Als korte introductie de mensen met wie ik Amsterdam wel
eens induik. Het zijn collega’s, die meer dan collega zijn. Jori is al sinds
een paar jaar mijn beste maatje als het gaat om de collega’s en samen hebben we
veel overeenkomsten, zoals ik die ook met de rest van de stapcollega’s heb.
Alfred, Christiaan, Fred en Roy, het zijn de overige namen waar ik regelmatig
een bakkie mee drink in de stad, veelvoudig na het werk, als er de volgende dag
uitgeslapen kan worden. Met wisseldiensten is dat gelukkig vaak het geval.
Ik moet er wel bij zeggen dat de tocht door Amsterdam
anders gaat verlopen dan de tocht door Den Bosch. Ten eerste is de tocht een
stuk kleiner, omdat ik lang niet alles van Amsterdam heb gezien of heb
meegemaakt en dat is wel de bedoeling van een redelijk complete toch. Daarnaast
heb je in Amsterdam meer mogelijkheden. Waar het in Den Bosch stikt van de
bekende kroegen, waar het vooral draait om zuipen tot we kruipen, daar maak ik
het in Amsterdam anders mee. Tuurlijk, er zijn kroegen waar ik vaak kom waar
een gelijkheid met Den Bosch wordt ontdekt. La Bastille, de Surprise Bar,
Cooldown, Het Feest van Joop op het Leidse en de onvermijdelijke Jantjes
Verjaardag op het Rembrandt, ik ben er geweest, ik ben er dronken geworden en
ik heb het er bijzonder goed naar mijn zin gehad. En dat heb ik nog steeds, als
ik er kom en het er niet te druk is. Dat is de pest in die kroegen, dat is
gezellig, dat is bekend, dus het is er al gauw pleurisdruk. Mijn voornaamste
redenen om er te komen zijn evengoed aanwezig: leuke muziek, leuk barpersoneel,
leuke dames en het schijt hebben aan het rookverbod. Ik blijf er zeker ook heen
gaan en ben blij dat ik de breedste niet ben.
Voor wie het wat rustiger aan wil doen op de pleinen, dan
is er goed nieuws. Waar je een uitstekend biertje kan drinken, in de goede
sfeer is Café Weber, dat eigenlijk net buiten het Leidseplein valt. Als je
vanaf het Leidseplein ongeveer 200 meter de Marnixstraat inloopt, vind je café
Weber. Een klein, sfeervol kroegetje waar je wat alternatieve muziek hoort en
je helaas niet mag roken. Desondanks kun je er prima vertoeven en roken buiten
is op zich ook geen probleem. De alternatieve muziek, die niet op een al te
hoog volume staat, maakt het bovendien wat makkelijker om in gesprek te komen
met je stappartners in crime of het aanwezige publiek. Publiek trouwens dat wat
internationaler is, dan in de Amsterdamse kroegen die ik net al noemde.
Daarnaast bevindt zich op het Leidseplein de Pianobar,
waar Alfred me eens mee naar toe heeft genomen. Een classy tent, met net
personeel achter de bar. De sfeer is knus, mede door het dimde licht en de
aanwezigheid van een piano midden in de bar. De avond dat ik er was, was er een
beeldschoon meisje de mooiste hits van nu en vooral van toen aan het spelen en
het zingen. De stem is niet van het zelfde niveau als van de hits van toen en
nu, maar het is goed genoeg in een bar, waar heren 5 euro betalen om naar
binnen te mogen. Entree heffen, het heeft zijn voors en zijn tegens. Als tegen
is het zo dat als je een studentenbudget hebt, dan is het lastig om nog eens 5
euro uit te geven, op een alsmaar duurder worden avondje uit. Het voordeel is
wel dat het kaf van het koren gescheiden wordt en er geen straatschorem binnen
komt. Kijk, dat Rick Brandsteder op een gegeven moment binnen kwam, dat is dan
weer andere koek, maar het heeft de avond niet verpest. Dat een langharige
tekkel die een fles champagne op de bar dondert meer vrouwen aantrekt dan ik
met mijn biertje en mijn peuk, daar ben ik al lang en breed aan gewend. Best
grappig trouwens, de woordjes ‘ik’ en ‘breed’ in 1 zin. Je moet het maar zien.
Voor de Pianobar is het trouwens wel handig voor de heren
om de kapper een tijdje links te laten liggen en je haar te laten groeien tot
Rick Brandster proporties. Ik met mijn kortgeknipte koppie viel niet echt in de
toon. Ik maakte veel goed met een getailleerde bloes, dat dan weer wel. Een
colbertje is nog net niet verplicht.
Echter dat was het. Een treurige conclusie volgt. De
Weber, de Pianobar en de grote pleinen van de stad pas de enige plekken in de
stad waar ik ben geweest in de zeven jaar dat ik nu in Amsterdam vertoef.
Andere tenten en plekken, tja, daar komt het op de één of andere gekke manier
niet van. En ik schaam me daar best wel voor, helemaal voor iemand met een
brede muzieksmaak als ik. Ja, de Melkweg schiet me trouwens te binnen, voor een
concert van de Manic Street Preachers. En de Arena, maar dat was een U2-concert.
Verders is het matig. Paradiso, Hotel Arena, De Pijp, de restaurantjes in de
Scheldestraat, Vak Zuid, noem ze maar op. Ik ben er nog
niet geweest. En dat moet veranderen. Dat gaat ook veranderen. Wetende dat ook
de legendarische tenten ooit niet meer onder ons zijn. De Itt, Roxy en More heb
ik al gemist, ik moet ervoor zorgen dat de andere legendarische plekken mij
niet zullen ontglippen. Paradiso gaat morgen eindelijk gebeuren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten