maandag 12 juni 2017

Kleine dingen

Nog niet zo heel lang geleden fietste ik over de Stadhouderskade in Amsterdam. Een drukke straat. Oost en West wordt met elkaar verbonden en het is één van mijn vaste route naar de Albert Cuyp. Waar de prijsjes klein zijn en de aanbiedingen groot. Eens in de zoveel tijd fiets ik naar de Albert Cuyp. 3 potten haarcement voor een tientje, een haring op de markt en nog wat andere dingetjes waar je bij de Etos veel te veel geld voor betaalt.

Als ik het Rijksmuseum ben gepasseerd en de kruising met de Hobbamakade oversteek, zie ik dat er verderop linten zijn gespannen. Rood witte politielinten. Dan is er iets aan de hand. Als ik dichterbij kom, zie ik dat de Stadhouderskade ter hoogte van de Frans Halsstraat is afgesloten met een politielint. Twee agenten staan bij dat lint en gebaren met dat ik rechtsaf de Frans Halsstraat in moet. Verderop, op de kruising die ‘stad uit’ gaat, richting de Ferdinand Bolstraat staat een vrachtwagen stil. Politie erbij. Meerdere ambulances. Een brandweerwagen.
Ik vrees het ergste.
Netjes volg ik de aanwijzingen van de politieagenten op. Die staan daar ook niet voor hun lol. Het is tandjesheet en met al die bepakking die ze aan hebben, heb ik het met mijn korte broek en Havanaianas toch een stuk beter voor elkaar. Al is fietsen met Havaianas aan ook een  kunst op zich. Mijn nieuwsgierigheid kan ik bedwingen. Ik wil de politieagenten niet lastig vallen met onzinnige vragen als ‘wat is er gebeurd’ en ‘kan ik er niet langs.’ En gelukkig ben ik dermate bekend in Amsterdam, dat ik weet dat als je rechtsaf slaat en weer links, dat je parallel rijdt. Geen enkel probleem.
 Als ik stop om eventjes te kijken, zie ik een kortpittige Amsterdamse van middelbare leeftijd naar de agenten toe lopen. Ik hoor haar een grap maken in de trant van ‘toch geen bom of zo?’ Misselijkmakend. Toppunt van links. Wel uit willen delen, maar niet kunnen incasseren. Het okselhaar loopt nog net niet tot haar heupen, ze stemt ongetwijfeld voor alle vrijheden voor iedereen, maakt zich druk om verscherpt toezicht op Schiphol en het Centraal Station en zet de poort wagenwijd open voor alle vluchtelingterroristen die daadwerkelijk een bom in onze hoofdstad kunnen laten ontploffen. Het is een kwestie van tijd, maar daar wil ik niet aan denken. Een grap maken over een bom, in deze tijd, met alle leed tot gevolg en vrolijk met de Groene Amsterdammer onder je arm kwijlen bij de Tweets van Anne Fleur….

Ik fiets maar snel door. Ik weet dat de Frans Hallstraat ook uitkomt bij de Albert Cuyp en als ik mijn fiets geparkeerd heb bij de McDonalds, loop ik de markt op voor mijn eens in de zoveel tijd aanbiedingen die broodnodig zijn. Ik zou op Twitter kunnen kijken wat er gebeurd is, maar uit eerdere ervaringen weet ik dat de officiële communicatie vanuit de politie of de gemeente niet plaats vindt, terwijl de boel nog in de linten hangt. Aan speculeren heb ik een broertje dood, dus ik kijk wel als ik thuis ben. Hopen dat alles goed gaat met iedereen.

Als ik tegen etenstijd thuis ben, na een pitstop bij de supermarkt voor een biefstuk, wat salade en rijst, kijk ik op Twitter en zie ik dat AT5 melding maakt van een aanrijding op de Stadhouderskade waarbij een fietser om het leven is gekomen.

Godverdomme. Het is het eerste woord wat er in mijn hoofd tevoorschijn komt. Als ik hetzelfde bericht op Facebook zie, dan lees ik automatisch de reacties en die zijn in twee kampen verdeeld: de één schreeuwt brand om de vrachtwagens in de stad, dat het te gevaarlijk is en dat alle vrachtwagens uit de stad moeten worden verbannen. Andere mensen opperen dat fietsers in Amsterdam denken dat ze Jezus van Nazareth zijn, hun eigen regels maken en dat ze overal maar door rood fietsen.
Social media haat, zoals alleen social media kan haten. In sommige punten kan ik me meer vinden dan in de andere. Ik probeer mezelf de richten tot de feiten.

Feit is dat er een fietser niet meer thuiskomt na een aanrijding met een vrachtwagen. En wie dan ook ‘schuldig’ is aan het ongeval, ik ben van mening dat er bij dit soort ongevallen meer slachtoffers zijn dan degene die gereanimeerd werd. En hoe het kan dat het ongeluk plaats heeft kunnen vinden? Ik weet het niet, ik was er niet bij en de officiële mededelingen over de toedracht van het ongeval blijven terecht achterwege. Wat ik wel weet dat er die dag slachtoffers zijn gevallen. De pleister op een grote wond is dat het niet gaat om ‘een bom’ waar mevrouw Groen Links al over grapte.

De schuldvraag is in mijn ogen niet belangrijk. Want je moet als eerste naar jezelf kijken. Ik verplaats me veelvuldig door Amsterdam. Met de auto, met de motor, met de fiets. Ik weet van mezelf dat als ik op de fiets stap, dat ik verander in een Amsterdamse fietser: allemaal aan de kant en het rode verkeerslicht staat er voor Jan met de korte achternaam. Want daar win je toch wel maximaal één hele minuut mee, als je door rood heen dendert.
Maar is dat wel zo slim? Is het slim om jezelf niet aan de gestelde regels te houden, terwijl je jezelf gaat lopen beklagen over wanneer de andere iets fout doet? Dat klopt in mijn optiek niet helemaal.
Het wordt tijd dat we onszelf weer bewust maken, dat we als eerste naar ons zelf moeten kijken als het gaat om veiligheid in het verkeer. Dus stoppen voor het rode licht, goed kijken in je spiegel, je snelheid aanpassen, niet denken dat je de enige weggebruiker bent, richting aangeven, wegblijven uit de dode hoek van een auto of vrachtwagen. Laat ik wel even duidelijk maken dat ik in het bovenstaande geval geen partij kies of een schuldige aanwijs. Ik wil onszelf er bewust van maken dat een ongeluk in een klein hoekje zit en dat wanneer we ons aan de regels houden, dat er een stuk minder kleine hoekjes op kunnen doemen waar een ongeluk in kan zitten.

Het zijn de kleine dingen die het leven speciaal kunnen maken. In het verkeer zijn het de kleine dingen die ervoor zorgen dat je thuiskomt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten