dinsdag 10 juni 2014

Pleased to meet you

Pinkpop. Ik was 1 van de 67.000 lucky bastards die er op zaterdag 7 juni 2014 bij was. Een datum die voor altijd een eeuwig die bijzondere lading zal hebben. Verjaardagen, dat onthoud ik altijd wel. En er zijn drie data die ook een hele bijzondere lading hadden. De lading van 7 juni 2014 is anders. Een zelfde lading als 24 mei 1995 en 15 mei 2011. Data die je voor altijd zal herinneren.

De reis ernaar toe was een onderneming. Vanaf de snelweg werd je dwars door Landgraaf heen geloodst, met daarbij een niet onaanzienlijke file tot gevolg. De auto geparkeerd op een immens weiland, een wandeling van een dik half uur naar het festivalterrein. Bij het naderen van het festivalterrein hoor ik het herkenbare geluid van The Scene’s ‘Blauw.’ Een blik op de tijd. Iets over vier. Het festivalterrein komt dichterbij.
De kaartjescontrole. De fouillering. Tuurlijk, zoals gebruikelijk de verkeerde rij fuck you, ouwe dagjesmensen die nooit ergens komen en met 36 verschillende tassen aan komen schijten. Het terrein op.

Dan. Emotie. De eerste lyric die ik hoor, op moment dat ik voet op het evenementterrein zet is de volgende.

En ik hef
Het glas op jouw gezondheid
Want jij staat niet allé-hé-één!

Kippenvel. Enorme kippenvel. Koude rillingen over mijn rug, ondanks vol in de warme bijna-zomerzon. Thé Lau, uitbehandeld door de doktoren voor keelkanker, staat in een volle, hete en emotionele tent het glas te heffen op onze gezondheid. En dan moest de dag nog beginnen.

En die dag ging verder. Festivaltechnisch ben ik redelijk ervaren, maar op de festivals die ik doorgaans bezoek, staat iedereen te klappertanden geloof me, niet van de kou en staan de doppen op ‘hard.’ Wat Pinkpop met de hardstylefestivals gemeen had, was dat je je ogen eruit kijkt. Maar daar houdt alle vergelijking verders op. Van best jong tot best wel oud. Mensen die bekers gaan lopen rapen (50 voor een muntje!), een e-norme diversiteit aan eettenten al vond ik 4 bonnen van een knaak per stuk voor een rolleke döner aan de prijzige kant, het is een paar dagen later amper terug te halen.

En muziek. God, wat een muziek. Joe Bonamassa. Ik had er nog nooit van gehoord, ik moet het eerlijk bekennen. Er schijnt een concert in de Royal Albert Hall op YouTube te staan, dat geweldig moet zijn. Ik weet niet in ieder geval na zaterdag 7 juni 2014 in ieder geval dat deze man live ontzettend goed gitaar kan speulen. Wat een klanken. Gitaarmuziek zoals gitaarmuziek bedoeld is. Op de elektrische gitaar. En dan schijnt hij ook nog onnavolgbaar op de akoestische gitaar te zijn. Joe Bonamassa. Hemels.
Met John Mayer op de achtergrond aan de vette hap en een glaasje Brand-bier, maakten we ons op voor het klapstuk van de avond. Want om 9 uur zouden ze komen. De Stones. Mick. Keith. Ron. Charlie. Plus alles wat ze meenemen, om er een fantastische show van te maken.

Om tien over negen gebeurde het. De introducerende cd ging uit, iedereen had zijn plekje opgezocht en daar stonden ze ineens: 500 meter bij ons vandaan, maar o zo dichtbij. Met Jumping Jack Flash werd afgetrapt. Klappen als een malle. Mick in topvorm op het podium. Dansen. Zingen. Lol. Jezelf helemaal kwijt zijn. Hit na hit werd over het Landgraafse weiland geblazen. Oorgasme na oorgasme. Angie werd gespeeld. Emotie. Angie is mijn ogen een ode aan elke mislukte relatie. Kippenvelnummer. En tussendoor frommelde Mick ook nog wat Nederlandse woorden erdoorheen. Het standaard ‘alles goed’ en ‘eindelijk op Pinkpop’ werd nog aangevuld met ‘deze kunnen joellie meesingen.’ Ook werd er aandacht besteed aan het kapsel van Ron. ‘Wie is je kapper? Roy Donders?’ Altijd lachen met die Mick.
Momenten van geluk waren de klappers Gimme Shelter (met prachtige assistentie van Lisa Fischer) en ‘whoo-whoo’ Sympathy for the Devil (in prachtig rood decor). Het waren nummers van ongeveer 8 minuten per stuk, waarin ik het aardse ontstegen was en mezelf bovennatuurlijk waande. Daarna dansen op Brown Sugar en toen was het ‘goedenacht Holland!’ Maar niet voor lang. Want er moest nog een herinnering op worden gehaald aan Hank ‘Californication’ Moody, met You can’t always get what you want. Iconisch. Magnefiek. Briljant. Oorgamse.

Afgesloten werd er met Satisfaction. En toen gebeurde er iets heel raars met zowel mij als met naamgenoot/motormaatje/jeweetzelf. Als debielen stonden we te springen. Als volslagen debielen. Met het gevoel in ons hoofd alsof we net de winnende goal hadden gemaakt in de WK finale. Wat een euforie. Wat een mafkezen. Maar daar zijn we naamgenoot voor.
Na Satisfaction was het klaar. Helemaal klaar. Geen Paint it black, geen The Last Time, geen Wild Horses. Maar het was goed zo. Le-gen-darisch.

De Stones. Ik had ze nog nooit live gezien en ik heb me heel goed besefd dat dit een once-in-a-lifetime-ervaring is. De mannen zijn samen 280 jaar oud, maar bewogen als vleugelvoetige Hermessen over het podium. In topvorm. Wat een concert mensen. Wat een concert. 90 euro was het kaartje. Money fucking well spend.

Bijkomend gingen we de Landgraafse nacht in. Naar de auto welteverstaan, wat een wandeling van een uur werd door de grote drukte bij het hek. Aangekomen op de snelweg ging het lichtje uit. Alle energie van die dag was vergeven. Maar wat een energie. Wat een dag. 7 juni 2014.

Uitspraak van de dag kwam overigens van Jeroen. Bij het aanrijden naar de immense parkeerplaats zagen we een dame van tegen de zestig, die een beetje krom liep. Ze droeg een shirt van de Rolling Stones tour uit 1994. Wij in de auto tegen mekaar: zo, die was er toen ook al bij. Jeroen: Ja, maar ’t is te hopen dat ze toen beter liep.... Je had er bij moeten zijn


Geen opmerkingen:

Een reactie posten