maandag 6 februari 2017

Munich

6 februari is elk jaar een bijzondere dag. Soms valt Carnaval op 6 februari, maar daar gaat deze blog niet over. Carnaval valt namelijk niet elk jaar op dezelfde datum. Misschien dat het er ooit nog eens van komt om een blog te schrijven waarom Carnaval valt wanneer het valt, maar deze  blog gaat over iets anders wat op 6 februari gebeurd is.  En dat ga ik eerst eventjes uitleggen.

Mijn vaste lezers weten het, ik hou van voetbal. Ik kan het zelf voor geen meter, maar toch vind ik het hartstikke leuk om te doen en om te zien. Het balletje aan het linkerpootje, dat is iets wat ik vanaf mijn vierde ongeveer doe en zo nu en dan blijft het ding ook nog eens aan mijn linkerpootje plakken.
Voetbal kijken, dat doe ik ook graag. Mijn favoriete Nederlandse club is Ajax en in het buitenland heb ik ook nog een favoriete club. En ja, hoe enthousiast ik kan praten over het bezoekje aan FC Barcelona tegen Leverkusen in 2015, hoe goed Neymar, Suarez, Iniesta ook zijn en hoe ik vaak ik ook zeg dat dat ventje echt heel goed kan ballen als ik naar Messi kijk.
Ze doen het niet echt goed de laatste jaren, maar sinds ik een jaartje of elf ben, is mijn favoriete buitenlandse voetbalclub het Engelse Manchester United. Het Engelse voetbal kwam destijds op de Nederlandse TV en waar kleine jongetjes zich verlekkerden aan Marc Overmars en Dennis Bergkamp en de andere sterren van het Arsenal-team, bewonderde ik het middenveld van Manchester United. De voorzetten en vrije trappen van David Beckham bekijk ik nog wekelijks op YouTube, de dribbels van Ryan Giggs zie je tegenwoordig alleen maar bij Cristiano, Messi en Neymar, elke balaanraking van Paul Scholes was pure magie en Roy Keane was een autoriteit die heerlijk over het randje kon gaan. Tel daarbij Nicky Butt (die man heet gewoon zo), de broertjes Neville, King Eric en later Jaap Stam op en je had een team. Daarachter stond The Great Dane, beter bekend als Peter Schmeichel. “You can’t win anything with kids” was de uitspraak van analyticus Alan Hansen, omdat er bij United zoveel jonkies op het veld stonden. Manager Sir Alex Ferguson glimlachte, nam nog een kauwgompje en won met United aan het einde van de jaren ’90 alles wat er te winnen viel. Tijdens de ontknoping van de finale van de Champions in 1999, ik was 13, sprong ik bij de twee goals in blessuretijd m’n vader een nekhernia waar hij nog steeds last van heeft. Het waren twee goals, in blessuretijd, die een achterstand omdraaide in een winnende voorsprong. De Cup met de Grote Oren was terug op Old Trafford. Een team wat klonk als een klok. Een team waarin de ene grootheid de andere opvolgde.
Een dodelijk duo Andy Cole  en Dwight Yorke werd later het dodelijke duo Ruud van Nistelrooy met Wayne Rooney en David Beckham werd ingeruild voor Cristiano Ronaldo.  Jaap Stam werd Rio Ferdinand en die werd gekoppeld aan de Servische sloper Nemanja Vidic. In 2008 ging de Cup met de Grote Oren weer mee naar Manchester, toen Chelsea werd verslagen in de finale. Na strafschoppen. Edwin van der Sar, die de beslissende strafschop van Anelka uit het doel kegelde.
Na het vertrek van Alex Ferguson en de oude helden Vidic, Ferdinand, Van Persie en Giggs werd het allemaal wat minder, maar met Zlatan, die Armeen met die moeilijke naam, heel af en toe Pogba en toch altijd weer Wayne Rooney komen er vanzelf weer glorietijden aan. United is een klein beetje net als Ajax: jeugd krijgt de kans wanneer de gearriveerde vedettes het af laten weten. Was getekend Marcus Rashford. Hou die naam in de gaten, de komende vijftien jaar.

De finale van 1999, waar ik het al over had, is voor mij het toonbeeld van de club Manchester United. Om in bokstermen te spreken kan de scheidsrechter bij de achtste tel zijn en de tegenstander is al jubelend onderweg naar de kleedkamer. Als geslagen boksers komen de spelers van Manchester United terug, om de overwinning te pakken. En het was helemaal niet verkeerd dat het in 1999 tegen Bayern München was, een club uit een stad waar een trieste historische gebeurtenis plaatsvond.

Want op 6 februari 1958 gebeurde iets waar we aan het eind van 2016 ook mee te maken hebben gehad. Wat een schokgolf veroorzaakte in de sportwereld. Het elftal van Manchester United, een goed voetballende ploeg in Europa onder manager Matt Busby, was voor een tussenlanding op het vliegveld in München. Het was er vreselijk weer, de omstandigheden om te vliegen waren vreselijk slecht.
Op 6 februari 1958, om 15:04 uur, crashte het vliegtuig met daarin de selectie van Manchester United. Van de 44 inzittenden kwamen er 23 om het leven, waaronder 8 spelers en 8 journalisten. Het dompelde Manchester en de rest van de voetbalwereld in diepe rouw. Een prachtig team was uit de historie gerukt, net als later zou gebeuren met het Kleurrijk Elftal in 1989 en het elftal van het Braziliaanse Chapececoense aan het einde van 2016.

Op 6 februari 1958 lag Manchester United op zijn rug. De scheidsrechter was aan het aftellen. Dit zou nooit meer goed komen. 'United will rise again.' Het waren de woorden van Harold Hardman, voorzitter van Manchester United ten tijde van de ramp. En United hield vast aan de woorden van haar voorzitter.

Precies 10 jaar na de ramp is Manchester United Europa’s beste, door op Wembley een geweldige George Best het Benfica van Eusbio te verslaan.  Manager van de ploeg was Matt Busby, die net als Bobby Charlton en Bill Foulkes de ramp van tien jaar eerder had overleefd. Busby had zijn nieuwe babes gebouwd rondom aanvoerder en clublegende (en tot een paar weken terug topscorer aller tijden van United) Charlton. Je had goed, je had beter en je had George Best. Het moet een feest geweest zijn, om in die tijd te leven. Muziek van Jimi Hendrix, meer junkies dan Amsterdammertjes op de Wallen en Johan en George wekelijks elke verdediging de moeder zien spelen bij Ajax en United.
Tien jaar eerder lag Manchester United op zijn rug. De scheidsrechter was bij seconde nummer negen en was bijna van plan om het einde van de wedstrijd door knock-out aan te kondigen. Tot United deed wat het altijd doet. Opstaan.

6 februari 1958, 15:04 uur. Bij het stadion staat nog steeds een klok, met de dag, datum en het tijdstip. Daaronder het woord 'Munich.' In februari 2012 stond ik naar dat bord te kijken, bij het machtige stadion van Manchester United. Een blik op het bord zorgt voor kippenvel op dat lange lijf. Je voelt je nederig. Je bent blij met de helden die je vandaag de dag kan aanschouwen. 
Toen ik weer op keek, zag ik weer dat machtige, grote Old Trafford. Met de standbeelden van de Best, Charlton en Denis Law. Ik zag de grootsheid van de club op elk hoekje van de straat die verder ging dan de Matt Busby way waaraan het stadion in Manchester ligt. Ik zag de grootsheid in een volgepakt Old Trafford. Manchester United krijg je niet neer. Glory, glory Man United. As the Reds go marching on. 

Voetbal is meer dan 22 spelers die een grasveld naar de donder lopen, terwijl de supporters mekaar de hersens in slaan omdat de ene voor club A is en de andere voor club B. Força Chapececoense.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten