woensdag 8 februari 2017

11 tips voor Oeteldonkers in spé

Nog iets meer dan twee weken en dan begint het mooiste feestje van het jaar: Carnaval. Voor de mensen die ‘toch ook wel een keertje naar Oeteldonk willen met carnaval’, hier elf belangrijke tips over het wat en hoe in Oeteldonk. Ik ben dan wel geen échte Bosschenaar, maar ik ben wel een echte Oeteldonker. Het getal 11, daar kom ik zo nog op terug.

Overigens, hoe het er in Breda, Eindhoven, Tilburg, Maastricht en dergelijke aan toe gaat, daar heb ik geen flauw benul van. Ik ga áltijd naar Oeteldonk. Sommige puntjes uit de lijst zijn wel voor meerdere carnavalsdorpen van toepassing overigens.

1. Datum
De enige datum die altijd vaststaat met carnaval is 11 november. Want dan begint het carnavalsseizoen en mogen de verenigingen gaan bouwen aan hun wagens. Dat gaat gepaard met de nodige versnaperingen uiteraard. Op carnavalsmaandag trekt de carnavalsoptocht door Oeteldonk, wanneer de weersgoden het toelaten.
De datum voor het carnaval zelf wordt bepaald door de eerste volle maan in een nieuw kalenderjaar. 40 dagen na de eerste volle maan van een nieuw kalenderjaar is het carnavalszondag en dan begint het feest pas officieel.

2. Carnavalszondag
De traditie, die in mijn ogen het belangrijkste is, is het verwelkomen van Prins Carnaval op het station van Den Bosch op carnavalszondag om 11:11 uur. Als je daar bij bent, dan ben je een echte. Omdat zondag in het weekend valt is het uiteraard niet verboden om eventjes een paar sapjes in de stad te halen, dat noemen we gewoon ‘veurgloeien.’ En met veurgloeien is niks mis. Als je maar op zondagochtend om 11:11 uur met een pilsje in de hand op Oeteldonk Centraol staat.
Overigens voor dagjesmensen, die te laat zijn met een hotel boeken en toch veilig naar huis willen, is de zondag ideaal. De laatste trein vanuit Den Bosch vertrekt rond een uurtje of twaalf ’s avonds. Dan ben je een behoorlijk grote jongen of meisje als je twaalf uur onbeperkt zuipen nog recht op je benen staat.

3. Rood wit geel
De kleuren van Oeteldonk. Carnaval is van oudsher een katholiek feest en dat zie je aan de gele kleur in de vlag van Oeteldonk. Doe daar het rood en wit van de vlag van Brabant bij en dan ben je compleet. Den Bosch is de trotse hoofdstad van de provincie Brabant en dat mag gezien worden.

4. Sjaaltje
Heb je je best gedaan voor een origineel kostuum? Dat is helemaal te gek, alleen in Den Bosch lopen we er iets anders bij. Tuurlijk zien we genoeg schapenpakken of schapen in een pak, maffiabazen, Michael Jackson en ik heb zelfs ooit een heuse Theo Janssen gezien. In Den Bosch hebben we een ‘jaske’ of kiel aan, met daarbij de driekleur van Oeteldonk als een sjaal om onze nek. Een sjaal is niet onbelangrijk: in een aantal kroegen kom je zelfs niet eens binnen als je geen sjaal om hebt. Noem het discriminatie, wij noemen het traditie. Ze zijn overigens overal te koop in Den Bosch, ook last-minute. Problemen zijn er om opgelost te worden. Wij zijn allemaal verliefd op die rood-wit-gele das.

5. Knillis
Dat grote beeld op de Markt in hartje Den Bosch is Knillis, de stichter en hét symbool van Oeteldonk. Hij wordt elk jaar begraven op carnavalsdinsdag, om 24:00 uur, al is dat voor de aanstaande editie verplaatst naar de woensdag na carnaval. Iets met drukte en een hijskraan midden in de nacht. Tijdens schrikkeljaren heeft Knillis gezelschap van Moeder Hendrien. Wat Moeder Hendrien de andere drie jaren doet, is niet bekend, maar er moet natuurlijk iemand voor de kinderen zorgen. Ze is niet voor niks moeder.

6. Muziek
Ga je voor het eerst carnaval vieren in Oeteldonk en verwacht je ‘Anton aus Tirol,’ ‘To-to-tomantenplukkers’ of ‘Wat zullen we drinken?’ Dan kom je van een koude kermis thuis. In Oeteldonk draaien we Vergimmes Mooi, Attenooije, de Kleinkinder, de Foe Jong Bende en andere Oeteldonkse helden. Muziek die je de rest van het jaar niet draait oké, soms, maar die met carnaval in Oeteldonk de juiste emotie brengen.
Om in de stemming te komen is YouTube geen verkeerde optie.

7. Boeren en durskes
Nee, geen agrarisch ondernemers. Maar de Oeteldonkse man wordt een boer genoemd. Gekleed met een kiel of een jaske, een sjaal en misschien ook nog een pet. Maar die pet zet ik niet op. M’n haar jonge!
En dan hebben we uiteraard nog de durskes. Wie zijn moeder? Durskes. De dames die op sjouw gaan in Oeteldonk worden durskes genoemd. De dames in Oeteldonk. Van die dames waarvan je steeds gekker wordt. Omdat ze mooi en lekker zijn. Bloemetjesgordijn.

8. Bier
Een vooroordeel racies! van boven de rivieren is dat mensen bij carnaval zich een ongeluk zuipen en vreemdgaan bij het leven. Een ongeluk zuipen valt mee, maar met carnaval blijven we zeker niet nuchter. Zelfs gerenommeerde baco-drinkers drinken bier. Omdat ze dat eigenlijk helemaal niet lusten. Het is een beetje hetzelfde als met de Oeteldonkse muziek.

9. Gezelligheid
Jullie dachten dat ik zomaar eventjes over het vooroordeel ‘vreemdgaan’ heen zou lullen? Nee hoor. Met carnaval draait het niet om scoren, vreemdgaan of achter de viskar belanden. Carnaval is het feest dat je viert voor de gezelligheid. Echte gezelligheid. Zonder geknok, raar gedoe of wat dan ook. Met carnaval is iedereen elkaars beste vriend. Als je dat niet begrijpt, moet je lekker weer in je treintje stappen en heel snel maken dat je wegkomt. Oeteldonk is voor iedereen, van iedereen. Maar dan wel met een grote theelepel Brabantse gezelligheid.
En waar je moet zijn voor die gezelligheid? De hele Bossche binnenstad is één grote massa van gezelligheid. Voor een drankje met de schrijver van dit stuk, moet je maar eventjes een berichtje sturen. Niet je sjaal vergeten!

10. Vrienden
Het mooiste van carnaval. 5 dagen op sjouw met mensen waar je de deur niet bij platloopt, maar met carnaval op pad gaat als 1 grote kudde die het massaal met elkaar gezellig heeft. En lachen. En dansen. En doe nog maar een biertje. Lappen! Het gaat zonder moeite en iets wat zonder moeite gaat, kost geen kracht.
Al is dat laatste een partij grootspraak van heb ik jou daar.

11. Elf
Het getal 11 is het belangrijkste getal van carnaval. 11 november is 11-11. 11 is het gekkengetal en met carnaval liepen er in het verleden alle gekken weer op straat. Een bewijs dat er eigenlijk niet zo heel veel veranderd is in al die jaren.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten