Zwitserland ging niet door. Geen auto met trekhaak
gevonden, om de kar met de motoren te trekken. En geloof me, 1000 kilometer op
een Yamaha R6 naar Zwitserland is ook niet best. Met het weer van de eerste week moet ik ook
eerlijk bekennen dat ik liever op mijn rug bij het zwembad lag, dan met een
warm motorpak door de Zwitserse bergen op een Yamaha R6. Begrijp me niet
verkeerd, motorrijden is 100 procent doodziek en ook het gezelschap kan vele
malen slechter, maar toch. De warmte bracht een andere voorkeur met zich mee
dan in eerste instantie gepland.
Gereden heb ik evengoed. Naast een hele fijne rit van
Zaltbommel naar Nijmegen en over Arnhem terug, ging ik er afgelopen woensdag
alleen op uit. De dijk naar Nijmegen kende ik, die bij Leerdam en Kerdichem,
via Vianen naar de Betuwe ook. Tijd voor wat anders.
Ik was en ben nog steeds bekend met het Amsterdamse, ook
in Amsterdam Noord weet ik de weg prima te vinden. En laat nou naast Amsterdam
Noord het dorpje Durgerdam liggen, het dorpje wat de weg opent naar één van de
mooiste motorrondjes die men maar kan rijden: het rondje Markermeer ik vond
het volledige Rondje Ijsselmeer íets aan de lange kant….
Om 11:00 uur startte ik met een volle tank vanaf de
Zuiderzeeweg in Amsterdam, om via Durgerdam het mooie Noord Hollandse
waterschap in de duiken. Via de dijken uiteraard.
En ik wist niet wat ik meemaakte. De dijken en overige
wegen bestonden uit perfect asfalt, met hier en daar een heerlijk bochtje. Het
meest bijzondere was, dat er amper een korrel grind of andere vorm van ellende
in de bochten lag. Dat is op de dijk tussen Tiel en Nijmegen wel anders. Ik
krijg daar behoorlijk het idee dat buurtbewoners en/of fietsers met opzet ’s
morgens een kar grind in de bochten uitrijden, omdat ze de motorrijders zat
zijn. De laatste drie ritten tussen Tiel en Nijmegen heb ik hoofdschuddend op
de motor gezeten, omdat het een kwestie van tijd is voordat er een motorrijder
daar gigantisch op zijn plaat gaat. Als het al niet gebeurd is.
Terug naar Noord Holland. De weg tussen Marken en
Monnickendam. Godverdomme, wat een geil stuk asfalt ligt daar. Bochten waar je
dorst van krijgt. Asfalt, strak als een voetbalveld in een Engels stadion. Geen
flitspalen. Duidelijk overzicht of er geflitst wordt. Weinig verkeer. Wel een
doorgetrokken streep. En daar heb ik normaal gesproken respect voor. Maar
woensdag even niet. Ik kom namelijk lang niet elke dag op de weg tussen Marken
en Monnickendam en vond het zonde om achter een lesauto te blijven plakken met
een jeukende rechterpols. Het ging allemaal goed overigens en zelfs de
inzittenden in de lesauto leken begrip te hebben voor mijn inhaalactie.
Het plan was om een visje te gaan halen in Volendam, maar
ik had mijn slot niet bij me. Dus heb ik er voor gekozen om in het centrum van
Hoorn bij de Oude Waegh een broodje te nuttigen. Met de motor in het zicht. Na
deze korte lunch (ik hou niet van stoppen onderweg, helemaal sinds ik ben
gestopt met roken), ging de weg verder naar Enkhuizen.
Weer ging er een wereld voor me open. Wat een dijk, wat
een heerlijke dijk. Weinig verkeer. Heerlijk asfalt. Lekker breed. Goed
overzicht. Geen teringzooi in de bochten. Geen enkel minpunt voor wat betreft
de dijk tussen Hoorn en Enkhuizen. Oké, die politiebus die een stuk van een kilometer of
vijf voor me reed en die ik maar niet in heb gehaald was een minpuntje, maar
vooruit: je kan niet alles hebben.
Nadat ik bij Enkhuizen de dijk richting Lelystad op was
gegaan, ben ik nog een keertje gestopt om foto’s te maken. Lekker de toerist
uithangen in eigen land, omdat het kan. Na Enkhuizen wordt vrijwel rechtuit,
zonder noemenswaardige bochten. En gewoon hard dus. En krijg je een bocht van
noemenswaardig niveau, dan ligt er weer zo’n teringdrempel in de weg. Wel een
fraaie omgeving, met allemaal water om je heen en de bootjes die op het water
dobberen en zeilen. Een bijzonder fraai gezicht. Uiteindelijk ben ik na Almere
richting Arnhem en Nijmegen gereden, om via een gebruikelijke manier over de
dijk een topdag motorrijden af te sluiten. Een tocht met bochten en rechte
stukken en een tocht waar je weinig
tegen kwam tot drukke pleintjes in mooie Noord Hollandse plaatsjes. Een tocht
waarbij je in sommige gevallen rustiger moet rijden, zodat je alles goed in je
op kan nemen. Want er is genoeg te zien. Het onbekende blijft de mens toch
trekken, mij in ieder geval wel.
Eén van de mooiste dingen die me trouwens is opgevallen
is, dat welgeteld één fietser van middelbare leeftijd handgebaren naar me maakte
dat ik zachter moest gaan rijden of minder geluid moest maken. Eentje slechts,
op talloze fietsers die ik tegen ben gekomen. Wanneer we naar Nijmegen gaan,
dan lijkt het net alsof mensen op de dijk gaan fietsen met als enig doel om
middelvingers of andere enge gebaren naar motorrijders te maken. Van dat ouwe
kansloze
ga-met-je-dikke-kut-achter-de-geraniums-zitten-chagrijnen-als-je-verder-toch-geen-fuck-te-doen-hebt
volk. Bah.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten