Wie had er gedacht dat een keelontsteking geleid had tot
een omslag waar je akelig van wordt? Eind maart 2015 zaten mijn amandelen er
nog en kreeg ik een beste keelontsteking. Weg verjaardag. Alsof de duvel ermee
speelde, kreeg ik eind april dezelfde keelontsteking. Weg tent. Bij de tweede keelontsteking werd ik door de
eerste hulp al praktisch ingepland voor een ingreep. Op 2 juli 2015 ging ik een
nachtje uit logeren en werden die vervelende keelamandelen er uit gehaald. Twee
weken zonder fatsoenlijk kunnen eten en pijn bij drinken later kan ik zeggen
dat het het begin is geweest van iets best aardigs.
Want toen ik in augustus 2015 op de weegschaal ging
staan, schrok ik me kapot. Het niet kunnen eten en het ziek zijn had zijn
werking wel gehad. 68 kilo woog ik en dat is mijn geval ‘slechts’ 68 kilo. Want
als je bijna de twee meter aantikt, dan is 68 kilo broodmager. Nu ben ik nooit
een dikke teringzak geweest, maar 68 kilo was wel heel weinig. Als ik voor een
lamp ging staan, keek je dwars door me heen. Als het meer dan windkracht 3 was,
mocht ik van de dokter niet naar buiten. Uit angst om weg te waaien. Verder
kerngezond hoor, maar het zag er niet uit en belangrijker: het voelde
verschrikkelijk. Er waren in mijn ogen twee optie’s om ‘het’ er weer aan te
krijgen: 1. Vet vreten als een malle, met de kans dat je van binnen helemaal dichtslibt en voor je 35e op de IC beland met een hartinfarct. Optie
2 vond ik beter. Sporten en gezond eten. Bovendien is dat per definitie niet
slechter voor je conditie, die inmiddels tot onder het vriespunt was gezakt. En
als je je bedenkt dat spieren zwaarder wegen dan vet, was de keuze snel
gemaakt. Optie 2 dus.
Met als doel om fitter en sterker te worden, hier en daar
wat kilootjes eraan te prikken en om de conditie omhoog te krijgen. Dat laatste
in het kader van dat je in een café elftal voetbalt en dat je na twee sprints
naar adem ligt te happen in een dug-out. Niet fraai, helemaal niet als je nog
dertig moet worden. Fitter, sterker en een betere conditie. Dat zijn mijn
doelen geweest. En dat zijn ze nog steeds.
Ik hoef namelijk helemaal geen ‘beer’ als Vin Diesel te
worden. Ik wil er niet uitzien als de anabooltjes op Decibel of op
brandweerfoto’s, die op Facebook voorbij komen en ‘leuk’ gevonden worden door
huisvrouwen met een kortpittig kapsel. Ik heb geen zin om op de klok te kijken en met
verse tegenzin een bak voer naar binnen te douwen wat voor geen meter smaakt,
omdat je ‘om de paar uur moet eten.’ Ik heb geen zin om mijn voeding aan te vullen met
allerlei vage supplementjes.
Nee. Niks van dat. Ik zie mezelf echt geen kilo droge
Franse kwark naar binnen werken, ik moet er niet aan denken, twee of vier
bruine boterhammen per keer vind ik meer dan genoeg. Ik weet wat gezond en goed
eten is. Kip, biefstuk, vis. Groenten. Pasta. Rijst. Multivruchtdrank. Bruin
brood. Salades. Melkproducten. Kwark. Goed eten, veel eten. En daarbij rekening houdend met wat Rudolph
van Veen altijd zegt: Maak het makkelijk, maar maak het vooral lekker. Door de
weeks is het gezond wat de klok slaat, in het weekend heb ik schijt. Dan mag er
geMact worden, Whoppers van de Burger King, nummertje 5 met een extra broodje
bij de Ramses, pizza’tje, spareribs… Ik ben er nog steeds dol op. Maar met
verschil dat ik het niet meer dagelijks wil. Ik wil door de week, met zo nu en
dan zondigen, lekker en gezond eten om in het weekend het woordje ‘gezond’ te
laten vallen. Moet kunnen. Ik vind een broodje van de Subway namelijk net zo
lekker als een Quarter Pounder.
En ik moet zeggen dat het goed gaat. Ik ben een stuk
fitter dan vorig jaar rond deze tijd, al doen de spiertjes af en toe een beetje
pijn. Dat schijnt erbij te horen, als je regelmatiger van de bank af komt en
gaat sporten. Maar het bevalt. Ik heb voor mezelf een schema’tje gemaakt en dat
gaat prima. Het is ideaal om direct na mijn werk naar de gym te gaan om daar
lekker te gaan rammen. Muziekje d’r bij, bekertje water, leuk volk om je heen.
Het traint allemaal een stuk makkelijker en met dank aan m’n naamgenoot weet ik
ook in de gym waar ik mee bezig ben. Iemand heeft me ooit eens verteld dat je
een oefening beter vijf keer goed dan tien keer fout kan doen. Dat is aardig
goed gekomen.
Dat is namelijk het voordeel als je zo’n slanke den bent
als ik. Áls je dan gaat fitnessen, dan zie je direct resultaat. Ik hoef niet
eerst 20 kilo vet weg te fietsen, te crossfitten of te touwbanen. Ik ben
inmiddels gematigd tevreden over hoe het eruit begint te zien.
Maar hoe het eruit ziet is voor mij het minst belangrijk.
Fitter, sterker en betere conditie, dat is waar ik het voor doe. Ik ga dus ook
geen foto’s delen op mijn social media met daarbij hashtags als wayoflife,
workout, bodyinprogress of de grappigste van allemaal: fitgirl. Niks van dat. Ik snap trouwens ook niet waarom iemand hashtags gebruikt bij een afgeschermd profiel Ik doe de dingen graag op mijn eigen manier en daar horen volgens mijn manier
geen foto’s bij van dat je zwoel in de camera kijkt terwijl je jezelf aan het
afbeulen bent. Ik kom namelijk om andere redenen in de gym. Bovendien zie ik er
niet uit in de gym, met haren op half 11 en oude sportkleding aan. Maar hé, kan
mij het ff schelen. Zoals Nick en Simon het zeggen in The Dream: Ik vin da ik
goed baisig binne. Sorry, mijn Volendams is nog niet zo goed
En dat vind ik ook. De schamele 68 kilo liggen achter me,
ik ga inmiddels richting de 80 en dat is goed. Laat me maar een dikke teringzak
worden. Ik bin goed baisig. Ondanks dat ik nog steeds dagelijk een pakje
Marlboro Medium wegblaf, wekelijks een sixpackje Coca Cola in de koelkast
parkeer, schandalig lang uit kan slapen op regenachtige vrije zondagen en in
vrije weekenden niet bepaald spuug in een vaasje bier. Maar het moet wel leuk
blijven. En zoals het nu gaat, vind ik het leuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten