woensdag 19 december 2012

Weg met Kees (2)

In dit gedeelte van de serie Weg met Kees, gaan we van Den Bosch naar Amsterdam, eigenlijk mijn tweede stad. Amsterdam is de stad van hoeren, wiet, vrijheid en blijheid. Maar het is ook de stad van de twee pleinen, waar het in de weekenden helemaal los gaat. Ik neem jullie mee op een tweede tocht in een stapstad.

Als korte introductie de mensen met wie ik Amsterdam wel eens induik. Het zijn collega’s, die meer dan collega zijn. Jori is al sinds een paar jaar mijn beste maatje als het gaat om de collega’s en samen hebben we veel overeenkomsten, zoals ik die ook met de rest van de stapcollega’s heb. Alfred, Christiaan, Fred en Roy, het zijn de overige namen waar ik regelmatig een bakkie mee drink in de stad, veelvoudig na het werk, als er de volgende dag uitgeslapen kan worden. Met wisseldiensten is dat gelukkig vaak het geval.

Ik moet er wel bij zeggen dat de tocht door Amsterdam anders gaat verlopen dan de tocht door Den Bosch. Ten eerste is de tocht een stuk kleiner, omdat ik lang niet alles van Amsterdam heb gezien of heb meegemaakt en dat is wel de bedoeling van een redelijk complete toch. Daarnaast heb je in Amsterdam meer mogelijkheden. Waar het in Den Bosch stikt van de bekende kroegen, waar het vooral draait om zuipen tot we kruipen, daar maak ik het in Amsterdam anders mee. Tuurlijk, er zijn kroegen waar ik vaak kom waar een gelijkheid met Den Bosch wordt ontdekt. La Bastille, de Surprise Bar, Cooldown, Het Feest van Joop op het Leidse en de onvermijdelijke Jantjes Verjaardag op het Rembrandt, ik ben er geweest, ik ben er dronken geworden en ik heb het er bijzonder goed naar mijn zin gehad. En dat heb ik nog steeds, als ik er kom en het er niet te druk is. Dat is de pest in die kroegen, dat is gezellig, dat is bekend, dus het is er al gauw pleurisdruk. Mijn voornaamste redenen om er te komen zijn evengoed aanwezig: leuke muziek, leuk barpersoneel, leuke dames en het schijt hebben aan het rookverbod. Ik blijf er zeker ook heen gaan en ben blij dat ik de breedste niet ben.

Voor wie het wat rustiger aan wil doen op de pleinen, dan is er goed nieuws. Waar je een uitstekend biertje kan drinken, in de goede sfeer is Café Weber, dat eigenlijk net buiten het Leidseplein valt. Als je vanaf het Leidseplein ongeveer 200 meter de Marnixstraat inloopt, vind je café Weber. Een klein, sfeervol kroegetje waar je wat alternatieve muziek hoort en je helaas niet mag roken. Desondanks kun je er prima vertoeven en roken buiten is op zich ook geen probleem. De alternatieve muziek, die niet op een al te hoog volume staat, maakt het bovendien wat makkelijker om in gesprek te komen met je stappartners in crime of het aanwezige publiek. Publiek trouwens dat wat internationaler is, dan in de Amsterdamse kroegen die ik net al noemde.
Daarnaast bevindt zich op het Leidseplein de Pianobar, waar Alfred me eens mee naar toe heeft genomen. Een classy tent, met net personeel achter de bar. De sfeer is knus, mede door het dimde licht en de aanwezigheid van een piano midden in de bar. De avond dat ik er was, was er een beeldschoon meisje de mooiste hits van nu en vooral van toen aan het spelen en het zingen. De stem is niet van het zelfde niveau als van de hits van toen en nu, maar het is goed genoeg in een bar, waar heren 5 euro betalen om naar binnen te mogen. Entree heffen, het heeft zijn voors en zijn tegens. Als tegen is het zo dat als je een studentenbudget hebt, dan is het lastig om nog eens 5 euro uit te geven, op een alsmaar duurder worden avondje uit. Het voordeel is wel dat het kaf van het koren gescheiden wordt en er geen straatschorem binnen komt. Kijk, dat Rick Brandsteder op een gegeven moment binnen kwam, dat is dan weer andere koek, maar het heeft de avond niet verpest. Dat een langharige tekkel die een fles champagne op de bar dondert meer vrouwen aantrekt dan ik met mijn biertje en mijn peuk, daar ben ik al lang en breed aan gewend. Best grappig trouwens, de woordjes ‘ik’ en ‘breed’ in 1 zin. Je moet het maar zien.
Voor de Pianobar is het trouwens wel handig voor de heren om de kapper een tijdje links te laten liggen en je haar te laten groeien tot Rick Brandster proporties. Ik met mijn kortgeknipte koppie viel niet echt in de toon. Ik maakte veel goed met een getailleerde bloes, dat dan weer wel. Een colbertje is nog net niet  verplicht.

Echter dat was het. Een treurige conclusie volgt. De Weber, de Pianobar en de grote pleinen van de stad pas de enige plekken in de stad waar ik ben geweest in de zeven jaar dat ik nu in Amsterdam vertoef. Andere tenten en plekken, tja, daar komt het op de één of andere gekke manier niet van. En ik schaam me daar best wel voor, helemaal voor iemand met een brede muzieksmaak als ik. Ja, de Melkweg schiet me trouwens te binnen, voor een concert van de Manic Street Preachers. En de Arena, maar dat was een U2-concert. Verders is het matig. Paradiso, Hotel Arena, De Pijp, de restaurantjes in de Scheldestraat, Vak Zuid, noem ze maar op.  Ik ben er nog niet geweest. En dat moet veranderen. Dat gaat ook veranderen. Wetende dat ook de legendarische tenten ooit niet meer onder ons zijn. De Itt, Roxy en More heb ik al gemist, ik moet ervoor zorgen dat de andere legendarische plekken mij niet zullen ontglippen. Paradiso gaat morgen eindelijk gebeuren. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten