Nog iets meer dan twee weken en dan begint het mooiste
feestje van het jaar: Carnaval. Voor de mensen die ‘toch ook wel een keertje naar Oeteldonk willen met carnaval’, hier elf belangrijke tips over het wat en hoe in Oeteldonk. Ik ben dan wel geen échte Bosschenaar, maar ik
ben wel een echte Oeteldonker. Het getal 11, daar kom ik zo nog op terug.
Overigens, hoe het er in Breda, Eindhoven, Tilburg,
Maastricht en dergelijke aan toe gaat, daar heb ik geen flauw benul van. Ik ga
áltijd naar Oeteldonk. Sommige puntjes uit de lijst zijn wel voor meerdere
carnavalsdorpen van toepassing overigens.
1. Datum
De enige datum die altijd vaststaat met carnaval is 11
november. Want dan begint het carnavalsseizoen en mogen de verenigingen gaan
bouwen aan hun wagens. Dat gaat gepaard met de nodige versnaperingen uiteraard.
Op carnavalsmaandag trekt de carnavalsoptocht door Oeteldonk, wanneer de weersgoden
het toelaten.
De datum voor het carnaval zelf wordt bepaald door de
eerste volle maan in een nieuw kalenderjaar. 40 dagen na de eerste volle maan
van een nieuw kalenderjaar is het carnavalszondag en dan begint het feest pas
officieel.
2. Carnavalszondag
De traditie, die in mijn ogen het belangrijkste is, is
het verwelkomen van Prins Carnaval op het station van Den Bosch op
carnavalszondag om 11:11 uur. Als je daar bij bent, dan ben je een echte. Omdat
zondag in het weekend valt is het uiteraard niet verboden om eventjes een paar
sapjes in de stad te halen, dat noemen we gewoon ‘veurgloeien.’ En met
veurgloeien is niks mis. Als je maar op zondagochtend om 11:11 uur met een
pilsje in de hand op Oeteldonk Centraol staat.
Overigens voor dagjesmensen, die te laat zijn met een
hotel boeken en toch veilig naar huis willen, is de zondag ideaal. De laatste
trein vanuit Den Bosch vertrekt rond een uurtje of twaalf ’s avonds. Dan ben je
een behoorlijk grote jongen of meisje als je twaalf uur onbeperkt zuipen nog
recht op je benen staat.
3. Rood wit geel
De kleuren van Oeteldonk. Carnaval is van oudsher een
katholiek feest en dat zie je aan de gele kleur in de vlag van Oeteldonk. Doe
daar het rood en wit van de vlag van Brabant bij en dan ben je compleet. Den
Bosch is de trotse hoofdstad van de provincie Brabant en dat mag gezien worden.
4. Sjaaltje
Heb je je best gedaan voor een origineel kostuum? Dat is
helemaal te gek, alleen in Den Bosch lopen we er iets anders bij. Tuurlijk zien
we genoeg schapenpakken of schapen in een pak, maffiabazen, Michael Jackson en
ik heb zelfs ooit een heuse Theo Janssen gezien. In Den Bosch hebben we een ‘jaske’
of kiel aan, met daarbij de driekleur van Oeteldonk als een sjaal om onze nek.
Een sjaal is niet onbelangrijk: in een aantal kroegen kom je zelfs niet eens
binnen als je geen sjaal om hebt. Noem het discriminatie, wij noemen het
traditie. Ze zijn overigens overal te koop in Den Bosch, ook last-minute.
Problemen zijn er om opgelost te worden. Wij zijn allemaal verliefd op die rood-wit-gele das.
5. Knillis
Dat grote beeld op de Markt in hartje Den Bosch is
Knillis, de stichter en hét symbool van Oeteldonk. Hij wordt elk jaar begraven
op carnavalsdinsdag, om 24:00 uur, al is dat voor de aanstaande editie
verplaatst naar de woensdag na carnaval. Iets met drukte en een hijskraan
midden in de nacht. Tijdens schrikkeljaren heeft Knillis gezelschap van Moeder
Hendrien. Wat Moeder Hendrien de andere drie jaren doet, is niet bekend, maar
er moet natuurlijk iemand voor de kinderen zorgen. Ze is niet voor niks moeder.
6. Muziek
Ga je voor het eerst carnaval vieren in Oeteldonk en
verwacht je ‘Anton aus Tirol,’ ‘To-to-tomantenplukkers’ of ‘Wat zullen we
drinken?’ Dan kom je van een koude kermis thuis. In Oeteldonk draaien we
Vergimmes Mooi, Attenooije, de Kleinkinder, de Foe Jong Bende en andere
Oeteldonkse helden. Muziek die je de rest van het jaar niet draait oké, soms,
maar die met carnaval in Oeteldonk de juiste emotie brengen.
Om in de stemming te komen is YouTube geen verkeerde
optie.
7. Boeren en durskes
Nee, geen agrarisch ondernemers. Maar de Oeteldonkse man
wordt een boer genoemd. Gekleed met een kiel of een jaske, een sjaal en
misschien ook nog een pet. Maar die pet zet ik niet op. M’n haar jonge!
En dan hebben we uiteraard nog de durskes. Wie zijn moeder? Durskes. De dames die op sjouw gaan in Oeteldonk worden durskes genoemd. De dames in Oeteldonk. Van die dames waarvan je steeds gekker wordt. Omdat ze mooi en lekker zijn. Bloemetjesgordijn.
8. Bier
Een vooroordeel racies! van boven de rivieren is dat
mensen bij carnaval zich een ongeluk zuipen en vreemdgaan bij het leven. Een
ongeluk zuipen valt mee, maar met carnaval blijven we zeker niet nuchter. Zelfs
gerenommeerde baco-drinkers drinken bier. Omdat ze dat eigenlijk helemaal niet
lusten. Het is een beetje hetzelfde als met de Oeteldonkse muziek.
9. Gezelligheid
Jullie dachten dat ik zomaar eventjes over het
vooroordeel ‘vreemdgaan’ heen zou lullen? Nee hoor. Met carnaval draait het
niet om scoren, vreemdgaan of achter de viskar belanden. Carnaval is het feest
dat je viert voor de gezelligheid. Echte gezelligheid. Zonder geknok, raar
gedoe of wat dan ook. Met carnaval is iedereen elkaars beste vriend. Als je dat niet begrijpt, moet je lekker weer in je treintje stappen en heel snel maken dat je wegkomt. Oeteldonk is voor iedereen, van iedereen. Maar dan wel met een grote theelepel Brabantse gezelligheid.
En waar je moet zijn voor die gezelligheid? De hele
Bossche binnenstad is één grote massa van gezelligheid. Voor een drankje met de
schrijver van dit stuk, moet je maar eventjes een berichtje sturen. Niet je
sjaal vergeten!
10. Vrienden
Het mooiste van carnaval. 5 dagen op sjouw met mensen
waar je de deur niet bij platloopt, maar met carnaval op pad gaat als 1 grote
kudde die het massaal met elkaar gezellig heeft. En lachen. En dansen. En doe
nog maar een biertje. Lappen! Het gaat zonder moeite en iets wat zonder moeite
gaat, kost geen kracht.
Al is dat laatste een partij grootspraak van heb ik jou
daar.
11. Elf
Het getal 11 is het belangrijkste getal van carnaval. 11
november is 11-11. 11 is het gekkengetal en met carnaval liepen er in het
verleden alle gekken weer op straat. Een bewijs dat er eigenlijk niet zo heel
veel veranderd is in al die jaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten