donderdag 15 december 2016

We'd go down to the river

Een decembermiddag in Amsterdam. Een pleintje in Zuid. Het is er een beetje groen, er staan bankjes en er is een heus hondenuitlaatveld, inclusief spelregels. Ook is een voetbalkooi, met een geasfalteerd voetbalveldje. De kooi is er om er voor te zorgen dat je de bal niet continu hoeft te halen. Terwijl ik daar op een bankje zit, geen flauw idee wat ik daar in de kou deed, komen er drie jochies en een vrouw aan. Twee van de jongens zijn klaarblijkelijk broertjes, de moeder is de mama van de twee en de andere is het vriendje wat na school eventjes komt spelen bij zijn schoolvriendje, in dit geval de oudste van de twee. De twee oudste jochies zijn een jaartje of acht, het kleine broertje is hooguit zes.

Vooropgesteld: met voetballen na school is niks mis. Ik nam vroeger een bal mee naar het middaggedeelte van de lagere school en kwam pas thuis als het donker werd. Of als ik honger kreeg. Of als mijn moeder me kwam halen. Ik voetbalde niet op een geasfalteerd voetbalveldje, maar op echt gras. Met twee doeltjes, zonder kooi. We gebruikten meestal maar één doeltje, want het andere doel stond vlakbij de sloot en je moest eens weten wat voor pokkenwerk het was om weer de bal uit het doel te halen.
Johan Cruijff, de beste voetballer die wij ooit in Nederland hebben gehad, was ook altijd met een bal te vinden. Legendarisch zijn de beelden van een hele jonge Johan, die op de Akkerstraat in het Amsterdamse Betondorp een straatgenootje door de benen speelt. Johan was fan van voetballen op straat. Van de harde ondergrond werd je hard wanneer je neergeschopt werd en de harde ondergrond was volgens Johan de basis voor zijn fenomenale balbehandeling. Langs de A10 hangt een groot reclamebord, al zo lang ik het me kan herinneren, met een uitspraak van Johan: “Buitenspelen zou een vak op school moeten zijn.”

Terug naar het pleintje in Zuid, op die decembermiddag. Het viertal gaat voetballen en al snel leer ik de namen kennen. We hebben te maken met mama, de broertjes Dexter en River en het vriendje heet Thijmen. Met die laatste naam is niks mis, maar de namen van de broertjes zijn meteen een bron voor koude rillingen op mijn rug. En die rillingen hebben niks te maken met de temperatuur op die decembermiddag.
Je noemt je kind dus naar een moordende psychopaat en naar het goedkope frisdrankmerk van de Aldi. Bijzonder. Voor de kritische mensen onder ons, de hit van Bruce heet The River, met het woordje ‘The’ als niet onbelangrijk onderdeel van de titel. Amsterdam Zuid met een vleugje Het Gooi.

Het voetballen begint. Mama en River vormen een team en nemen het op tegen Thijmen en Dexter. Ze hebben niet door dat het veld veeeeel te groot is voor een partij'tje van twee tegen twee, maar goed. Mama is een onbeschrijfelijk irritant poldermodel figuur, River een verwend nest die gaat janken als het niet naar zijn zin gaat. Thijmen en Dexter counteren mama en River helemaal naar huis. River is simpelweg te klein om het te kunnen volgen en mama heeft in de zes, zevendertig jaar die ze oud is nog nooit een bal weggeschopt. Als je zelf al vanaf je zesde voetbalt, dan zie je dat. Ondanks dat mijn eigen niveau om van te janken is, zie je dat. Als je een bal wegschopt, dan maak je geen hupje. Standbeen naast de bal, binnenkant voet. En doorbewegen.
River krijgt het kleine broertje voordeel. Hij mag er een keer doorheen dribbelen. Van vijf meter schiet het kleine ventje op de binnenkant van de paal. De bal gaat er niet in, maar River is er van overtuigd dat hij gescoord (inclusief Kinderen voor Kinderen R) heeft. Maar aangezien er geen doellijntechnologie op dat pleintje is, gaat het doelpunt niet door. River is er klaar mee. Met tranen van woede neemt hij de verstoppertje-houding aan en het lijkt alsof hij gaat staan tellen.

‘Oké moeders, tijd om in te grijpen.’ Het is de gedachte die door m’n hoofd springt. Ik ga er even voor zitten. Want ik heb dit vaker gezien, bij mijn eigen neefjes en nichtjes, dat het brommen wordt als het eventjes niet naar de zin gaat.
Moeders ontploft niet. Moeders briest niet naar haar kleine drammertje dat hij eventjes normaal moet doen. Moeder pakt hem niet bij de arm om eventjes duidelijk te maken wie de baas is. Moeders doet net alsof ze op een vergadering een tegengeluid hoort en gaat daarmee schoorvoetend akkoord. Het is een beetje hetzelfde als onze Minister President met het referendum van het Oekraïne verdrag. Je wilt er iets aan doen, maar die mensen zijn zo vreselijk soft dat ze niet weten hoe ze laten weten dergelijk gedrag niet te tolereren. Ik zat er immers als wildvreemde naar te kijken.
River loopt naar de tas van moeder en vist daar een smartphone uit. Hij gaat een spelletje zitten spelen. Moeders loopt naar hem toe en fluit gezellig het geluidje mee wat het spelletje produceert. Thijmen en Dexter rennen nog drie keer heen en weer met de bal, daarna is Dexter moe en voegt zich bij River. Na een slokje water doet het gezelschap de jas weer aan en vertrekt. De voetbalwedstrijd heeft tien minuten geduurd. River boos, Dexter moe. Binnen wacht ongetwijfeld de Playstation of de iPad.


Johan had gelijk. Buitenspelen zou echt een vak op school moeten zijn. En voor mama het advies om eens met mijn zussen of mijn eigen moeder contact op te nemen. Want die weten tenminste hoe je kinderen opvoed.

Deze blog delen? Klik op één van de onderstaande buttons voor het delen van deze blog op je eigen social media. Lees je mobiel? Klik dan op delen! Bedankt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten