donderdag 15 augustus 2013

Weg met Kees (6)

De vorige blog uit de editie ‘Weg met Kees’ was de ode aan de Schuur en daar kondigde ik aan dat de Schuur aan de vooravond stond van het uitgaansleven van Amsterdam en Den Bosch, dat ik nu nog regelmatig bezoek. Maar is er meer. Veel meer. Over vroeger.

Vergelijkbaar met de Schuur, maar dan duurder in de taxi en de entree, waren de Lunenburg in Loosbroek en de Rodenburg in Beesd. Trappen we af met de Lunenburg, oftewel de Luun. Naar de Luun ging ik niet zoveel, had met name met afstand te maken, en dat vond ik best jammer. Want de Lunenburg was een mooie, grote discotheek met meerdere zalen en één hele grote zaal. In die grote zaal werd van alles gedraaid, maar vooral de nieuwere dance muziek. De Lunenburg was groter dan de Schuur, met nieuwer volk. En dat was dan weer zo prettig. Want nieuw volk betekende nieuw vlees. En dat was dan ook wel weer wat waard. Ja, in de Lunenburg heb ik het avond na avond goed naar mijn zin gehad. Bier werd ingeruild voor baleco, die tijd heb ik ook nog gehad. Tot ik er een avondje gruwelijk van heb lopen kotsen. Dus dan maar weer terug naar het bier.

Zo ook in de Rodenburg, in Beesd, een stukje dichterbij. En met Michael net in het bezit van zijn rijbewijs een fluitje van een cent om er te komen. Enkele reis, op Michael zijn tempo: 4 minuten. God, wat was die Hiyundai een beest van een wagen. Maar goed, de Rodenburg dus. Knappe tent, 2 grote zalen en een kleiner zaaltje boven. In de twee zalen was er steevast 1 gereserveerd voor het betere hak-, stamp,- en beukwerk. Diverse malen was de nog onbekende, maar bloedmooie DJ Korsakoff te gast, wat leidde tot testosteron op de dansvloer. Wat een plaatje, die Korsakoff. Vaker stond ik in de andere zaal, waar de muziek me een beetje deed denken aan de Schuur. Het bier inmiddels ingeruild voor de Malibu-cola, 3 muntjes, het kon lijen. En maar schudden met die heupen. Uit de Rodenburg heb ik een drietal mooie anekdotes. 1. Gozer staat met een driekwart trainingsbroekachtigiets te dansen tegen een grietje aan, iets te wild en je kan zomaar de Tent in Gameren opzetten. 2. Vreten halen na afloop van de avond. Zeg even ‘hoi’ tegen de kijkers thuis. Frietpan? Goed juh. 3. De beste. Na de uitschakeling van oranje op het EK 2008 kanonbezopen naar Bommel fietsen, gebeld worden over interesse om naar de Rodenburg te gaan (ja natuurlijk), in het Stadscafé in Bommel verder drinken, kotsen bij de Chinees in Bommel in afwachting van de taxi, taxi in, naar de Rodenburg en voor 50 euro munten bestellen. Tijdens euroavond. 1 euro = 1 muntje. En ondanks de staat van dronkenschap waarin ik verkeerde, nog ‘slechts’ 15 muntjes overhouden. Zo’n avond was het.

Hoewel ik mezelf in de Lunenburg en Rodenburg behoorlijk heb vermaakt, was het toch geen Schuur. Gematigde vreetpartijen na het stappen (al gooide Michael regelmatig de frietpan aan), geen geknok in het vreethokje, geen grote donkere parkeerplaats, geen Robbie om je thuis te brengen, geen zus die voor je opkomt, als je het lastig hebt en je kan je eigen problemen niet op kan lossen (te jong), geen gevlucht voor ’n lelijke dame om vervolgens in de armen van een beeldschone dame te belanden, geen gebulder van de Boer. Dat was er allemaal niet. Wat er in de Schuur dus wel was. En zo heeft m’n zus toch nog wat anekdotes te pakken merk ik wel.

En wat als er geen Schuur, Lunenburg of Rodenburg op het programma stond? Nou, in het Trefpunt in Nieuwaal en de Mop in Gameren heb ik feestje na feestje afgelopen met altijd leuke taferelen. Een concert van de WC Experience in het Trefpunt en een buitendorper had spatjes? Da motte hier nie doen jonge. Want voor je het weet staan er een paar glazen bier op het randje en lig je buiten. Gelukkig ben ik een binnendorper. Feestje in de Mop? Prima. Fietsje, anderhalve kilometer. Deden we. En doen we nog steeds. Het is vaak prettig om op een vrijdagavond na een week werken een Juupke te pakken in de Mop, met het meubilair achter de bar. De Mop is een prima plek voor frietjes en ijsjes, dus ome Kees scoort regelmatig punten met neefje en nichtje. Ook goed om te weten.

En ook ik heb een zondige tijd gehad: Het Stadscafé van Zaltbommel. Een plek waar ik nu niet meer dood gevonden wil worden op vrijdag – of zaterdagavond. No offense voor degenen die er nog wel eens heen gaan, maar het is niks voor mij. Daar is mijn pedopas niet geschikt voor. Als Bommel er in zit in het weekend, dan zit ik het liefste in de Spin, waar het volk wat ouder is. En kennen jullie het Gerucht nog? Ook in Zaltbommel en leuk toen je 18 en jonger was. Die tent bestaat nu overigens niet meer, net als de Lunenburg. Wat nieuw is, is leuk. Maar als de nieuwigheid er vanaf is, dan is het gauw klaar met de gezelligheid.

Resten nog de Tent en de vakanties. Maar daar vertel ik jullie graag een andere keer over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten