Je zou het bijna vergeten, maar op Eerste Pinksterdag was
er een festival genaamd 7th Sunday en dat vond plaats in Erp. Ik had van de
hele plaats nog nooit gehoord, maar je kan er prima een feestje vieren. En op
7th Sunday was ik nog nooit geweest en toen de vraag of ik mee wilde, was een
kaartje sneller geregeld dan een konijn op XTC. Er werd een bus geregeld, die
bus werd vol gepropt en gas erop: op naar 7th Sunday.
De avond ervoor had ik iets te diep in het flesje Malibu
gekeken. Zelden heb ik bonkende koppijn, gelukkig ook die zondag niet, maar
maat…. Ik heb me wel eens fitter gevoeld en de tosti als ontbijt bij ’t Stoepke
was een moeilijkere opgave dan het invullen van mijn belastingpapieren. Ondanks
dat het zonnetje zich niet altijd liet zien, is het zonnebrilletje niet van
mijn bakkes af geweest. Ik ben ook geen 20 meer en een avond goed zuipen ga je
toch zien aan het nest met kraaienpoten die zich naast mijn ogen bevindt.
In de bus. Tijd voor een biertje. Dat werd tijd ook want
ik stikte de moord van d’n dorst.
Aangekomen. Op het meest droevige industrieterrein aller
tijden. Wat ik dacht dat Diemen Sniep erg was, daar deed het industrieterrein
van Erp daar nog vijftien schepjes boven op. En dan dat teringeind lopen naar
de plaats van bestemming. Ik had een kaartje voor 7th Sunday, maar het leek er
wel op alsof ik me ingeschreven had voor de Nijmeegse Vierdaagse. En dat is nou
iets wat ik nooit zou doen, omdat ik daar simpelweg de kracht niet voor heb.
Onderweg stond de plaatselijke jeugd bier te verkopen.
Zelden zulke bocht op. Daarover later meer.
Na een wandeling van 28 kwartier kwamen we aan bij het
festivalterrein. Mooi woord vind ik dat, klinkt een stuk gezelliger dan
industrieterrein. Dat was het ook, want op 7th Sunday ging het los. Een mooi
feestje, met diverse stijlen van elektronische muziek. Op mainstage namen
artiesten als Kriss Kross Amsterdam, Axwell, Martin Solveig en R3Hab het heft
stevig in handen en zorgden voor knallende beats in een perfect
Pinksterzonnetje. De biertjes vloeiden rijkelijk, al hadden ze er van te voren
niet bij gezegd dat het Grolsch was. En dat vind ik de smerigste bocht die er
is. Malibu was in geen velden of vegen te bekennen, dus er werd overgeschakeld
naar de Barcardi Razz 7 up.
Ik kan u vertellen, lieve lezers, het was geen goedkoop
dagje. Godzijdank zit ik niet aan de zooi, dus dat heeft de kosten nog redelijk
weten te drukken.
Naast Mainstage was er het Slam podium, waar ik even
geweest ben en ik vraag mezelf nog steeds af waarom, Reboot met onder andere De
Sluwe Vos, Reaveld Recordings waar de tent figuurlijk ontplofte van de dampende
muzikale knallers die er ten gehore werden gebracht, het was te veel om op te
noemen. Uiteraard ben ik ook nog eventjes in de klappertandtent geweest, waar
Brennan Heart zo’n ontzettende dikke remix van Darude’s Sandstorm op de decks toverde dat ik geen
seconde spijt heb gehad van dat uurtje wat ik eventjes bij Hard Nature heb
doorgebracht.
Naast al dat gebeuk waren er ook nog andere plekjes waar
ik mezelf heb laten zien én waar ik mezelf nadrukkelijk heb vermaakt.
Zo werd er bunkerharde techno gedraaid in de technotent,
dit keer genaamd Reboot. Dat wordt de nieuwe gewoonte op een festival: aan het
einde van de dag eventjes volledig uit het pannetje in de technotent. Ongeacht
wat de naam is, ongeacht wie er moet draaien. Het is net als de slogan van
Center Parcs: je bent er eventjes helemaal weg. En das knap, als je beseft dat
ik alleen maar aan het bier en aan de Bacardi Razz heb gestaan.
Geestverruimende meuk heb ik niet nodig, daar krijg je Colombiaanse verkoudheid
van.
En er was Herrie met Gerrie, op een plekje tussen de
bosjes. Beetje vergelijkbaar met het bos bij de Nieuwe Meer in Amsterdam West.
Op een stiekem plekje weggestopt, voor de mensen die weten wat ze er kunnen
vinden en er van kunnen genieten. Godzijdank ben ik het bosje van Gerrie niet
voorbijgelopen, zoals ik dat in Amsterdam West altijd wel doe. Herrie met
Gerrie bracht me eventjes terug naar het middagje Woodstock in Bloemendaal.
Artistiek geklede mensen, de boel netjes aangekleed en muziekjes nog laffer dan
een tackle van achteren. Ik gok dat ik de meeste tijd van 7th Sunday bij Gerrie
met z’n herrie heb doorgebracht. Door de groep al snel gedoopt tot ‘Raven in het
homobos.’ Het boeit me niets, hoe ze iets noemen. Zo lang het maar goed is en
dat was de Herrie van Gerrie zeker.
En toen we aan het eind van de avond ook nog een stel
illegalen gevonden hadden, kon de dag al helemaal niet meer stuk. Het enige
jammer was dat die illegalen geen Malibu hadden meegenomen, maar je kan niet
alles hebben.
Met een glimlach rijker en een portemonnee leger, werd de
avondetappe richting de bus in gezet. Jordy kon dat ‘tyfusding’ niet vinden,
maar toen de bus uiteindelijk door iedereen gevonden werd, werd de toon gezet
voor een legendarische terugrit, waarbij sommigen fysieke klachten hadden van
het lachen. Ik ga geen verdere details verklappen, daar had je gewoon bij
moeten zijn. Joh.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten