dinsdag 17 mei 2016

#foodporn

Eten. Ik doe het graag en ik heb het voordeel dat het me niet eens aan te zien is. Om het van binnen ook gesmeerd te laten lopen, is het niet eens onverstandig om gezond te eten en dat doe ik ook: doordeweeks eet ik alles wat ik gezond én lekker vind, in het weekend is het credo: Veel, vet en goor. Geen probleem. Ik eet doordeweeks net zo lief een gebakken kipfileetje, een broodje van de Subway, een bak kwark. En eieren. Wat er eerder was, het ei of de kip, het boeit me voor geen ene meter, maar ik eet het allebei met liefde. Deze blog gaat niet over gezond eten, wat het beste is voor je of wat dan ook. Deze blog gaat over een liefde voor één specifiek soort voer, die je in alle soorten en maten hebt, die tijdloos is en die je overal kunt krijgen.

Een ode aan de hamburger.

Een klein stukje geschiedenis, die ik opgezocht heb op Wikipedia naamgenootje/motormaatje/jeweetzelluf linched me voor het gebruik van Wikipedia, maar voor het simpele klootjesvolk waar ik mezelf onder schaar is het heerlijke Jip en Janneke taal:

De hamburger is afgeleid van de Duitse fricandel, maar dan hebben de Amerikanen er een goedkope versie van gemaakt: gehakt, gebakken uien en brood. In 1895 werd de eerste hamburger geboren in New Haven in Conneticut en de maker was de Deense kok Louis Lassen een standbeeld voor die man.

Verdere geschiedenisles zal ik jullie besparen. De hamburger dus. Sinds 1895 onder ons en het zal me niet verbazen dat ik er in de afgelopen dertig jaar zeker vijftig per jaar op heb. Gemiddeld. Burgers. Wat een heerlijkheid.
Dat begon bij de McDonalds, waar ik in mijn jeugd talloze Happy Meals verslond alsof het niks was én in de voetbalkantine, waar ik na de wedstrijd graag een losse burger met een beetje mayonaise en pindasaus besteld bij Sarie in de keuken.
De McDonals. Hate the game, not the player. Als je jezelf wil troosten late night op een bankje in een Amsterdams park, remember L?, als je jezelf wilt belonen, als je denkt: ik heb zin in iets, als je in het buitenland bent en je bent van: wat de boer niet kent, dat eet ie niet, dan is er altijd restaurant de Gouden Poort, oftewel de McDonals. Waar je ook bent ter wereld. Een burger van de McDonalds smaakt overal hetzelfde. Het is vertrouwd, net zo vertrouwd als je door de McDrive heen rijdt en je hoort de stem: “Welkom bij McDonalds, wat is uw bestelling?” Het voelt toch iedere keer weer als thuiskomen. En dat is vanaf kinds af aan.
Vroeger, bij de McDonalds, was de keus qua Happy Meal niet zo uitgebreid als het nu is: toen was het een huisje met stukje speelgoed erin, burgertje, patatjes met saus en een beker cola. Tegenwoordig is 1 hamburger bij de McDonalds niet voldoende. Ik douw op mijn gemak drie of vier euroknallerhamburgers van de McDonalds in m’n kanaal en heb dan na een uur zin in een Quarterpounder, naast de BigTasty mijn favoriete burger van de McDonalds. Culinair gezien is het natuurlijk allemaal geen hoogstaande zaak, dat McDonalds, maar man. Wat kun je soms zin hebben in een Quarterpounder, BigTasty of een Big Mac. Overigens, daar waar ‘of’ staat kan ook het woordje ‘en’ staan. Fastfoodtoko’s als de Mac en de Burger King Whopper met kaas of een Steakhouse XT, so wake me up when you go get oneHet is eigenlijk vette, smerige teringbende, maar oh wat lekker. Hemels.
Burgers zijn tegenwoordig vrij hip. Bij vrijwel elke hippe tent staat er een burger op het menu. Biologische hipstertentjes, idem dito. En dan goede kwaliteit hé? Eigengemaakte burgers, vers van de gril. Goed gekruid gehakt, een grammetje of 170. Op een gegrild broodje. Belegd met kaas, tomaten, gebakken uien, een saus naar keuze. Als ze me 's nachts wakker maken en ik moet kiezen tussen seks en een goede hamburger, dan is de keus snel gemaakt. 

De hamburger dus. 

De aller, aller, allerlekkerste burger die ik ooit heb, was in London. De straat is James Street, op nog geen vijf minuten lopen van metrostation Bond Street en het tentje heet Patty and Bun en de burger die ik daar had was de Smokey Robinson Beef. Een heerlijk gebakken burger rood van binnen, zoals ik rundvlees het liefste eet, met gebakken uien, bacon, tomaten, sla en een heerlijke barbecue-saus. Man, man, man, wat een feestje voor de mond.
Daarmee doe ik de burgers die ik gegeten heb misschien te kort, maar bij de Mop in Gameren, bij Café Frits op de Jan Evertsenstraat, bij Bacoa in op de Ramblas in Barcelona, vroeger bij het Trefpunt in Nieuwaal die was helemaal werelds, daar zat een gebakken ei bij, bij Beers and Barrels op de Oudegracht in Utrecht, snackbar Grizzle op het Gelderlandplein kun je ook wereldse lekkere burgers halen. De burger uit het boek van Fajah Lourens zag er net zo prima uit als Fajah zelf. En ik word steeds meer en meer verrast.
Zo kwam ik erachter dat er op het Leidseplein ook een nieuwe burgertent geopend is, die dezelfde sluitingstijden heeft als ‘veelvraten’ als de McDonalds en de Burger King. Dus dat wordt lachen, komende stapavonden.

Wie heeft er nu trek gekregen? :-)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten