Het is wakker worden in een Amsterdam met een zonnetje,
een zonnetje wat ons de komende dagen nog vaker gaat verblijden als we de
berichten mogen geloven. Het is de dag na de Europa League finale en ik ben
trots.
Goed, de wedstrijd was voor Ajax niet goed. ‘Je moet
schieten anders kun je niet scoren’ om Johan er maar eens bij te pakken en om
te schieten is het wel makkelijk om kansen te creëren. Is niet gebeurd
gisteren. United voetbalde op de manier waarop ik geen fan van United ben
geworden, maar Mourinho weet van elke club een resultaatgerichte voetbalmachine
te creëren. Zesde worden in de nationale competitie, maar aan het einde van de
streep toch drie prijzen in de prijzenkast erbij. United is na Barcelona,
Juventus en Ajax de vierde club die alle drie de Europese bekers in de
prijzenkast heeft staan.
En Ajax? Dat stond met lege handen. Eventjes was er de
hoop op de 34e landstitel, groter was de hoop op de Europa Cup. De
plaatjes op WhatsApp en Facebook met drie kruizen door de prijzen kwamen weer
voorbij, in een dorpje aan de Maas sprongen ze vannacht weer de vijver in omdat
Ajax verloren had en het ‘helemaal niets in Amsterdam’ kwam dan eindelijk uit. Op
de laatste dag van het seizoen.
Toch ben ik trots.
Trots op die jonge honden van Peter Bosz, die Ajax weer
Ajax hebben gemaakt. Het Ajax waar ik midden jaren ’90 fan van werd, verliefd
op werd en van ben gaan houden.
Trots op Mathijs de Ligt, die met 17 jaar de jongste
speler werd die ooit een Europese finale heeft gespeeld. En wat een voetballer.
Die komt er echt wel. Daar kan geen foutje in Oranje tegenop.
Trots op de gemeente Amsterdam, de politie en alle
betrokkenen bij de organisatie die het volgen van de wedstrijd in grote delen
van de stad hebben mogelijk gemaakt. Het is niet niks, 200 duizend man extra in
een stad die al zo onder de loep schijnt te liggen. En dat met een recente IS
aanslag in Manchester in de schaduw van het evenement. Het mag was kosten, maar
wat een geweldig feest hebben ze ervan gemaakt. Ik zou zeggen: Eberhard for
president, maar dan zijn wij onze geweldige burgemeester kwijt, dus doe maar
niet.
Trots op de afdeling ‘social media’ van Ajax. Wát een
filmpjes werden er op de dag van de finale het sociale web op geknald.
Geweldig. In de sfeer van Bobby Haarms: Borst vooruit, adel verplicht. Wij zijn
Ajax.
Trots op die 100 duizend die op het Museumplein stonden,
die na de wedstrijd uit volle borst ‘Dit is mijn club’ mee stonden te zingen.
De beelden zorgen voor kippenvel, helemaal met dat Bengaals vuur erbij. Het zijn herinneringen aan het volle Olympisch
Stadion, met al dat gezang, die sjaaltjes en die fakkels. Kippenvel. Overigens.
Café Hermes aan de Ceintuurbaan is ook een prima kroeg om de wedstrijd te
volgen. Het Museumplein was in no-time vol…
Trots op die tienduizenden die er in Stockholm een waar
voetbalfeest van maakten en vocaal de baas waren in de Friends Arena. Haters
zullen wijzen op de paar idioten die na het laatste fluitsignaal met stoeltjes
gingen smijten, maar op zo’n grote groep supporters hou je lang niet alles in
de hand. Ik wil niks goed praten, want een nederlaag verwerk je op andere
manieren. Ongeacht welke club en welke supporters het zijn, dan heb je het over
die ene procent die net iets te veel puntjes heeft genomen en te diep in het
glaasje hebben gekeken. Dat is nooit te voorkomen.
Ik ben trots op mijn club en trots op de stad die ik toch
een klein beetje mijn stad mag noemen en dat vind ik belangrijk dan welke beker dan ook. We are back!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten