Zaterdag 27 juni 2015 werd de 85e TT van Assen gereden.
'Op Assen' won de Italiaanse favoriet Valentino Rossi de race in de laatste
bocht, de fameuze Geert Timmerbocht in een prachtig mooi duel met de Spanjaard
Marc Marquez. Ik was er in persoon bij. Een verslag van de dag.
Wie Assen zegt, zegt het TT circuit, waar vele, vele
helden prachtige dingen lieten zien in het verleden. Zo won Jack Middelburg er
in 1980 de Dutch TT in de 500 CC, de categorie die tegenwoordig de MotoGP heet.
De Koningsklasse. Grote mannen wonnen de Koningsklasse. Mannen als Max Biaggi,
Sete Gibernau en Alex Barros. Soms was er een verrassende winnaar, zoals Jack
in 1980 en Ben Spies in 2011. Voor wie meer informatie wil over de TT, klik
vooral op deze link, want ik wil deze blog graag in mijn eigen woorden houden
en hou er niet van om klakkeloos dingen over te gaan nemen van het internet.
De TT Assen dus. Ik was er wel eens geweest, in 2006 en
2007. Ik was samen met mijn vader, in de auto. Ik had toen nog geen
motorrijbewijs en logischerwijs nog geen motor, dus het werd op vier wielen
naar Assen. In 2006 won de Amerikaan Nicky Hayden, spectaculair, weer in de
laatste ronde in de GT-bocht na een val van Colin Edwards en werd later dat
seizoen wereldkampioen van de MotoGP. In 2007 won mijn persoonlijke favoriet
en niet alleen die van mij Valentino Rossi, in een direct
gevecht met rivaal Casey Stoner, door hem vier ronden voor het einde in de GT
te passeren en zo de overwinning te pakken. Stoner lachte dat jaar uiteindelijk
als laatste, door wereldkampioen in de MotoGP te worden.
Dit jaar werd het anders. Op de motor naar Assen. Dat
werd een keertje tijd. Ik had naamgenootje/motormaatje/jeweettoch en Nick Bal
bereid gevonden om als afvaardiging van het Zondagsrijdersclubje om mee naar
Assen te gaan. We rijden vaker samen, alle drie op een Yamaha, alle drie in een
moeilijk vet Dainese motorpak. Pa ging dit jaar niet mee. Pa heeft geen
motorrijbewijs en iemand achterop mijn R6 zetten voor 400 snelwegkilometers is
voor mij, pa en mijn motor een brug te ver. Lekker met zijn drietjes, alle drie
een eigen motor, geen gedonder en met mooi en rustig tempo baksteensgewijs naar
Assen.
Er was nog iemand niet bij die er in 2006 en 2007 wel bij
was. Coureur Marco Simoncelli, die in 2006 en 2007 mee reed in de 250 CC,
wereldkampioen werd in de klasse in 2008 en in 2010 begon hij als veelbelovend
talent in de MotoGP op de Honda RC212V. Hij verongelukte in 2011 op het Circuit
van Sepang. 'MotoGP has lost his young lion' kopte de kranten. Supersic was
geliefd onder de coureurs en onder de fans vanwege zijn gevaarlijke en
aanvallende rijstijl. Supersic. Ik had al een AGV helm in de Supersic kleuren,
tegenwoordig draag ik er een petje bij met rugnummer 58. Het nummer van
Supersic. We vergeten hem nooit.
Wat ik ook niet meer zal vergeten was de rit naar Assen
toe. Toegegeven, om tien voor zeven op een zaterdagochtend verzamelen is geen
kattenpis, maar het was het dubbel en dwars waard. Om vier uur lag ik al te
stuiteren in bed, zodat een wekker zetten achteraf helemaal niet nodig was. Om
half zeven stond ik volgetankt, met een vers pakje peuken én met een rugzakje
vol broodjes en ijsthee klaar voor vertrek. De ene na de andere motor kwam
voorbij, richting de snelweg. Richting Assen.
Toen we compleet waren, gingen wij ook en we draaiden om
zeven uur de A2 op, om via de A27 en de A28 naar Assen te rijden. Ik kende de
weg omdat ik er wel eens was geweest en ook al ken je de weg niet als je naar
de TT in Assen wilt: volg de motorrijders. De groepjes, de rijders met een
rugzak op hun rug, rijders die een racer hebben met iemand achterop (waar ik
letterlijk medelijden mee kreeg, met de hele combinatie), motoren in alle
soorten en maten. Bij elk tankstation stond het vol. Niet gelogen. Bij elk
tankstation kon ik het niet laten om eventjes van de zesde versnelling naar de
derde versnelling terug te schakelen met dat prachtige jankgeluid van mijn R6
langs het tankstation te knallen. Vervolgens uiteraard weer keurig netjes naar
de normale snelheid met normaal geluid. Want bij de TT kan je op één ding
rekenen: bij de politie wordt er dan niet gestaakt.
Hoe dichterbij Assen, des te drukker het werd. Wat ik al
zei, motoren in alle soorten en maten. Auto's met gele Rossi shirts, rode
Marquez caps en zwarte Lorenzo polo's. Het zijn de gladiatoren van nu. Het was
net alsof ik door een snoepwinkel aan het lopen was, als ik van snoep had
gehouden. Uiteindelijk kwamen we 3 uur na het vertrek bij de Esso in Zaltbommel
bij de afslag van het TT circuit en waren dus ruim op tijd voor de races.
Parkeren tussen de motoren ('goed je vak onthouden' had mijn moeder gezegd,
geen overbodige luxe om dat te doen) en op naar het circuit. Daar hebben we ons
lopen vergapen aan de tienduizenden motorliefhebbers die daar rondliepen.
Mensen die al vroeg hun plekje op hadden gezocht op de tribune. Kraampjes, waar
werkelijk niets van Valentino Rossi te verkrijgen was. Simpelweg omdat het daar
te druk was om te kijken wat ze hadden. Bij de Supersic kraampjes was het
gelukkig minder druk, zodat het een kleine moeite was om 25 piek af te tikken
voor een petje wat ik nu al anderhalve dag op mijn kop heb. Tijdens het
verkenningsrondje rond het TT circuit begon de Moto3, voorheen de 125 CC. Jonge
mennekes, die met lichte motoren over het circuit heen brommeren met een
topsnelheid van rond de twee tien. Niks mis mee, lekker licht qua geluid om mee
te beginnen. De finish van de Moto3 was spectaculair, zoals hier te zien is.
Nadat de Moto3 was afgelopen, met Oliviera als winnaar, begonnen wij ons plekje
op te zoeken op de Ossenbroektribune: prima zicht op een paar fraaie bochten in
het circuit. Toen we ons plekje in hadden genomen, dat is best lastig met een
motorpak en een rugtas op een vrij krappe tribune, begon de Moto2, de voorloper
van de vroegere kwart liter. Simpel speurwerk leverde op dat de Moto2
tegenwoordig met 600CC Honda-motoren rijdt en dus vergelijkbaar is, qua
motorinhoud, met de motor waar ik zelf op rijdt. Na een race met herstart (bij
een crash was er olie op de baan gekomen), won de Fransman Zarko de race en
vergrote hij zo zijn leiding in het kampioenschap.
Na de Moto2 begon het klapstuk. Waar we speciaal voor
naar Assen waren gekomen. Valentino Rossi. Jorge Lorenzo. Marc Marquez. Dani
Pedrosa. Andrea Iannone. Andrea Dovisioso. De broertjes Espargaro. Maverick
Vinales moeilijk goeie naam voor een motorcoureur trouwens. Cal Crutchlow. En
velen anderen. Deze matadoren werden op Yamaha's, Ducati's, Honda's, Aprillia's
en Suzuki's de Assense arena ingestuurd om op de Kathedraal van de MotoGP aan
ons en aan 97.000 andere motorliefhebbers te laten zien en horen! wat ze
kunnen.
De race was fenomenaal. Fenomenaal. Rossi en Marquez
schoten weg, Lorenzo pakte meteen vijf plekken. De race was Assen-waardig.
Bizarre topsnelheden, bochtenwerk om van te watertanden en Rossi die op zijn
zesendertigste nog vrolijk het baanrecord verbetert.
Het bizarre gevecht krijgt de ontknoping die het
verdient: na een touché bij de GT gaat Rossi rechtdoor de grindbak. Normaal
gesproken betekent grind plat, maar Rossi bleef op de fiets en reed rechtdoor
naar zijn 85e zege in de MotoGP. Toevallig in de 85e TT van Assen, het circuit
waar hij in 2009 al zijn 100e GP overwinning had gehaald. Marquez bleef met de
tweede plaats achter, terwijl Lorenzo ontspannen naar de derde plek reed en
zijn achterstand op klassementsleider Rossi op zag lopen naar tien WK-punten.
Na de MotoGP besloten wij om te verkassen en een plekje
te zoeken op een tribune dichtbij onze motoren voor de Red Bull Rookies Cup.
Mennekes uit de leeftijdscategorie 13 tot 17 jaar die op gelijkwaardig
speelgoed mogen laten zien wat ze kunnen. Dat gelijkwaardige speelgoed zijn
trouwens 1 cilinder KTM'etjes, die een geluid produceren waar je kippenvel van
krijgt. Een zestienjarig ventje uit Nederland, de plaats ben ik even vergeten,
won en reed iedereen het snot voor zijn ogen. Zonde dat zo'n gozertje
waarschijnlijk nog een centimeter of vijftien, twintig omhoog schieten en
eigenlijk 'te lang' zijn om in de top van de motorsport mee te doen. Want die
Spanjaardjes en Italiaantjes, dat zijn maar kleine ventjes en dus een stuk
wendbaarder op een racefiets dan zo'n lange darm uit Nederland. Wat ik dan in
vredesnaam op een R6 doe, vraagt iedereen zich af overigens...
Na de Red Bull Rookies Cup was het voor ons de hoogste
tijd om onze motoren weer op te zoeken en aan te sluiten in de file richting
Zwolle. Ik had me er al op voorbereid, dat wist ik nog van de eerdere bezoeken
aan de TT in 2006 en 2007. Toen was het in een 'kooi,' zoals Jax van Sons of
Anarchy zei, nu was het op een tweewieler. En wat er zou komen, daar genoot ik
met volle teugen van. De A28 stond vol. Vol met auto's. Vol met motoren die
zich door de file manoeuvreerden. Vol met mensen langs de weg, die dankbaar de
motoren bedankten voor weer een onvergetelijk TT weekend. Dat is aardig wat
anders dan de fietsers die je op de dijk tegenkomt en met handgebaren duidelijk
maken dat je weer eens veel te hard rijdt of veel te veel geluid maakt. De
dankbaarheid van de mensen werd beloond, door het gas eens open te trekken en
de motor eens flink te laten zingen. Nick spande daarin de kroon, met zijn
gruwelijke Akra onder zijn MT07. Het geluid van Nick zorgde voor veel bijkijks
langs de weg, die de liefde beantwoord zag worden. Het publiek langs de A28 en
de motorrijders die terugkwamen na de TT: het was liefde op het eerste gezicht.
En gehoor. Ik heb goed opgelet en tot aan Amersfoort, pak 'm beet 150 kilometer
vanaf Assen, stonden mensen langs de weg en op viaducten. Het was enorm. In de
file, die tot Zwolle stond, was het even bijzonder. Kleine mennekes die met hun
kop uit het raam een high-five of een box kregen. Volwassen mannen die uit pure
bewondering het tafereel vast legde met een mobiele telefoon of een GoPro. Het
was een epische terugrit, waarbij wederom alle tankstation vol stonden met
motoren en ik het een paar keer niet kon laten om er voorbij te 'janken' in de
derde versnelling. Heerlijk.
De snelweg begon ik overigens bij de laatste stop in
Amersfoort toch aardig te voelen. Ik heb niet zoveel aan billen (en nee, ik wil
niks van jullie hebben), maar die begonnen aardig pijn te doen. Er zaten
inmiddels bij elkaar opgeteld toch zo'n 350 kilometer aan snelweg op, in
dezelfde zithouding. Ik was na de stop in Amersfoort ook blij dat we een half
uurtje later bij Zaltbommel het industrieterrein op konden en we konden
genieten van lege bochten. Om vervolgens, via de Bommelse binnenstad de dijk op
te rijden richting De Mop in Gameren, waar ik een TT traditie van mij en mijn
vader in ere hield door er een dijk van een uitsmijter te bestellen. De dag
werd afgesloten met een retourtje Brakel, een dorp waar voor de rest niks aan
is behalve de dijk er naar toe. Zo kwam er een einde aan een prachtige TT dag,
waarbij we plechtig hebben afgesproken om volgend jaar weer te gaan, dan op
zondag. Want de 86e TT van Assen wordt voor het eerst gereden op zondag. Ik heb
er nu al zin in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten