vrijdag 6 oktober 2017

Burgemeester


Amsterdam, vrijdagochtend 6 oktober 2017. In de vroegte loop ik over de Burgemeester de Vlugtlaan, op weg naar een doktersafspraak. Het is nat, het is koud. Snel nog even peuken halen bij de Total. De laatste was vanmorgen vlak na het douchen op gegaan. Zo ’s ochtends zijn ze altijd het lekkerst.

 

Het drupt een beetje, er waait een matig windje. Tussen de herfst probeert de zon nog een poot tussen de deur te krijgen. Zo van: “ik ben er nog.”

 

Als ik peuken heb gehaald en bij de dokter naar binnen stap, meld ik mezelf aan bij het loket. Als ik aangemeld ben, ga ik zitten. Wachtruimtes zijn vreselijk en de wachtruimte bij een dokter is bijna net zo erg als bij de tandarts. Ik pak mijn telefoon en open Facebook. Daar zie ik een bericht wat de aanleiding is geweest voor het schrijven van deze blog.

 

“Burgemeester Van der Laan overleden.”

 

Het bericht wordt afgesloten met een verdrietige smiley.

 

De dokter is snel bij me. Ze kijkt naar wat er mis is, schrijft een recept uit en verwijst me door naar apotheek. “Je kan het vanmiddag of morgen ophalen,” hoor ik haar zeggen. De zalf voor een ontstoken oog moet even wachten tot morgen. Er moet nog gewerkt worden.

 

Als ik naar huis ben gewandeld en ontbeten heb, open ik de laptop en lees op Facebook de Parool-columns van James en Theo. Aangezien ik die columns vaker lees, vind ik best dat je beide heren met alleen hun voornaam aan mag spreken. Ik lees ook het stukje wat Het Parool heeft geplaatst, met daarin de levensloop van de burgemeester. Ik kijk op AT5 een documentaire die het Amsterdamse leven van de burgemeester in krap 40 minuten bespreekt. Met name het stukje over ‘Ik woon in de Baarsjes, je bent een ouwehoer’ is briljant. Hoe snoer je een schreeuwende Amsterdammer de mond? Zo dus.

 

Die mond snoeren, dat deed de burgemeester. Met verve. Door wat hij zei. Door wat hij deed. Met een vleugje Amsterdamse humor, met passie en met kracht. De burgemeester dacht eerst na, praatte vervolgens en deed daarna hetgeen wat juist was. Die combinatie maakte burgemeester Van der Laan een geweldige burgemeester.

Inmiddels woon ik nu ruim 9 jaar in Amsterdam en werk er aan het einde van deze maand 12 jaar. Burgemeester Van der Laan is dus het grootste gedeelte van mijn Amsterdamse bestaan met recht mijn burgemeester geweest. Een burgemeester die iedereen verwelkomde in de stad, of je nu uit Afghanistan kwam, uit Amerika of uit Brabant. Het maakte niet uit. Je was welkom onder de vleugels van de burgemeester. Maar het mooie was, dat je niet moest fokken met de burgemeester. Want dan kon je je boeltje pakken en optiefen. Rechtser is een voormalig lijsttrekker van de Partij van de Arbeid nog nooit geweest. Iemand die dacht met het gezonde verstand, schijt had aan protocollen en er voor zijn mensen wilde zijn. Iemand die in Den Haag nodig is om orde te scheppen in de chaos. Iemand die het ongetwijfeld eens was met de partijkartel waar onze grote vriend Baudet het steeds over heeft. Iemand die in de huidige Haagse slangenkuil kopje onder gaat om er niet meer boven te komen.

 

Het spijt me, ik wil van deze blog niet een politieke blog maken, maar een eerbetoon aan de beste Minister – President die ons land nooit gehad heeft. Het is een eerbetoon aan de beste burgemeester die Amsterdam heeft gehad.

 

James Worthy schreef dat wanneer Amsterdam niet kon slapen, dat de burgemeester middels de grachten de stad in slaap wiegde. Hij schreef dat als de Bijlmer het koud had, dat hij warmte over de hoogbouw heen blies. Van der Laan was er voor zijn stad. De stad die hij – zonder arrogant te klinken – als beste stad van de wereld bestempelde. De stad waarvan hij zeven jaar de baas was. De stad waarin hij juichte voor de club van de stad en een twinkeling in de ogen kreeg bij het zien van Johan Cruijff.

Terwijl Amsterdam huilde over het vreselijke nieuws van Appie Nouri, bedwong Van der Laan op de nationale televisie zijn tranen, diep geroerd door het verdriet van het droevige nieuws. Terwijl hij zelf niet lang meer zou leven. Wij zagen een man die geroerd was door de verbinding van een klein ventje uit Geuzenveld met een huilend voetbalhart. De burgemeester was een man van het volk en iedereen kon het zien.

 

Op 25 oktober aanstaande wordt de Amsterdam Arena officieel omgedoopt tot de Johan Cruijff Arena. En dat is dankzij de burgemeester, die alle ego’tjes van alle partijen de baas was en de stad gaf wat de stad wilde. Laten we hopen dat een volgende burgemeester de stad geeft wat de stad wil: de naam van de burgemeester op een mooie en prominente plek in onze prachtige stad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten