zondag 22 juni 2014

O Phenomeno

‘Die dikke.’ Zo noemde presentator Wilfred Genee hem in de late uitzending van VI Oranje op zaterdag 21 juni 2014. Het ging over het doelpunt van Miroslav Klose, die in de WK-wedstrijd zijn vijftiende goal op een eindronde van een wereldkampioenschap voetbal scoorde en dat was een evenaring van het record van Ronaldo Luiz Nazario de Lima, voetbalnaam Ronaldo.

‘Die dikke.’ Ik vond het nogal wat, uit de mond van een presentator die nooit verder is gekomen dan doelman van het schoolvoetbalelftal is geweest en in het dagelijkse leven supporter is van what’s in a fucking name Cambuur fucking Leeuwarden. Gelukkig maakte René van der Gijp, de jolige en bebrilde ‘voetbalanalyticus’ van het programma een opmerking, die het toch een klein beetje goed maakte en wat de presentator toch iets meer op zijn nummer zette. Dat Ronaldo Luiz Nazario de Lima de beste spits was, die ooit op de velden heeft rondgelopen. ‘Er staan filmpjes van die gast op YouTube, daar kom je bijna bij klaar.’ Het commentaar van Gijp was veelzeggend, met de tafelheren allemaal achter zich. De presentator eventjes op zijn nummer gezet, zoals het hoort.

Want Ronaldo Luiz Nazario de Lima, wat een voetballer was dat. Hij kwam op zijn 18e naar Nederland, naar PSV. Ajax had hem bijna gehad, maar hij was door een Braziliaanse tussenpersoon overtuigd met foto’s van Romario in een shirt van de Eindhovenaren. PSV Ronaldo, Ajax viste achter het net. Maar deed dat op zich niet verkeerd, zie daar Patrick Kluivert, die de beste Nederlandse nummer 9 is die wij als voetballiefhebber hebben gekend.
Maar het gaat over de Braziliaan Ronaldo. Nogmaals, wat een voetballer was dat. Die man had alles. Techniek. Snelheid. Koelbloedigheid. Body. Overzicht. Killer-instinct. De bal verliezen, als verdediger aan Ronaldo, in een 1 tegen 1 met de keeper, dat was hetzelfde als een eigen goal maken. Want je wist, als Ronaldo alleen op de keeper kwam, dat je met zijn alle terug kon naar de middellijn. Wat een voetballer. Wat een voetballer.

Ik zag hem ooit eens, in een koud en nat Olympisch Stadion van Amsterdam, in november 1995. On-Brazliaans weer, maar wel een fantastische goal van Ronaldo. Tussen 3 verdedigers van de Europees Kampioen in, de beste keeper ter wereld kansloos laten met een droge knal in de korte hoek. Als 9-jarig jochie besef je dat niet echt en je was het er totaal niet mee eens, want het was geen Ajacied, maar toch. Wat een voetballer.
Via PSV vertrok hij naar het FC Barcelona van Sir Bobby Robson. 34 miljoen Hollandse guldens werd er betaald en daar hebben ze geen spijt van gehad. Goal na goal. Wereldgoal na wereldgoal. De goal tegen Compostella, waar hij werkelijk 7 man zoek speelt, de keeper op het verkeerde been zet en de bal binnenschuift. Of tegen Valencia, waar hij tussen twee verdedigers een bodycheck van jewelste ontwijkt en de keeper kansloos laat met zijn rechtse binnenkant voet. Juichend weglopen, armen gespreid. Het werd in die jaren een bekend beeld. Ronaldo heeft gescoord. In het Barcelona-jaar scoorde hij 47 goals. Inter Milaan hapte toe en contracteerde O Phenomeno.
Tegen de Italiaanse slagers in de Serie A bleef hij het eerste jaar makkelijk overeind, rugnummer 10 kwam vaak in beeld. Armen gespreid. Een sukkelig drafje. Ronaldo had gescoord. Het WK in 1998 van Frankrijk werd zijn toernooi. Dat kon niet anders. De natie rustte op de jonge schouders van de superster. Hij scoorde 4 goals, waaronder de 1-0 in de halve finale tegen Nederland. De druk was enorm. Van de mondiale voetballiefhebber. Van de voetbalgekke Braziliaan. Van de sponsor. Van de FIFA, die de finale Ronaldo – Zidane vooraf in geprogrammeerd leek te hebben. Het liep anders. Ronaldo werd een dag voor de wedstrijd onwel, waarschijnlijk van de druk. In de finale was Ronaldo geen flikker waard, een dood vogeltje. Frankrijk won. En plots twijfelde de wereld.

Een twijfel die terecht leek te zijn. Want Ronaldo was Ronaldo niet meer. Blessure dit, overgewicht dat, er kwam maar geen eind aan. Een zware blessure kostte hem zijn halve tweede seizoen bij Inter, de rentree was tegen Lazio Roma in 2000. 7 minuten na zijn rentree gebeurde er iets waar de beelden nog steeds van op mijn netvlies staan. Hij zakte door dezelfde knie, bij het inzetten van een actie om zijn zoveelste verdediger te passeren. Met pijn vertrokken gezicht stortte Ronaldo ter aarde, tranen op zijn gezicht. Het gezicht van pijn, dat een pijl in het hart van elke voetballiefhebber was. Weer een zware blessure, weer een herstel. Ronaldo was afgeschreven.

Totdat het wereldkampioenschap voetbal in 2002 voor de deur stond. Ronaldo timmerde voorzichtig weer aan de deur bij Inter. En speelde daar weer. Om ritme op te doen. Want daar, in het verre Japan en Zuid-Korea moest het gebeuren. En het gebeurde. Met 8 goals was Ronaldo de ster van het toernooi en liet hij zoals zo vaak na een goal zijn ontzettend prachtige lach zien. Het weglopen met gestrekte armen had plaats gemaakt voor het rechterwijsvingertje. Met die ontzettende mooie lach. Dat rechterwijsvingertje wat we later nog zo vaak bij Real Madrid zouden zien. En heel even bij AC Milan.
Na de zoveelste blessure sloot Ronaldo het Europese boek en ging terug naar Brazilië, naar Corinthians. Het figuur was niet meer best, zoals dat ook niet in zijn laatste jaar bij Madrid was. Toen hij van zijn criticasters de bespottelijke bijnaam El Gordo (juist, de dikke) kreeg, was ik furieus. Een sportlichaam had hij zeker niet meer, maar geef die man wat krediet. Het kwaad was geschied.
Ronaldo’s immer protesterende lichaam was niet meer gezicht voor voetbal. Een betraande Ronaldo kondigde in februari 2011 zijn afscheid aan als profvoetballer. En ik huilde mee, samen met miljoenen andere voetballiefhebbers. In ons hart hadden we al lang afscheid genomen van O Phenomeno, maar als het woord ‘stoppen’ eruit komt, is het toch een klap.  

Ronaldo scoorde in 545 wedstrijden 344 doelpunten voor al zijn clubs, in alle belangrijke competities. Doe daar nog eens 62 goals in 98 wedstrijden voor de Goddelijke Kanaries, waaronder 15 goals op een eindronde van het wereldkampioenschap. O Phenomeno werd op 12 februari 2011 O Legendo. Wat een voetballer. Wat een voetballer. Fenomenaal. De beste speler, die ooit met nummer 9 op zijn rug heeft rondgelopen.

Twitter.com/keesgeniet

Met dank aan YouTube en Wikipedia.


Ps. Brazilië heeft nu Fred in de spits staan. Heb je die zijn postuur wel eens gezien? Dat is godverdomme een buitenechtelijke zoon van Peter Wisgerhof! En daar wordt niks over gezegd? Slaap lekker mensen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten