dinsdag 6 mei 2014

9292. Of zoiets

Ik heb nu ongeveer 8 en een half jaar mijn rijbewijs en nog nooit ingevorderd, tadaaa!. Van die 8 en een half jaar heb ik nu, verspreid over drie auto’s, 8 jaar mijn eigen auto en dat is prettig. Want ik hou totaal niet van reizen met het openbaar vervoer. Reizen met het openbaar vervoer. Een bitchblog.

Ik ga niet al te lang uitwijden over het hoe en waarom, maar mijn auto staat al een tijdje met stukken bij de garage. Al ruim drie weken en ik ben veroordeeld tot het openbaar vervoer. En je motor dan? Ik hoor het je jezelf afvragen. Nou lieve mensen, wij wonen in Nederland en daar kan je door het weer niet een heel jaar op de motor rijden die ik rij. Een Yamaha R6 rij je namelijk voor je plezier en drie kwartier krom op een motor zitten tussen Nieuwaal en Amsterdam is niet best voor je rug. En ook niet handig om spulletjes mee te nemen. Koffers op een motor, ik vind het praktisch maar geen haar op mijn kin die er aan denkt om een koffer op mijn prachtige R6 te schroeven.

Het openbaar vervoer, ik ben er nooit fan van geweest, behalve in de twee autoloze weken die ik tussen de Golf snik, ik mis je nog steeds ouwe gabber en de Stilo. Toen ging het ontspannen. Lekker achterover hangen, biertje in de trein moet je in de auto niet proberen, muziekje in je oren. Prima.

Maar toen zei ik al tegen mezelf ik heb echt veel goeie gesprekken met mezelf: leuk dat openbaar vervoer en best ontspannen, het is alleen kut dat je niet voor de deur afgezet kunt worden en altijd van anderen afhankelijk bent. Dat is een feit.

Die instelling heb ik volgehouden tot afgelopen vrijdag, in de derde week van de logeerpartij van de Stilo bij de garage. Vrijdag had ik gewerkt en stapte om half 4 ’s middags naar buiten. Tram 7 naar de stad, om via de Kalverstraat prachtig shirtje gescoord bij The Sting naar Amsterdam Centraal te lopen. Daar was ik om half 5. Kaartje gekocht en op naar het perron. Daar zag ik tot mijn schrik dat de trein toch al over anderhalve minuut zou vertrekken. Rennen dus.

Met mijn sprintsnelheid is nooit iets mis geweest, conditioneel met een pakje Marlboro Medium per dag is een ander verhaal, dus ik stond keurig netjes op tijd in de trein. En die trein was een partij vol. Teringdetouwtandjes. Maar vooruit, Amsterdam Centraal – Utrecht Centraal is twintig minuutjes, voordat ik over moest stappen op de stoptrein die stopt op station Zaltbommel. Daar wacht het buurtbusje busje komt zo, busje komt zo, busje komt zo of nog beter papa, mama of één van mijn zussen op me, om me naar Nieuwaal te brengen.

Ik had nog niet gezegd dat de trein ging rijden toch? Nee, dan is het goed, want na 10 minuten zonder enige vorm van beweging kwam via de intercom het bericht dat de trein wegens een defect niet ging rijden. GodgloeiendetyfusteringgrafNS. Dat was mijn letterlijke reactie op het bericht, gevolgd door weg te benen en op zoek te gaan naar de intercity naar Nijmegen (want stopt ook in Utrecht).

Toen ik op het juist perron stond, kwam er een klein kuttreintje aanrijden. Het was inmiddels vijf voor vijf en mijn powernap voor De Tent (straks onderaan twee keer op vorige klikken) kwam in gevaar. ‘Is dit de trein naar Nijmegen?’ hoorde ik velen van het tandjesdrukke perron vragen en steeds werd er bevestigend geantwoord. Trein stopte, ik erin. Gelukkig, een zitplek. Staan in een sprinter is helemaal een ramp, helemaal als je wel eens met de metro naar de stad bent geweest. De trein reed, uiteraard na wat vertraging, om tien over vijf weg vanaf Amsterdam Centraal.
Op Amstel kwam ik erachter dat ik een boktrage sprinter wie die naam ooit verzonnen heeft moeten ze stenigen met terugwerkende kracht zat richting Rhenen. Op Amstel kwam ik er ook achter dat de intercity naar Nijmegen (en dus Utrecht, op dat moment zo ontzettend het beloofde land) achter de sprinter aan reed. Ik dus met vliegende vaart  de drukke sprinter uit, twee trekken van een peuk genomen buiten de rookzone, ik ben echt een bad-ass aan het worden en in de intercity naar Nijmegen en dus Utrecht gestapt.

Daar was ik om half 6, want als die intercity nu eenmaal gaat rijden, dan wil ie wel. Rustig aan, lopen naar spoor 18b, waar standaard de trein naar Bommel vertrekt. Daar was ik op tijd en had mijn plaatsje gevonden tegenover een niet onaantrekkelijke dame in de sprinter. Weer die intercom. ‘Wegens een defect zal deze trein later vertrekken....’ Uit beleefdheid richting de niet onaantrekkelijke dame heb ik de enorme vloek die ik uit had willen schreeuwen in mezelf gelaten. En ik gaf mezelf wederom gelijk. Telefoon inmiddels op een dermate laag batterijvermogen inclusief een paar boze Tweets dat de muziek uit moest, om nog wat over te houden voor het thuisfront. Dat thuisfront heb ik uiteindelijk, met dank aan mijn moeder, om half zeven bereikt. Toen moest ik nog vreten (eten was er niet meer bij, zo vuil was ik), mijn vader halen op zijn werk in Poederooijen, douchen, scheren, gelletje, crèmepje, luchtje, tandjes poetsen, nieuwe Sting shirtje aan met de rest van mijn kleding, op de fiets naar maatje S voor een indrink biertje en dan naar De Tent.

Ik had een kater met koppijn de volgende dag.

Nee, het openbaar vervoer, daar was ik vrijdag even helemaal klaar mee. Wat een ellende. En dan heb ik een keer vertraging. Je zou dit wekelijks of dagelijks hebben. Ik snap die stresskippen nu wel, als ik op een station loop. Verbieden moeten ze het.

En weet je wat ze ook moeten verbieden? Van die trage eikels bij de kaartjesautomaten die niet eens weten hoe zo’n ding werkt. Want door dat stuk verdriet twee stuks miste ik bijna de sprinter naar Utrecht Centraal van gisteravond. Als je daarvoor als een halve tamme in een ouwe kutbus hebt gezeten, die van je van Nieuwaal naar Zaltbommel brengt (hortend en stotend), dan wil je ontspannen je kaartje kunnen kopen en op het perron nog een peuk kunnen roken voordat de trein komt. Maar door dat soort bastards moest ik weer rennen als Usain Bolt om mijn trein te halen. Dat lukte en ik was uiteindelijk om half negen in Amsterdam, net op tijd voor Voetbal International. Best apart, als je om tien over zes al op het busje staat te wachten. Met de auto ben ik dan om zeven uur in Amsterdam. En als ik om half 4 bij mijn werk in de auto stap.... Juist.


Deze week de garage maar even bellen, of het al opschiet.

Twitter.com/keesgeniet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten