Met het begin van de maand februari zit de maand januari
er alweer op. Hoe staat het met de goede voornemens? Al afkickverschijnselen
van het roken? Al halverwege die 10 kilo, die je op 31 december nog af wilde
vallen? Al meer in beweging gekomen? Al lief geweest voor je mannetje of je
vrouwtje? Voor de singles: al iets gevonden (of beter gezegd: tegenkomen,
zoeken is totaal a-relaxed)? Drank gebruik al afgekapt? Of juist toegenomen?
Het zijn zomaar wat goede voornemens die je op social
media voorbij ziet komen, in de kroeg hoort tijdens de Oudjaarsnacht (of voor
een aanzienlijk aantal van mijn lezers: op de werkvloer cq bus) of tijdens de
altijd gezellige lekker-met-zijn-allen-samen-zijn-pokke-Kerst. Mijn afgelopen
Kerst was trouwens zo vreselijk niet. Ik kwam er namelijk op Eerste Kerstdag al
achter dat de Top 2000 op Radio 2 was begonnen. Oud en Nieuw was helemaal
prima, ik was vrij. En dronken. En toch heb ik mezelf al gelijk bezig gehouden
met een goed voornemen wat ik eigenlijk niet had: zo dronken als een tor een
maatje naar Bommel fietsen (heen en terug toch een goeie 8 kilometer, in
dronken toestand 13).
Ik heb ze niet uitgesproken, mijn goede voornemens. Maar
ik had er wel een paar en ik moet eerlijk bekennen dat ik mezelf er opvallend
hou. Ik neem u even mee.
1.
Meer sporten. Daar heb ik me absoluut aan
gehouden, maar nog niet zoveel als ik gewild had. Maar als ze in de tweede week
van januari je verstandskies trekken waardoor je een week ziektewet mag
genieten, is het niet echt je-van-het. Maar goed. In de overige drie weken van
januari keurig netjes 2 keer per week ‘thuis aan de gang,’ daarbij creatief
zijnd met dumbelltjes en de meubels die ik in mijn compacte woonkamertje heb
staan. Ik zou goud geld verdienen, als ik in de jaren ’80 een ‘doe het zelf,
kom met je dikke reet uit die stoel’ fitness video op de markt had gebracht. Ik
kom hier later nog op (puntje 5), maar als ik sport probeer ik dat qua voeding
ook bij te houden. Niet omdat ik een Vin Diesel figuur wil, niet omdat ik per
sé sterker wil worden, maar het sporten/voeding zorgt er voor dat ik me goed
voel. En mezelf goed voelen, dat is wat ik het liefste heb. Trouwens, na een
uurtje thuis aan de gang, barst ik van de honger en dan is het verstandiger om
een bak Danone naar binnen te rossen, dan een zak Cheese Union paprika chips.
Daar is je adem ook een stuk blijer mee.
2.
Sparen. Ook daar heb ik me absoluut aan gehouden
en daar ben ik allejezus trots op. Oké, het kan allemaal nog wel veel beter,
maar ik klaag niet. Aangezien ik hier en daar wat af te lossen had en heb en
nog geen topsalaris geniet, vind ik het netjes van mezelf om te zeggen dat ik
het allemaal prima redt. Met een auto. Met een motor. Met een (huur)huisje in
Amsterdam West. Niet ontevreden.
3.
Opleiding afmaken. Bloggen over mijn werk doe ik
nog steeds niet, ondanks wat schokkende blogjes in januari die het wel
aantrekkelijk hebben gemaakt. Maar op een lekker wijf in de kroeg stap ik ook
niet af, als ik weet dat dat een hopeloze missie wordt. Maar de opleiding die
ik begin 2013 ben gestart nadert zijn einde. In maart hoop ik goed nieuws te
hebben. Iets met witte rook.
4.
Iets met roken. Tja. Dat is toch een tricky
onderwerp. Wat me al opgevallen is (altijd positief blijven), is dat wanneer ik
in Nieuwaal bij mijn ouders ben, dat de greep naar het pakje sigaretten toch
een stuk minder is dan wanneer ik in Amsterdam ben. Bij mijn ouders wordt sinds
het hartinfarct van mijn vader niet meer binnen gerookt en daar heb ik meer dan
vrede mee. Als je in de winter naar buiten moet om een peuk te roken, dan rook
je een stuk minder (Van een pakje op een gemiddelde zondag met Eredivisie naar
een peuk of vier, vijf over de hele dag gezien, daar ben ik best trots op).
5.
Gezonder eten. Aan het einde van het vorige jaar
was ik er al mee begonnen: meer op mijn voeding letten. En ontbijten. Of daar
een poging toe doen. Ik ben er achter gekomen dat je geen drie sneeën bruin
brood naar binnen hoeft te werken als je dat totaal niet voor mekaar krijgt.
Aardbeien yoghurt met crusli werkt. Prima. Bruin brood is sowieso iets wat ik
veel meer eet, in plaats van de witte bolletjes waar ik zo gek op ben. Waar
voorheen de week, qua avondeten uit Mac-BK-Shoarma-Toko bestond, daar maak ik
steeds vaker een pasta’tje thuis, waar ik twee keer van kan eten. Als je voor
jezelf moet koken, kook je altijd te veel. Maar niet alleen een pasta’tje gaat
er in, maar een boerenkoolstampotje (met worst, jaja) staat vaak op het menu in
huize Termeer. Die krijg ik dan mee van thuis, want aardappelen koken… Man, ik
moet er niet aan denken.
Tandjes. Zit ik toch aan vijf goede voornemens, waar ik
mezelf tot tevredenheid van mezelf best aan heb gehouden. Perfect is het
allemaal niet, maar ik sta er niet onaardig voor. In februari ga ik er mee
verder en misschien breid ik wel wat dingen uit. Misschien een keertje meer of
zwaarder sporten. Of het aantal peuken op een Nieuwaalse zondag nog verder
terugschroeven. Misschien dat ik dan ooit, maar dan heel erg ooit, de asbakken
wel van de tafel in Amsterdam kan halen.
Februari is begonnen. Nog een kleine 4 weken, dan kan de
jas weer aan. De sjaal weer om. Jeronimus wordt voor 3 dagen mijn thuis. En,
maar daar wil ik nog niet aan denken eigenlijk, na die 3 dagen is het alweer
maart. En in maart begint het voorjaar, de lente. Ik hoor in de verte George Harrison
de eerst noten al spelen. Ting-ting-ting dam-dam-dam-dam…. Here comes the sun…
doo-doo-doo. Het wordt een mooi jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten