Want Amsterdam
Is poep op de stoep
En haat in de
straat
Een knokploeg die
krakers
Het huis uit slaat
De grachten, het IJ
Ze horen erbij
Deze tekst komt uit het liedje ‘Mijn stad’ van een hele
jonge Danny de Munk en gaat, hoe kan het anders, over de stad Amsterdam. Bij
Amsterdam horen coffeeshops, de grote pleinen, het Vondelpark, de Bijlmerbajes,
de Dam, het Amstel Station, het Lieverdje, Osdorp Posse, Noord gestoord,
hoeren, de Marinekazerne, de Albert
Cuyp, shoarma halen bij Ali Babba op de Rozengracht, de Ring, het Concertgebouw
en al die andere dingen. Net als de grachten en het IJ.
En Ajax. Ajax hoort bij Amsterdam zoals alle genoemde
dingen bij Amsterdam horen. Ajax is jarig vandaag. 114 jaar jong. En gezonder
dan ooit.
Tijdens de gloriejaren, halverwege de jaren ’90 kreeg ik
net een beetje het besef van voetbal. En dat je voor een club moet zijn. Met
dank aan wat invloeden van buitenaf werd dat Ajax en daar heb ik never nooit
spijt van gekregen. Met een elftal dat klonk als een klok werd Europa verovert
en ik zag het op televisie gebeuren. Met pijn en moeite overigens, want ik was
nog klein en kleine jongens moeten vroeg naar bed als ze de volgende dag naar
school toe moeten. Ik was blij dat ik de eerste helft mocht kijken van de
succesvolle Champions League campagne in 1995. Gelukkig werd de finale de dag
voor Hemelvaartsdag gespeeld en mocht ik dus opblijven. Ik vergeet nooit meer
dat mijn vader zo hard juichte bij de goal van Patrick, dat er een gat in de
caravan zat. Juichend ben ik de camping opgerend, met mijn Ajax shirt aan. Dat
mijn vader voor Feyenoord is en de camping onder de rook van Rotterdam stond,
kon me op dat moment geen reet schelen. Het zou me nu overigens nog weinig
kunnen schelen. What goes arround, comes arround.
Als klein ventje ging ik voor het eerst naar Stadion De
Meer aan de Middenweg in Oost. Ajax – Go Ahead, seizoen 1993/1994. 4-0. 6 jaar
was ik. En in de jaren daarna heb ik talloze wedstrijden bezocht en prachtige
dingen meegemaakt. Zoals:
Met als absoluut hoogtepunt het hooghouden van mijn grote
held en voorbeeld Richard Witschge tijdens de Klassieker in 1997. Negen keer
ging de bal omhoog, op de linkervoet, sprintend langs de linkerflank. Ik
verneder, ik geniet. Ik ben Ajacied.- De hakbal-goal van Rafael van der Vaart in de Klassieker van het seizoen 2003/2004;
- Zlatan ‘Alberto Tomba’ Ibrahimovic, momenteel de beste in Europa, tegen NAC in ‘04/’05;
- Winst op Old Trafford, waar het uitvak 70.000 man stil kreeg (voor de voetbal-leken, dat is een hele prestatie);
- 1-5 winst in Eindhoven, op de 107e verjaardag van mijn rood-witte liefde, met een wereldgoal van Wesley Sneijder;
- De goal vanaf de middellijn van Richard Witschge tegen RKC in 1997;
- Kippenvelmomenten tijdens het Assekruus en het zwaaien van de witte vlaggetjes tijdens Europese thuiswedstrijden;
- Prachtige actie’s van onder anderen Litmanen, Overmars, Kluivert, Laudrup, Gronkjaer, Suarez en Eriksen;
- De shitload aan goals van Huntelaar en Suarez;
- Elke gewonnen Klassieker (en geloof me, dat zijn er een hoop geweest in de loop der jaren);
- 15 mei 2011 op het Museumplein. De derde ster. Wat een fantastisch feest;
De liefde is niet altijd wederzijds geweest. Dramatische
spelers, die werden aangetrokken door nog dramatischere trainers en directieleden.
De jeugd, die niet meer aan de beurt kwam, omdat er een dure buitenlandse
speler op die plek liep. Een eeuwfeest, wat vergald werd door datzelfde
kutelftal, opgesteld door een kuttrainer met een kut als directeur. Het was de
tijd dat ik geleerd heb hoe ik op mijn vingers moest fluiten.
En de geschiedenis van ons aller Ajax is niet altijd
rooskleurig geweest, maar dat heb ik niet of niet bewust meegemaakt. Denk aan
het staafincident tegen Austria Wien. Aad de Mos als trainer. Johan in een
shirt van Feyenoord.
Maar dat valt allemaal weg in het gedeelte van de
historie waarin we absoluut de baas waren, maar wat ik jammer genoeg niet of
nauwelijks heb meegemaakt. De gouden periode onder Michels in de begin jaren
’70, met Johan als grote man. Neeskens, Keizer, Suurbier, Krol. Ik kan de
mannen bijna allemaal opnoemen, die 3 keer achter elkaar de Cup met de Grote
Oren wonnen. De omhaal van Marco tegen FC Den Bosch in De Meer. De werkelijke
prachtige doelpunten van Dennis, waar ik later gelukkig bij Arsenal nog veel
van kon genieten. Regelmatig kijk ik op YouTube beelden terug van de historie
van Ajax. De historie die onder meer 32 landstitels, 6 Europacups, 18
Nederlandse bekers, 3 Europese Supercups en 8 Nederlandse Supercups opleverde.
Een historie, die vandaag de dag alleen nog maar uitgebreid wordt. Landstitel
33 staat voor de deur. De beelden maken met trots, om Ajacied te zijn.
Europees is het allemaal nog niet zo soepel als het
verleden. Maar daar wordt aan gewerkt. Door Dennis, Wim en Frank, onder toeziend
en goedkeurend oog van Johan. Let maar op. Ooit worden wij weer de baas. Als
laatste wil ik alle Ajacieden feliciteren met de 114-jarige verjaardag van onze
rood-witte liefde. Wij zijn Ajax.
Twitter.com/keesgeniet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten