Alvast sorry voor de lengte. 5 dagen London beschrijf je
niet in 1 kantje en waarschijnlijk ook niet in 2.
London baby. Wat een stad. Ik was er, 5 dagen lang met
een maatje. Team en naamgenoot Kees was mee. Of eigenlijk was ik met hem mee,
aangezien hij in London mensen kende waarbij we konden slapen,
absofuckinglutely for free. Dat was Dale en we mochten bij haar in huis slapen.
Op een luchtbedje in de huiskamer, maar als je geen 3 sterrenprijs betaalt, dan
is de verwachting ook geen 3 sterren. Wel het beste hotel in town. Service with
a smile, een goeie barbecue op donderdagavond en twee keer een dijk van een
ontbijt. Ik heb daar in huis zoveel worst op, dat je zou denken dat ie m’n lijf
uit is gegroeid.
London, de miljoenenstad net zo groot als de provincie
Utrecht met 11 miljoen inwoners. Vooraf maak je plannen waar je heen wilt.
Wembley Stadium stond bij mij op nummer 1, kort daarop gevolgd door het stadion
van Tottenham Hotspur met de idyllische naam White Heart Lane. Verder had ik
weinig wensen. Beiden zijn er echter niet van gekomen, mede dankzij goede
argumenten van Kees. Voor een tour ben je al gauw een pondje of 18 kwijt en dan
tref je een leeg stadion aan. En aangezien wij beiden wel van sfeer in een
voetbalstadion houden, hebben we besloten om het niet te doen. En ik besloot
om, ooit, nog eens terug te gaan naar London voor een wedstrijdje van de Spurs
op White Heart Lane.
Maar goed, wat blijft er over? Te veel om over na te
denken, want wat is dat London godsgruwelijk groot. Niet te filmen. Ik vond de
overstap van Nieuwaal naar Amsterdam bijna 8 jaar geleden al inmens, kun je
nagaan wat London voor impact heeft achter gelaten. Massive, zoals ze daar zo
mooi kunnen zeggen. We hebben veel gezien. Big Ben, Westminister Abbey, het
Parlement gebouw, London Eye (zonder erin te gaan, die rij was bijna net zo
groot als de stad zelf), London Bridge, Piccadilly Circus. En natuurlijk Bobby’s,
rode dubbeldekkers en linksrijdend verkeer.
Het huis van Dale staat in het gedeelte Earsfield, op
ongeveer een minuutje of 20 treinen van het centrum. Het openbaar vervoer in
London is super. De ene trein wisselt binnen korte tijd met de andere en als je
de ‘tube’ mist, dan is er 2 minuten later weer een volgende om je naar je
bestemming te brengen. Tip voor de
mensen die naar London willen: even de Tube map op je telefoon
installeren, dat kan wel eens schelen in
het vinden van het goede kleurtje van de metro.
Daarnaast is er in Earsfield ook genoeg aan restaurantjes
en pubs te vinden, dat je niet eens de stad in hoeft voor een lekker hapje of
drankje.
De eerste avond hebben we gespendeerd bij Dale in de
achtertuin, met allemaal gezelschap, bier en een barbecue. Lekker en goed
gegeten, mijn Engels behoorlijk bij geschaafd en dure Engelse peuken gerookt. Ook
een tip voor de rokers onder ons, die een paar daagjes Engeland gaan: zelf
meenemen van huis, want 8,25 pond voor een pakje peuken is niet echt een
prettig prijsje zullen we maar zeggen. Naast de beschreven tourist walk van de
dag erna, gingen we met Dale en James (ook een jongen die Kees van zijn reis in
Midden-Amerika kende, goeie gozer die James) eten in Oxford Street. Uitstappen
bij het metro-station met de naam Bondstreet. Dus we ontmoetten James vlakbij
het station Bondstreet. Pay attention double O seven! Het werd uiteindelijk een
burgerbar, genaamd Patty&Bun. Ook daar stond zelfs een wachtrij, niet
normaal. Gelukkig mochten we bier drinken tijdens het wachten, dus dat drukte
de pret niet bepaald. Eenmaal binnen heb ik de lekkerste hamburger op die ik
ooit heb gegeten. De naam ben ik al weer vergeten, maar er zat alles op waar
kleine jongens groot van worden: tomaat, uien, bacon, een lekker sausje en een
burger van ongeveer 2 ons. Rood van binnen. Nu ik dit zo zit te tikken, loopt
het water door m’n mond heen. Wat een lekker broodje hamburger, wat ik ook
binnen no-time op had. Voor het eerste in m’n leven als eerste m’n avondeten op.
News of the World had er voorpaginanieuws van gemaakt. De avond hebben we
vervolgd in bar Loop (20 pond voor 4 drankjes). Schijnt volgens Dale en James
wel een knappe tent te zijn, maar behalve dat het knap aangekleed was, was er
weinig aan. It seriously lacked atmosphere, zoals Dale de dagen er na nog eens zou
zeggen.
De zaterdag verliep heel anders dan dat ik me had
voorgesteld. Met een vrije Dale als gids namen we de boot vanaf Embankment naar
de wijk Greenwich. Op de Thames, die ongeveer zo breed is als het IJ tussen
Noord en Centraal, werd het een prettig tochtje, al was het net te fris om
eventjes buiten te gaan zitten. Binnen dus, waar ook koude drankjes werden
geserveerd. Decadent, in een boot op de Thames. Wat wil je nog meer? Nadat we
uitgestapt waren bij Greenwich, ontdekte ik een markt met een scala aan eten,
aparte dingetjes (waar je je helemaal de pleuris voor betaalde) en een paar
pubs. Wat me op viel, was dat je op die markt niet mocht roken. Ik zou die
bordjes nog wel eens willen, op de Albert Cuyp of de Dappermarkt. Toeristen
zullen zich er braaf aan houden, maar aangezien de Amsterdammer overal schijt
aan heeft… Anyway, de Greenwich markt was een succes. Een beetje links, maar na
anderhalve dag naar het verkeer te hebben gekeken, was ik dat linkse wel een
beetje gewend. Onze trip in Greenwich ging verder richting the Royal King
George’s Park. Een stevige wandeling, heuvelop, maar volledig de moeite waard.
Want wat had je daar een prachtig uitzicht op de stad, met alle hoge gebouwen
(ook 1 van mijn wensen), de rivier Thames en ook het Olympisch Stadion was een
ieniemienie beetje zichtbaar. Zo heb ik mijn stadion toch nog gehad in London. Prachtige
plek voor een paar foto’s en mijn iPhone heeft daar een aantal prima plaatjes
geschoten. Moe en voldaan stapten we weer op de boot, voor het avondeten in
Nazmin’s, een Indische tent bij Dale om de hoek. Nadat Kees zich bijna stukbeet
op een chillipepper, die rommel is ook zo godsklaagd heet, gingen we afblussen
in The Wandle, een pub met live muziek, bij Dale om de hoek én met Fosters bier
uit de tap. Toen die snel dicht ging, gingen we naar de 366 Bar, op 100 meter
van het huis van Dale. Helemaal niks mis, Heineken uit de fles, ontspannen
house-muziekje, knappe dames, niks mis mee. Kip vreten bij Peri Peri (de
buurman) en vroeg (pak ‘m beet half 4 ’s nachts) weer naar huis. Ik ken
slechtere zaterdagen, helemaal wanneer het voetballen stil ligt.
Zondag was maximaal in de chillmode. Frau Dale liet haar
Gestapo act vallen en we mochten zowaar tot 11 uur uitslapen. ‘You’re in
London, so do stuff’ had ze ons al een paar keer aangemoedigd. Dat hebben we
die zaterdag ervoor geweten. De zondag maakte qua chillfactor alles goed.
Lekker ontspannen een cola’tje drinken, na een dijk van een ontbijt met een
halve meter worst (waar laat ik die zou je denken), gingen we ontspannen bij de
Leather Bottle, een pub in Earsfield op 7 minuutjes lopen van het huis van
Dale. Wat je daar ziet, maak je in Amsterdam niet zo snel mee. Een achtertuin
die plaats bood voor pak ‘m beet een mannetje of 150, met tafels, een grote barbecue
en een prima achtergrondmuziekje. The Eagles, Pink Floyd, Bruce, dat soort
werk. Avondeten deden we bij de Italiaan
in Wimbeldon, 1 halte verder met de stadstrein. Prima restaurantje.
En toen was het alweer maandag, waar de laatste hand werd
gelegd aan de reis door London. Eerst in de vroege ochtend afscheid genomen van
Dale, die weer moest werken. Afscheid met een kroel. Prima. Daarna weer de stad
in, aangezien we pas om 19:00 uur terug vlogen. We hadden een laatste lunch met
James en de daar ontmoette vriendin van Dale, genaamd Robyn. Japanse toko, en
heel m’n bakje leeggegeten met stokjes. Hé, ik kan mezelf ook aanpassen aan een
bepaalde cultuur. Na het afscheid van
James en Robs was het tijd om maximaal punten te scoren in Oxford Street,
aangezien daar een Disney store zit, net zo groot als morgen heel de dag. Leuke
wandeling, vanaf het Liverpoolstreet station naar Oxford Street, wat ons een
wandeling opleverde door het P.C. Hooftgedeelte van London. Dikke auto’s,
mannen strak in het pak, winkelbedienden nog strakker in het uniform, gelikter
en duurder kon het allemaal niet. Uiteindelijk in de Disney Store de dingen
gescoord voor Iris, Rens en Siem weer een jaartje coolheid garanderen als ome
Kees. Dat was die 36 pond meer dan waard. Na een mooie bos witte lelie’s achter
te hebben gelaten voor Dale, stapten we om 16:10 uur in de trein richting
London Gattwick, waar Easyjet ons terug bracht naar Nederland. Vluchten waren
beide prima, maar qua service kan het allemaal beter. Maar dat heb je als je
low-budget vliegt.
Hoe het was? Het was geweldig, absoluut. Met dank aan
Kees, maar zeker ook met Dale en de rest van haar Zuid-Afrikaanse vrienden.
Hele leuke lui, op een halve tamme, met een pruik waar je bang werd na, en een
enkeling zag er zelfs bijzonder smakelijk uit. Ik had 1 klein puntje van een
beetje jammer, maar dat heeft puur te maken dat ik niet zo’n reiziger ben als
Dale, Kees, James en de rest van een aantal mensen, die ik in London heb
ontmoet. Het is namelijk hetzelfde als je 10 voetballers neemt, en je zet daar
1 niet-voetballer bij. Zodra het over voetbal gaat, heeft diegene die er niets
of nauwelijks iets van af weet, bar weinig in te brengen en gaat het gesprek al
gauw aan diegene voorbij. Zoiets had ik ook, aangezien ik ongeveer 13x Spaanse
Costa, 2x Mallorca en 1x Albufeira als bijdrage kan brengen. Als je dan
plaatsen hoort, die klinken als de menukaart van een Mexicaans restaurant, dan
krab je jezelf wel eens achter je oren.
Maar aan de andere kant ook weer niet. Want zonder naar
een ander te kijken, heb ik door die gesprekken wel geleerd dat ik eigenlijk
maar een hele, simpele, Hollandse gozer ben, die van voetbal, bier, motoren,
slappe klets en zijn thuis houdt. En daar ben ik dolgelukkig mee. Maar
nogmaals, zonder naar de ander te kijken. Iedereen is zoals hij of zij is, en
daar moeten ze vooral lekker mee doorgaan.
Kees, bedankt maat! Het waren 5 fantastische dagen! Top!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten