb je ze allemaal gezien. Hier en daar drukte ik een 20je in de automaat. Zonder succes. Naarmate de nacht vorderde, werd Vegas leger. Toen we rond 3-en door Luxor wandelde, waren er 4 mensen die achter een fruitautomaat zaten. Niet dat dan de lichten uit gaan. Het was eigenlijk een beetje triest, helemaal in een wereld waarin we zuinig met energie om moeten gaan. In Vegas spuiten ze schoon drinkwater over kunstgras. Vegas is een beetje van tante Lotje getikt.

Nadat Emily en ik afscheid hadden genomen en een afspraak hadden gemaakt voor de volgende dag, was het tijd om in dat heerlijke bed te ploffen. Met Emily had ik de afspraak gemaakt om rond 1 uur 's middags af te spreken bij The Gun Shop. Leuke eerste 'date.' In een klein half uurtje knalde ik letterlijk anderhalve meier erdoorheen maar het was ongelooflijk vet. Ik schoot een Baretta M9, die ik zekere overheidsdiensten in Nederland ten zeerste aanraad. Daarna kwam de sniper rifle, gevolgd door het automatische werk van een M4 en een M249. Voor iemand die vanaf kleins af aan al getriggerd is door vuurwapens was het een koopje. Ik voelde me als een kind in de snoepwinkel. 
Vervolgens liet Emily mij de stad zien bij daglicht. De Dodge kon ook het werk als gids prima verduren en we reden naar wat highlights van Vegas. Onder andere het pandjeshuis bekend van tv. Ik ben er niet binnen geweest. Die kale zou wel naar 1 van z'n 700 vrienden zijn om informatie te vragen over een oud honkbalkaartje. Wel zag ik het 'Welcome to the Faboulus Las Vegas' bord. En daklozen. Heel veel daklozen. Het was bizar. Rij je op het ene moment door een gedeelte waar men niet kijkt op een duizendje meer of minder, het andere moment liggen ze rijen dik op de stoep met bekertjes in hun handen waar een kwartje in zit. Heel, heel bizar. 
Nadat ik afscheid had genomen van Emily was het tijd voor chillen op de hotelkamer. Boekje van Kluun d'r bij, niks mis mee. Ik was namelijk om kwart voor 6 terug in het hotel en om 6 uur ging het zwembad dicht. Zul je net zien.
Ook een gevalletje 'zul je niet zien' was toen ik m'n volgende 20 briefje in een automaat had geschoven. De automaat naast me keerde 1.000 dollar uit aan de man die er 1 dollar in schoof. Welkom in het leven van Kees. 
Dat werd enigszins hersteld toen ik eerst 200 pakte in Belaggio en vervolgens nog 60 in de MGM Grand. Zo speelde ik quite in Vegas en dat gaf een goed gevoel. Voor de rest: lampjes, extremen in meerdere opzichten, veel namaak, een zooitje mafkezen op de Strip en veel fototoestellen. Vegas is een rare stad.

Maar ik sluit niet uit dat ik er nog een keer heen ga. Want het is raar, maar boeiend. Je ontmoet de gekste mensen, je kan alles doen wat je wilt. En het ziet er allemaal goed uit. Ik ben in Barcelona, op Tenerife en Mallorca aangesproken door de suckie suckie 5 dollar dames die hun kunstgebit voor de gelegenheid hadden uitgedaan. Vrouwen die amper het stempel vrouw verdienen. Dat is in Vegas dus niet het geval. Of het gebeurd is, is een gevalletje 'What happens in Vegas....'

Grapje. Ik betaal niet voor seks. 

woensdag 20 september 2017

United Kees of America part six

Las Vegas, dinsdagavond 22.41 uur. Deze blog wordt geschreven vanachter een gokautomaat in 'the Bellagio,' waarvan ik geen idee heb hoe het boeltje hier werkt. Ik schrijf hier omdat ik hier goeie WiFi heb en jullie toch n beetje op de hoogte wil houden van hoe het allemaal verloopt hier.
Over Vegas doe ik nog geen mededelingen, dat doe ik ná deze blog. 

Vandaag begon m'n dag rond een uurtje of 9, toen ik wakker werd in het motel in Mammoth Lake. Prachtige plek, zo tussen de bergen. Ik maakte me op voor een pittige rit: door Death Valley naar Vegas. Volgens de TomTom exact 364 mijl, hetgeen neerkomt op de afstand tussen Berlijn en Amsterdam. 
Na wakker te zijn geworden en in te hebben geslagen (Pringles, cola, water en peuken) was het tijd om koers te zetten richting Death Valley. Via Highway 395 reed ik wederom over een praktisch lege snelweg door de mooiste landschappen. Echt waar, de Pyreneeën zijn voor pussies als je door Inyo National Forrest rijdt. Een scala aan bergen in een prachtig ochtendzonnetje met fijne muziek. 
En ergens op die highway kwam uit m'n playlist 'Sky and Sand' tevoorschijn. Terwijl ik met een gangetje van 65 mijl per uur aan cruisen was. Ik dacht aan Bas. Ik dacht aan hoe ontzettend ik aan het genieten was van het moment dat ik beleefde. Ik kreeg er ontzettend kippenvel van en ook m'n ogen werden vochtig achter m'n zonnebril. Ik, in m'n eentje in de Dodge, met dat nummer... het was gewoon prachtig en ik weet zeker dat ik van Bas een knipoog van boven kreeg. Omdat hij zag dat het goed was. 

Van de 395 dook ik de 190 op, richting Death Valley. Wat een nog groter park is dan Yosemite. Godsallemachtig. Het park begon groen, de weten gekronkeld. Weer dacht ik aan m'n R6 die in de schuur stond terwijl ik moeiteloos op 4 wielen bocht na bocht reed. Na ongeveer 50 mijl moest er een geeltje entree betaald worden en ging meteen de temperatuur omhoog. Het kwik gaf in de Dodge op een gegeven moment boven de 100 graden Fahrenheit aan, terwijl het in de auto lekker was, met 67 graden. Buiten de auto was het desondank niet slecht vol te houden, dus ook hier werden de nodige plaatjes geschoten.

Bij Furnace Creek, midden in Death Valley was het tijd voor n pitstop met cola en kippenvleugeltjes. De tent heette Corkscrew Saloon en meer wild west kon ik het me niet voorstellen. Ik at m'n kippetjes lekker op en zag dat er vlak naast me 2 Franstalige stelletjes zaten. Die begonnen als een stel Hollanders de rekening te delen en te discussiëren met het personaal over 2 dollar die niet goed was aangeslagen op de rekening. Triest paupervolk.
Ook kwam er een stelletje binnen waarvan de dame een Canon fototoestel om de nek had hangen en de iPhone in de selfiestok had zitten, de iPhone gereed voor gebruik. Alles voor de likes. Ik vind het leuk om een foto te plaatsen op m'n social media, maar dat doe ik omdat ik dat zelf leuk vind. Het zal me jeuken of er 3 mensen dit leuk vinden, 30 of helemaal niemand. Hetzelfde geldt voor deze blog. M'n foto's die ik maak, daar zal allicht wat van op Facebook komen. Maar de teller is vandaag de 1.000 gepasseerd en van alles wat daar nog bij komt wil ik een mooi fotoboek maken. Omdat deze reis bijzonder is.

Nadat ik de bovengenoemde ergernissen in m'n hoofd had opgeschreven was het tijd om koers te zetten naar Sin City, oftewel Las Vegas. Ik had vanmorgen in m'n hotel Caesars Palace voor een schappelijk prijsje en tegen 7 uur kwam ik aan in de stad waar volwassen weer even kinderen kunnen zijn. 
Daarmee komt deze blog aan een einde, want ik stik de moord van de dorst en m'n geld brand als een heks op de brandstapel in m'n zal. Indien nodig kom ik op de lijn om donaties te mogen ontvangen.

dinsdag 19 september 2017

United Kees of Amerika part five

Want 'the San Francisco part' was deel 4. Plaatselijke tijd is 21:27 uur en ik ben in Mammoth Lake. Uiteraard in een motel 6 en inmiddels met een volgevreten pens in bed. Het was wederom een lange dag. Maar één om nooit meer te vergeten.

Rond tienen reed ik weg bij m'n motel in San Francisco. Via de toeristische route (ik haat afscheid nemen) nam ik nog een laatste pitstop op Treassure Island voor de laatste foto's, een pakje Twinkies en drinken voor onderweg. Ik zou via Stockton richting Yosemite Park rijden. Ik maakte me op voor een rustige dag, rond 4-en bij een hotel als ik Yosemite 'even gedaan' zou hebben. 
Ik heb nog nooit iets zo onderschat. Yosemite doe je niet 'even.' Yosemite is een enorm park, vol met onwaarschijnlijke prachtigheden. Ik heb het over rotsen, meren, bomen, temperatuurverschillen en hoogteverschillen. Het hoogste punt waar ik reed was 9.000 feet. Nog een klein tikkie hoger en ik had onze lieve Heer en wat dierbaren daarboven een box vanuit m'n raam kunnen geven. Onwaarschijnlijk mooi, onwaarschijnlijk vet en wat is de Dodge uitmate geschikt voor dit soort klusjes. M'n fototoestel draaide overuren in de uiteindelijk 5 uur die ik over Yosemite gedaan heb. Ik zei nog heel stoer dat ik voor natuur 'wel naar het Amsterdamse hos zou gaan.' Yosemite maakt het Amsterdamse bos tot een natte wind die je maar heel eventjes ruikt. Ik was altijd behoorlijk onder de indruk van de Penon d'Ifach in Calpe, bij Benidorm in Spanje. Maar ik heb vanmiddag bergen gezien die de Penon d'Ifach doen veranderen in een steenpuist rondom je harige ster. Het was net alsof ik door een klassieke Steven Seagal film reed. Zonder de knokpartijen en het illegaal dumpen van gif. En ook zonder indianenjas en paardenstaart godzijdank. 
Ik heb echt nog geen 10 procent gezien van het geweldige Yosemite National Park. Ik heb een redelijk strak schema voor deze trip, dus helaas heb ik lang niet al het moois kunnen zien. Ik heb bijvoorbeeld geen wilde dieren gezien. Er werd gewaarschuwd voor bruine beren. Maar als ik bruine beren wil zien, kijk ik wel naar Peppa Big.

De Dodge kon Yosemite dus lachend aan, net als Inyo National Forrest. Ook al zo'n natuur schoonheid. Daar lag zelfs sneeuw in de bergen. Kan je nagaan, stap je in je korte broekje in je auto in San Francisco, vriezen een paar uur rijden later je ballen er spreekwoordelijk af. Gelukkig was ik voorbereid door een jasje en een lange broek op de achterbank te knikkeren, snel gereed voor gebruik. Godzijdank dat m'n zus me van de Mustang Cabrio heeft afgepraat. Want alle cabrio's reden 'open' voorbij, maar de inzittenden waren allerminst gelukkig met de temperatuur van 49 graden Fahrenheit. 
Het uitzicht en de bochten maakten alles goed. En ik kan niet wachten om met de foto's aan de slag te gaan in de vorm van een fotoboek wat ik van deze trip wil gaan maken. Uiteraard komt er wat op m'n social media, maar niet overdrijven. Ik ben al zo druk de laatste tijd op social media. Maar dit is te vet om niet te delen. Wat een dag weer.

En dan te bedenken dat ik 1 van de leukste dingen nog niet omschreven heb. Via Stockton (uiteraard, weer SAMCRO) dook ik bij Merced de 67 op richting Yosemite. Daar werd de weg al leuk, met bochten, bochten en nog eens bochten. Volgende keer dat ik hier kom, zorg ik dat ik m'n R6 en m'n Dainese pak met 3 setjes kniestukken in m'n handbagage heb zitten. Wat kun je hier ontzettend vet rijden, zowel op 2 als op 4 wielen. Heerlijk sturen en ik merkte toevallig ook nog dat ik daadwerkelijk wat van Jacob geleerd heb afgelopen voorjaar. Ik heb keurig netjes aan m'n inhaaltechniek kunnen werken. De Siërra Vallei. Here Jezus, wat een rit.
Het gekke is dat het rijden over deze wegen 1 van de dingen is die ik altijd heb willen doen. Lekker stukje muziek op standje teringtyfus en ik ben blij.

Nu ben ik dus in Mammoth Lakes, waar ze vorige maand nog volop aan het skiën waren. Morgen wacht Dead Valley en daarna Vegas. Een lange, vlakke en saaie rit. Ongetwijfeld zal er genoeg te zien zijn langs de weg én weet ik zeker dat Vegas de moeite waard is.

maandag 18 september 2017

United Kees of America: the San Francisco part

San Francisco, zondagavond 22:25 uur. Ik lig net in bed, met een pens van hier tot Tokyo. De verhalen over de grote Amerikaanse porties en de enorme lappen vlees, zijn waar. Om Hans van Zetten er nog maar eens bij te pakken: 'het is ongekend!'

Ongekend is ook de geweldige stad San Francisco, waar ik eigenlijk te kort verblijf. Helaas geldt bij deze trip hetzelfde als in de Tour de France en die wacht ook op niemand. Morgen check ik uit bij m'n motel op Lombard Street, maak ik nog even een kleine pitstop op Treassure Island en dan laat ik die geweldige stad achter me. Voorlopig, want ik kom hier zeker nog een keer terug. Een vrijdagmiddag, een hele zaterdag, een hele zondag en een laffe maandagochtend zijn aan de korte kant voor deze geweldige stad.

Vrijdagavond begon m'n avontuur hier eigenlijk al. Zoals reeds geschreven kwam ik via de Golden Gate en Hawk Hill deze stad binnen rijden. Het was meteen een startschot voor mijn camera om aan de bak te kunnen. Want deze stad heeft zoveel mooie gebouwen, landmarks en andere bezienswaardigheden dat je rolletje zo vol is. Één van de weinige voordelen van het digitale tijdperk waarin we nu leven. 
De zoektocht naar een plek om het weekend door te brengen, werd een rit door de hele stad. Van hoog naar laag en van laag naar hoog, met stijgingspercentages van 16 procent als maximum. De Dodge deed het lachend. Lang leve de automaat in de deze stad. En ze weten hier hoe het moet qua auto's. Hier rijden genoeg 'zware' auto's rond om de Jesse Klavers en de Amsterdamse grachtengordel  een rolberoerte te bezorgen. Wat het Polo'tje en het Ibiza'tje voor de jongemannen bij ons, daar rijden de begin twintigers hier in een Mustang, een Camarro of een Challenger. Voor overigens minder geld dan wat bij ons een Polo kost.
Nadat ik vrijdagavond om Lombard Street eindelijk een motel had gevonden, was het tijd voor eten. Ik belandde 200 meter verderop bij Bobo's Burger, waar mijn afkomst bij de ober meteen leidde tot een overeenkomst: De Golden Earring. Hij had ze in 1973 nog live meegemaakt, tijdens een tour door de States. De burger en het biertje smaakten er vervolgens niet minder om. Ik lag er vroeg in vrijdagavond. 400 mijl wegtrappen op een dag is best een pittige bezigheid.

De zaterdagochtend wandelde ik vanaf mijn motel als foto makend naar Fisherman's Wharf. 10 uur in de ochtend en kapot druk. Kapot vol met eettentjes, winkeltjes, tours en tickets en veel bijzondere dingen. Ik koos uiteindelijk voor een boottocht in de baai, omdat Alcatraz overboekt was. Met het boottochtje begonnen uiteindelijk de overuren voor de camera weer. Kost je 40 piek, maar zeer de moeite waard. Wat een uitzicht op de stad en de bruggen heb je vanaf zo'n boot. Heel erg de moeite waard, net als Pier 39, met alle winkeltjes, dingetjes en fraaie omgeving. Fischerman's Wharf moet absoluut op je lijstje tijdens een bezoek aan San Francisco.
Na de boottocht wandelde ik kris kras door de stad, eigenlijk zonder doel. Lekker verkennen de boel. Op de voetjes is dat bij sommige straten een uitdaging. Het isn nu anderhalve dag later, maar ik voel m'n kuiten nogn branden van het omhoog lopen. Never skip legday.
Na van alles gezien en gefotografeerd te hebben, was het tijd om even te chillen met een paar flesjes Bud op de kamer. Muziekje d'r bij en de telefoon voor het maken van de plannen. Na diverse opties te hebben afgewogen, werd het Union Street, op 20 minuutjes wandelen vanaf het motel. Op Union Street kwam ik al snel 2 dames tegen die eigenlijk een pizzatje gingen halen om vervolgens te gaan Netflixen, maar ze wilden toch even een drankje doen met die lange uit Nederland. Dat werd uiteindelijk The Brixton. Het bleef bij het ene drankje en met name Julie (die andere heette Meg, shut up Meg) vond het erg spijtig dat het daarbij bleef. Ik vond het minder erg, want dan nadat ze weg waren heb ik de meest goddelijke steak aller tijden op. Japanse beef, met een plak kaas en blokje tomaat, een sausje en bascilucum azijn. Bril-jant. Uitbuiken deed ik nog met 2 biertjes en toen was de pijp leeg. Teruglopend over Union Street bleek het een hotspot te zijn voor lovel San Francisco. Barretjes zaten vol, mensen zaten op het terras en er hing een gezellige vibe in de stad.
Die vibe was zondagavond verdwenen, toen ik volgens hetzelfde recept weer naar Union Steet wandelde. Kennelijk is zondagavond een minder goed idee, maar een zondagmiddag zou een goeie oplossing kunnen zijn.

Maar toen had ik geen tijd. Ik nam zondag namelijk de makkelijkste manier om de hoogtepunten van de stad te zien op een Hop on hop off bus. Kost je 2 geeltjes, maar dan heb je ook wat. Wederom maakte m'n fototoestel overuren. Ik stapte uit bij Chinatown, wat echt is als op tv. Drukke Chinezen en dan zo'n lange blanke darm er tussendoor. Er was een parade met een beste honderduizendklapper als klapstuk. En zulke hebben ze in België niet. Toen ik bij Washington Sqaure, via Little Italy weer op de bus hopte, ging het verder met de hoogtepunten van de stad met commentaar van een hilarische gids. Sarcastisch en scherpe humor, verteld door een dikke Yank met een gek hoedje. Moet kunnen. 
Ik hopte er nog 1 keer uit, bij Haight Street, waar in 1967 de Summer of Love begon. Hippies reikten tot aan de oksels in die tijd en tegenwoordig komen ze tot aan je knieeen. Ik heb niks met hippies, uitgezonderd de muzieksmaak. 
Op Haight Street vind je naast hippiewinkels, barretjes, een Mac en graffiti ook the Red House, waar legende Jimi Hendrix behoorlijke tijd heeft gewoond bij zijn toenmalige vriendin. Het heerlijke nummer Red House gaat over deze plek. Het toeval wilde dat ik op 18 september hier langs liep, de sterfdag van deze gitaargod.
Haight Street is een aanrader, waar je de hippies ook nog in hun habitat aan kan treffen. De rit ging verder via Golden Gate terug naar mijn motel waar ik m'n koelkast leeg dronk, m'n spullen klaar zette voor het vertrek van morgen en de auto af ging tanken. Een laatste goeie hap bij The Brixton maakte een einde aan deze geweldige zondag.

Morgen gaat de reis verder, richting Yosemite. En na Yosemite wacht Vegas. Desondanks zou ik hier best willen blijven. Wonen ook, maar met een gemiddelde huizenprijs van 1,4 miljoen dollar gaat 'm dat niet worden.

zaterdag 16 september 2017

United Kees of America part three

San Francisco, vrijdagavond 20.20 uur. Here Jezus, wat een rit. Ik gok dat ik vandaag de 400 mijl lachend heb aangetikt, na m'n vertrek uit San Simeon. Even kijken of ik alles nog weet. Het was een lange dag. 

Eerst een biertje, dat schrijft wel zo makkelijk. Ik ben ongeveer een uurtje geleden ingecheckt in het Town House Motel op Lombard Street, een kwartiertje lopen van de Fisherman's Warph. Het was even zoeken, naar slaapplek voor 3 nachten, maar uiteindelijk had ik beet. If you're going to San Francisco, be sure to book a place to sleep in advance zullen we maar zeggen. Als ik zometeen op 'Publiceren' heb gedrukt, spring ik onder de douche en ga een burger scoren. Die heb ik wel verdiend.

De dag begon om 9 uur, toen ik uitcheckte bij het motel in San Simeon. Getankt in Cambria en op naar de I-580, het Sons of Anarchy doel van vandaag. De route vanaf San Simeon, via een klein stukje Highway One en de 46 naar de I-5 was adembenemend. Heuveltje op, heuveltje af door een onwerkelijk fantastisch landschap. Het is een niet alledaagse toeristische route, maar wat geeft dat. 'Beautiful Day' van U2 klonk het 's morgens vroeg uit m'n speakers in de Dodge en dat was het. Plezierig rijden overigens ook, met leuke bochterige wegen. En ik kon het niet laten om zo af en toe te stoppen voor een paar mooie kiekjes. De weg ging verder richting de I-5, waar ik het plaatsje Kettleman City in m'n Tom Tom had gezet. De I-5 is een ietwat saaie weg qua op en neer en bochten, maar het uitzicht vergoedt alles. Dorre landschappen, met ineens een stukje groen. Alsof Bob Ross' nog onder ons is en het landschap van wat diversiteit voorziet. And then, we add a little vineyard over there. Je kan kilometers niets zien en ineens zie je een kanaal, een verlaten ranch of een zooitje koeien die nog dommer kunnen kijken dan in Nederland.
Het grappige aan Amerikaanse wegen is dat je heel lang niets hebt, niet ziet, maar dat er opeens een oase aan vreterijen opdoemt. Jack in the box, KFC, Subway, Taco Bell, die krengen zijn niet aan te slepen in de States. En dan allemaal op 1 plek. En tankstations, gift shops en liquir stores. Want ja, het is en blijft Amerika. 

Bij Kettelman City dook ik vervolgens de Interstate 580 op en niet zonder reden: de weg tussen Kettelman City en San Francisco speelde een belangrijke rol in Sons of Anarchy. Uiteraard met m'n SAMCRO shirt aan en de muziek op de juiste wijze gekozen legde ik feilloos de 130 kilometer tellende Interstate af, om uit te komen aan de noordzijde van San Francisco. M'n camera draaide overuren in de auto en ik zou zo bij Edwin Smulders kunnen gaan werken als paparazzo. 
Ik moet het zeggen, de I-580 viel een beetje tegen. Ik had een soort Highway One verwacht, met rotsen waar je herkenningspunten uit de serie uit kon halen. In ieder geval heel wat anders dan de drukke, 2 keer vierbaanssnelweg die het was. Maar goed, we zijn er geweest.

Onderweg naar SF kwam ik wat jongens tegen bij een tankstation die me de tip van de dag gaven: ga je naar San Francisco en je wilt een doodziek uitzicht op de stad: tik dan 'Hawk Hill' in op je GPS. Werkelijk waar een fenomenaal uitzicht op de stad, de brug, de hoge gebouwen en Alacatraz. Uiteraard kwam ik ook hier Nederlanders tegen, maar die waren zo vriendelijk om een foto van me te maken met genoemd uitzicht. Niet zulke stukken verdriet als gister dus.
Vervolgens ben ik over de Golden Gate naar China Beach gereden voor nog meer mooie plaatjes. Niet alleen van de brug trouwens, wat een fraaie huizen staan daar. Een beetje het Zonnedael van San Francisco. 
Toen was het 17:00 uur en wilde ik eigenlijk wel op zoek naar een slaapplek voor het weekend. Die zoektocht eindigde 3 uur later in het motel waarin ik nu verblijf met de airco op standje 14. Die 3 uur zoeken heeft er trouwens wel toe geleid dat ik de hele stad ben doorgereden. En wat is de Dodge goed. En wat is een automaat fijn. Sommige stukken gaan zo ontzettend stijl omhoog en naar beneden, dat het lijkt alsof je 10 meter later in een ravijn lazert. Waar LA redelijk vlak is, hebben ze San Francisco uit een berg gehakt zo lijkt het. Daar waar het kon (dwz: waar ik het veilig vond) zijn er uiteraard plaatjes geschoten vanuit de auto. Dit hebben wij niet in Nederland en misschien wel helemaal niet in Europa.

De Dodge heeft nu weekend, want ik blijf t weekend lekker hier. Alcatraz wordt 'm helaas vanwege de drukte niet, maar het alternatief is ook prima. Met de boot door de baai heen en dat is iets waar ik ontzettend naar uitkijk. En vanaf het motel vertrekt een 'hop on, hop off' bus, waar ik eigenlijk een tyfushekel aan heb, maar toch op de planning is gekomen. Ongetwijfeld wordt er hier en daar nog gestapt, wat zeker is dat er gigantisch gegeten gaat worden. 

En met dat laatste ga ik nu beginnen. Fijn weekend!

vrijdag 15 september 2017

United Kees of America part two

San Simeon, Californië. Plaatselijke tijd: 21:18 uur. De vorige blog was klaar om gepost te worden, maar er ging iets fout met de opmaak. Weg tekst. Balen joh.
Anyway. Ik lig nu in kamer 213 van het Motel 6 in San Simeon, een plaatsje qua inwoners net zo groot als het gat waar ik vandaan kom. Maar San Simeon ligt langs de kust én langs Highway One. San Simeon wint op punten. En voor de GTA V spelers/speelsters onder ons: ik ben Trevor niet tegen gekomen, maar het verbaast me niks als die ouwe mafkees ergens Crystal Meth aan het koken is. Want zo'n plekje is San Simeon. Zoals er trouwens tientallen van dat soort dorpjes langs Highway One liggen.
En het Motel 6 is een keten die door heel Amerika goedkoop kamers verhuurt. Ik zag het al staan toen ik bij Santa Monica Highway One opdook vanmorgen rond half 10. Goedkoop dus, en wie goedkoop zegt, zegt Nederlanders. Want ik kan een gezin met twee dochters en hun vriendjes tegen. Stukken chagrijn trouwens en vreselijk lelijk. Er kom amper een 'hoi' vanaf. Dan niet joh.

Ik was vroeg wakker vanmorgen, om half 7 was ik aan het FaceTimen met het thuisfront. Als je om 8 uur 's avonds je bed in duikt, wil het wel eens zijn dat je voor de wekker wakker wordt. Ik was een beetje gespannen op dezelfde manier als dat de nieuwe FIFA uitkomt: eindelijk is het zover: ik mocht m'n huurauto op gaan halen. 
Nadat ik had uitgecheckt in Inglewood en met de taxi was afgezet bij het verhuurbedrijf stond ie daar, m'n American Muscle voor de komende 12 dagen. Het was de laatste die er stond, maar het ding mag er zijn. Een witte Dodge Charger. Geen idee wat voor motor erin ligt, maar hij trekt veel Europese auto's helemaal de moeder. Wat een genot om in te rijden, helemaal als je Fiat Stilo gewend bent. 

Wat me opvalt aan Amerika is dat alles heel groot is. Dan heb ik het niet alleen over de porties of over sommige mensen, maar er is heel veel plek. Je kan overal je auto kwijt, als het op de linkerstrook te druk is, ga je naar de rechter, allemaal geen probleem. Rijden in de spits van Los Angeles is een makkie als je Amsterdam gewend bent. 

Rond half 10 schoot ik bij Santa Monica de mooiste weg op waar ik ooit op gereden heb: Highway One, de weg tussen Los Angeles en San Francisco. Langs de kust en boordevol met fraaie natuur, leuke Amerikaanse stadjes en die lekker door rijdt. Ik neem mezelf bij deze officieel voor om deze weg een keertje op een Harley te doen. En dan hoop ik dat naamgenootje/motormaatje/jeweetzelluf meeleest, want die moet mee.
Er liggen heerlijke fijn bochten in, je rijdt dan weer omhoog, dan weer omlaag. Je rijdt tussen bergen die de Pyreneeën tot bultjes doen slinken. 

En dan lekker hard de radio aan, m'n eigen meegebrachte USB-stick. Met muziek van The Doors, Status Quo, de Stones, Jimi H en Green Day. Dat was al een doel op zich, blazen over Highway One met deze geweldige muziek. Voor zover je van doelen kan spreken tijdens deze vakantie. Want het doel is genieten en ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik de kilometers met grote glimlach wegtrap. 
Uiteraard worden er pitstops gemaakt voor een peuk, ff wat eten, pissen en cola. Want dat moet ook gebeuren. En als we dan toch bezig zijn, dan is er ruimte voor foto's. De spiegelreflex van m'n zus zorgt voor prachtig beeldmateriaal, want de door mij omschreven route is fabelachtig. Plaatje voor plaatje wordt een plaatje. Zelfs de iPhone maakt in deze omgeving mooie foto's, het is zwaar aan te raden.

Inmiddels lig ik dus plat, want het motel was voorzien van een zwembad. En ik vond (en vind nog steeds) dat ik het verdiend had om bij dat zwembad een paar flessen Budweiser naar binnen te keilen. Voeg daarna nog een schaaltje inktvisringen toe en je hebt geen medelijden met degene(n) die hier niet bij kon(den) zijn. Ik kijk uit naar de dag van morgen, want dan gaat de reis verder. Helaas niet via de Highway One, want die ligt er tot volgend jaar uit door de aardverschuivingen. De route verloopt nu onder andere via de Interstate - 580 en door Oakland. Zijn we wakker, fans van Sons of Anarchy? 

Als ik de I-580 'gedaan' heb, dan is het tijd om bloemetjes in m'n haar te doen, want dan rij ik namelijk via de Golden Gate Bridge de stad in van Alcatraz, hippies, muziek, Fisherman's Warf en Harry Callahan: San Francisco. Ik ga snel slapen, want dan is het snel morgen.

donderdag 14 september 2017

United Kees of America part one

Oke, deze titel is misschien wat ver gezocht maar ik vond hem best 'catshy.' Voor degenen die het gemist hebben, ik ben momenteel in de US of A voor de reis die ik altijd al heb willen maken. Voor het eerst bloggen op m'n telefoon, dus hoe het gaat zitten met lettertypes en opmaak... hard to tell. En voor degenen die nu de verwachting hebben dat er dagelijks een blogje online komt met m'n belevenissen, die belofte kan ik niet maken. Ik wil jullie niet al te veel vermoeien met m'n verhaaltjes.

Goed. Het is nu 19.17 uur plaatselijke tijd en ik lig erin. In Nederland is het nu 9 uur later en als je alles bij mekaar optelt kom ik tot een rekensommetje dat ik nu ruim 22 uur achter elkaar wakker ben geweest en van die 22 er 12 in een vliegtuig heb gezeten. En dat ga je voelen, op je 31e. Best fijn hoor, deze leeftijd, maar slaaptekort is kak en dat haal je niet zo maar in.
Het vliegen was overigens geen probleem. Ik zag als een huis op tegen het 11 uur niet roken en uiterlijk ben ik niet boven Engeland uit het vliegtuig gesprongen om een peuk te roken. Gezien de prijzen van de sigaretten was dat ook niet handig. 
Ik vloog met de Royal Dutch Airlined, beter bekend als KLM. En dat was fijn. Het was mijn eerste keer in de wit blauwe 747 en dat is goed bevallen. Vriendelijk personeel die goed voor je zorgt. Ik had de mazzel met 2 vrije plekken naast me, dus ik kon die bijna 2 en een halve meter been prima kwijt. Slapen kan ik niet in een vliegtuig, op een hazenslaapje na. Voor de rest was het muziek luisteren, JFK Magazine lezen (de Penoza special) en Pirates 5 kijken. 

Maar het is best grappig. Je gaat rond half 11 Nederlandse tijd de lucht in en je land 10.000 kilometer verderop om half 1 's middags. Geen last van een jetlag, maar 22 uur achter mekaar wakker wordt toch pittig. 
Ik had 't zo geregeld cq. laten regelen (Thanks Sis!) dat ik na m'n vlucht eerst n hotelovernachting doe vlakbij het vliegveld en de volgende dag de huurauto op ga halen. Er zat een shuttle service van het vliegveld naar het motel voor 10 'bucks' bij en morgen geldt hetzelfde. Ik haal mijn huurauto namelijk bij LAX op.
De shuttle service was meteen al goud. Werd gewoon even opgehaald door een 'brother in a suit' in een dikke Dodge Jeep. Comfort tot en met. Bij het motel kon ik er direct in, werd de sweater verruild voor een shirtje en werd het Queensize bed meteen goedgekeurd.

Het vliegveld en het motel van de eerste overnachting bevinden zich allebei in Inglewood. Juist, uit The Next Episode van Dr. Dré. Het is net alsof ik één van de personages ben van GTA V, want afgezien van het geweld is het nét alsof je door Los Santos loopt. De steegjes doen me denken aan de eerste scène van End of Watch en het is een beetje vergelijkbaar met Slotervaart meets Zuidoost: ik ben als blanke ontzettend in de minderheid. Met als verschil dat de Noord Afrikaanse bevolking uit Slotervaart is ingeruild voor een Latina bevolking hier in Inglewood. Het is voor de bevolking een beetje aapjes kijken op het moment dat zo'n lange, blanke Europeaan een beetje ongemakkelijk breed over de straat loopt. En dat 'breed' is echt een poging tot, meer niet.
Inglewood heeft een hele aperte sfeer. Het stikt er van de auto dealers (iemand nog een Range Rover staan voor omgerekend 10.000 euro), Liquor stores, vreettenten en motels. Dat heb je natuurlijk als je vlakbij een vliegveld woont. En aangezien Inglewood van oudsher een wijk is die veelal voorkomt in de gangstarap, ben ik eerlijk gezegd wel blij dat ik vroeg in lig. Ik heb niet echt heel erg veel zin om ' avonds hier als minderheid over straat te gaan.

Overigens, ik zat in het vliegtuig op het moment dat Feyenoord z'n rentree in de Champions League maakte. Is dat een beetje goedgekomen? Ik heb de pub bij het kerkplein nog niet kunnen vinden.

Inmiddels lig ik als Ma Flodder naar de Amerikaanse versie van Rad van Fortuin te kijken. En straks zappen naar HBO, want daar komt Jason Bourne op. Als ik dat haal. 'T was een lange dag, maar eindelijk kan ik zeggen: IK BEN IN LA!!!

zondag 10 september 2017

The Dark Side of watte?

Vaste lezers van deze blog weten het: ik hou van zogenaamde ouwe lullen muziek. The Doors, Rolling Stones, Led Zeppelin, U2, Jimi Hendrix, Pink Floyd, Bruce Springsteen, Nirvana, Pearl Jam, Alice in Chains, David Bowie, noem al die grootheden die de Top 2000 al jaren domineren maar op. Laatst was ik nog bij Metallica, ook zo’n ‘massive player’ in mijn favorieten lijstje als het gaat om muziek. Mijn muzieksmaak is breed, want ik hou ook van technobazen als Adam Beyer, Michael Mayer en Deborah de Luca, trancegoden als Armin van Buren en Tiësto, maar ook Muse, Kasabian, Jay Z, Linkin Park en dat soort genres komen voorbij op mijn playlist. En ja, als ik een bakkie te veel op heb, dan bral ik mee met Hazes, Van Dik Hout, De Dijk, Henk Bernard en alles wat daarna nog komt. Plus, ik heb ook nog een voorkeur voor de muziek die in mijn favoriete televisieseries of films wordt gebruikt. Van de Sons of Anarchy heb ik de hele playlist maar gedownload en gaat ook mee op een stickie voor in de Dodge tijdens mijn Amerika-trip. Waar ik overigens kapot veel zin in heb.

Ik heb ooit overwogen om een tattoo te nemen met daarin een gitaar, een koptelefoon en een cassettebandje. Wat niet is kan nog komen, maar dat idee staat voorlopig even in de ijskast. Want een tattoo is blijvend en de ene dag heb je een hele andere muziekstemming dan de andere. Niet erg. Ik hou het momenteel incidenteel bij bandshirts, al is het shirt van de Rolling Stones, wat ik op de Vijzelgracht in Amsterdam gekocht heb, absoluut favoriet. Grijs, beetje vaag en de onmiskenbare tong als het symbool van de Stones groot en pontificaal in beeld. Ik heb shirts van Bowie, Jimi Hendrix en The Doors. Een collectie die als het aan mij ligt snel aangevuld gaat worden. Niet alledaags, maar comfortabel en totaal naar mijn smaak. Niks mis mee.

Ik zie ze vaker, bandshirts. In Amsterdam is de tong van de Rolling Stones een hip straatbeeld geworden. En dan vooral bij jonge mensen. Jonge mensen waarvan je niet verwacht dat ze een dergelijke muzieksmaak hebben. Want die muzieksmaak past eigenlijk meer bij ouwe viezerikken, zou je denken.
En die muzieksmaak is er ook niet. Als je op Instagram zit te kijken kom je regelmatig iemand tegen met een shirt van ‘The Dark Side of the Moon’ van Pink Floyd. Prachtig shirt overigens, zwart met een driehoek en een regenboog die langzaam zwart wordt. Zet er de tekst ‘Pink Floyd’ boven en je weet dat je te maken hebt met een hip shirt. Ik vraag me dan oprecht af of die mensen weten dat het geweldige nummer ‘Time’ van Pink Floyd op dat album staat. Of wanneer men een Stones shirt draagt en je roept ‘whoo whoo’ dat ze dan weten dat het om ‘Sympathy for the Devil’ gaat.

Ik had het er laatst met L over, over het fenomeen van de bandshirts op straat. L is tegenwoordig verhuist, ze woont in haar nieuwe Nirvana shirt. Maar van L weet ik zeker dat ze het album Nevermind op haar Spotify lijst heeft staan. En toen we het er zo over hadden, helemaal over het ‘whoo whoo’gedeelte, toen voelde ze ineens de intense behoefte om een live versie van ‘Sympathy for the Devil’ op te zetten. L heeft ook al zo’n brede muzieksmaak en was er een tikje jaloers op dat ik naar Metallica ben geweest van de week.

Het is best gek, dat ik vanachter mijn laptop zo iedereen zit te veroordelen, want Nederland is (nog steeds) een vrij land en iedereen mag aantrekken wat hij/zij/genderneutraal wil. En daar heb ik helemaal niks van te vinden. Maar eigenlijk vind ik het een beetje belachelijk als je met je Pink Floyd shirt naar Chris Brown, Justin Bieber of andere banga-muziek gaat luisteren. Nogmaals, het is een vrij land, maar het is zo opgezocht. Een afbeelding op een shirt is niet zomaar een afbeelding en aangezien iedereen tegenwoordig alleen maar met zijn/haar/genderneutraal poten op zijn/haar/genderneutraal mobieltje zit, is het zo opgezocht op Google. Jonge mensen willen graag meepraten over van alles en nog wat. Dat begint bij jezelf. Want voor je het weet belanden we in een generatie die WC papier als kleding gaat kiezen. En met WC papier veeg je toch echt je reet af. Al kan dat met een shirt van Bieber ook best.

En ik zeg niet dat ik er een hekel aan heb, maar ik vind het gewoon irritant. Net zoals dat ik al die telefoons op een feestje of concert irritant vind. Ligt het aan mij of gaat het hier om hoeveel mensen je filmpje zien? Willen we allemaal wereldberoemde vloggers worden? Laatst bij Metallica zat voor mij een gast het hele fucking concert op zijn mobiele telefoon op te nemen. Kijk, het is niet erg om een paar korte filmpjes te maken, dat doe ik zelf ook. Maar je koopt een kaart voor een niet gering tarief van de band of artiest waar je naar uit kijkt, je bent one of the lucky few die een kaartje heeft weten te bemachtigen en dan ga je de hele avond door je telefoonscherm zitten kijken om vast te leggen wat je vast wil leggen. Dan mis je de totale beleving van zo’n concert of feest. Gewoon irritant.
Wat nog meer irritant is? Een hoed. Dat is behoorlijk irritant. Of je moet Clint Eastwood zijn in The Good, The Bad and The Ugly. Dan is het cool. Maar niemand is Clint Eastwood.


Volgens mij ben ik aan vakantie toe. 

dinsdag 5 september 2017

Metallica. Snoeihard.

Snoeihard. Dat was het, het concert wat Metallica gisteren gaf in de Amsterdams Ziggo Dome. De recensies in de Telegraaf en het AD zijn lovend en die kan ik onderstrepen. 36 jaar staan die gasten al op het podium, maar er is geen enkele vorm van aftakeling waar te nemen bij de mannen van James Hetfield. Het is vandaag dinsdag 5 september, de dag nadat ik bij het concert van Metallica was in de Amsterdamse Ziggo Dome. 

Ik kwam voor het eerst in aanraking met Metallica op de Aailandsendijk, op de terugweg van een avondje De Schuur. Ik was rond de 15 jaar oud en begon de gitaren een beetje te ontdekken. Een paar biertjes op en bij de BOB van dienst lag destijds ‘The Black Album’ van Metallica in de auto. Nog nooit van gehoord, maar de bijrijder wel. Bijrijders staan bekend om hun ‘mad DJ skills’ en dus klonk zo hard als het halen kan Enter Sandman en Sad But True op de Aailandsendijk, op die vroege, donkere zondagochtend onderweg naar huis. Dat was dus Metallica. In de tijd van Limewire en The Pirate Bay werden al snel Metallica nummers gevonden en die waren ideaal voor in de auto, voor in de sportschool of soms even tussendoor in de kroeg. Om het boeltje op te peppen. Een legale manier van inkakken is bijpakken. Metallica.

Gisteravond stond ik oog in oog met de mannen die de terugreis op die donkere zondagochtend tot een waar feest hadden gemaakt. In de Ziggo Dome, een plek waar ik nog nooit was geweest. En vergelijkbaar met de ArenA een wereld van verschil als het op geluid kwam. In 2009 zag ik in de ArenA U2 en ik had dezelfde klachten als dat heel veel mensen hebben bij de ArenA als het gaat om concerten: het stadion is prachtig en een waar decor voor de grotere der Aarde, maar de betonnen bak zorgt voor een geluidsgalm waar je akelig van wordt en dat is niet best. Voor een ieder die nog niet in de Ziggo Dome is geweest: een aanrader.

Als die er na woensdag nog staat, want dan treden de mannen van Metallica nóg een keer op. Ze spelen vooral nieuwe nummers, van het nieuwe album ‘Hardwired… to Self Destruct.’ Tuurlijk had ik gehoopt op ‘Turn the page,’ ‘Whiskey in the jar’ en ‘St. Anger’ maar dat zijn nummers die de band zelden tot nooit op hun setlist zet bij een live optreden. Het ouwe werk kwam aan het einde tevoorschijn en dus werden de kwaliteiten van het dak van de Ziggo Dome andermaal getest bij ‘Master of Puppets,’ ‘One’ en ‘Enter Sandman.’ Het publiek maakte het allemaal niet meer uit. Het was een mooi spel tussen het publiek de mannen van Metallica, waarbij drummer Lars Ulrich het niet kon laten om af en toe na een nummer als een juichende voetballer zich te laten fêteren door het publiek. En dat mag Lars. Want potverdorie, wat kan die man drummen. Elke slag is raak. En hard ook. Je moet er niet aan denken om een vuistgevecht met Lars Ulrich aan te gaan, want dat leg je af. Wat een kracht zitten er in die armen.

Net als in de vingers van Kirk, Robert en James, waarbij andermaal bleek dat de stem van James onmiskenbaar past bij de muziek die Metallica al jaren maakt. Je pikt de stem er zo tussenuit. De stem is rauw en kan gemeen hard klinken, hetgeen dat één van de ingrediënten is voor een dijk van een Metallica nummer.


Woensdag spelen ze weer in de Ziggo Dome en helaas voor mij en alle anderen die er heen willen gaan is het al maanden van te voren uitverkocht. Als ze woensdag net zo snoeihard spelen als gisteren, dan is het serieus de vraag of de Ziggo Dome er nog staat na het concert. Want het klapte. Het dreunde. Het was hard. Het was Metallica.